kunnen vermenigvuldigen en zi
verwoestende werk te kunnen
doen. De ziekte verloopt voor
vossen altijd dodelijk. Dat geldt
ook voor de mens, maar die kan
zich er afdoende tegen bescher
men door zich kort na contact
met een verdachte vos onder
doktersbehandeling te stellen.
Enkele injecties voorkomen dan
dat hij ziek wordt. Door de aan
tasting van het zenuwstelsel
gaan de vossen zich vreemd en
soms agressief gedragen, vandaar
de naam van de ziekte. Vanaf het
moment dat het virus in het
speeksel van een vos verschijnt
en de ziekte dus kan worden
overgedragen, leeft de vos nog
maar een paar dagen. In die
korte periode moet elke zieke
vos tenminste een andere vos
besmetten, anders verdwijnt het
virus met de stervende vossen
Het virus te bestrijden door de
vos te bejagen, heeft een ave
rechts effect: de dieren zijn zo
mobiel dat opengevallen plekken
snel weer worden opgevuld door
zwervende jonge vossen, wat de
verspreiding van de ziekte juist
weer in de hand zou kunnen
werken. In streken waar honds
dolheid voorkomt, wordt op
grote schaal lokaas uitgelegd
met een vaccin dat de vossen
immuun maakt voor het virus.
Zieke vossen kunnen dan nog
wel hun (immune) buren besmet
ten, maar die worden niet ziek
en kunnen ook geen andere vos
sen besmetten. Met deze metho
de is intussen vrijwel geheel
West-Europa bevrijd van het
gevaarlijke virus.
de Natuurbescherm
Vogelwet en de Jachtwet. De vos
viel onder de Jachtwet en
behoorde tot het 'overig wild',
een groep dieren, waaronder alle
roofdieren, die tot 1977 nog
'schadelijk wild' genoemd wer
den. Het hele jaar door mocht op
de vos gejaagd worden. Vreemd
genoeg werd er dus tegen vossen
heel anders aangekeken dan
tegen de roofvogels en uilen, die
biologisch gezien precies dezelf
de functie vervullen in de natuur,
maar al lang geleden geheel
beschermd werden.
Gelukkig is dit onderscheid in de
nieuwe Flora- en Faunawet, die
de drie bovengenoemde wetten
vervangt, vervallen.
Onder deze wet is de vos in prin
cipe beschermd. Provincies kun
nen vergunning verlenen voor
afschot, als er sprake is van scha-
Vossenkeute!
De vos als huisdier?
Niet doen
Soms worden jonge vosjes te
koop aangeboden of treft men
één of meer jongen, schijnbaar
verweesd en onbewaakt, in de
natuur aan. De neiging om ze
mee te nemen is dan groot, voor
al ook omdat ze nog geen enkele
angst voor de mens hebben en er
bijzonder 'aaibaar' uitzien. Laat
ze echter altijd met rust. De band
tussen moeder en jong is bij vos
sen uitermate sterk. Zelfs als de
moeder werkelijk dood is, dan
nog is de kans groot dat haar
jongen door andere vossen in de
buurt geadopteerd worden.
Het aantal gevallen waarin een
vos tot een aardig huisdier
opgroeit, is uiterst klein. Een huis
is géén geschikte leefomgeving
voor een vos, omdat hij er zijn
natuurlijke gedrag niet kwijt kan.
de die niet op
kan worden voorkomen.
manier
De vos beschermd?
Er waren in Nederland tot voort
kort drie wetten die direct over
de inheemse flora en fauna gaan:
7 't duumpje 3 - 2002
Vossen komen alleen buiten tot
hun recht. Ze spelen daar een
belangrijke rol in het web van de
onderlinge betrekkingen tussen
planten en dieren, omdat ze de
'kwaliteit' van hun prooidieren
verbeteren: alleen de snelste, of
slimste muizen, fazanten en
konijnen blijven over. En wat is er
nu mooier dan een 'muizende'
vos bij zonsopgang in een
bedauwd landschap? Of een stel
letje ravottende jonge vosjes in
de avondzon?
(Deel 1 is opgenomen in het duumpje 1/2002)