steeds zijn er hier geen nieuwe soorten gemeld, maar dat lijkt een kwestie van tijd. Dwars door Vlaanderen zijn een aantal soor ten nu flink naar het noorden uit aan het breiden. De bramen sprinkhaan rukt door de Scheldevallei op, Antwerpen is inmiddels bereikt. De sikkel sprinkhaan, tot voor kort vooral bekend uit de Ardennen, gaat ineens wel heel hard, ze is Brussel inmiddels gepasseerd en heeft in Nederland nu diverse voorposten gevestigd. Het zuide lijk spitskopje en gouden sprink- Binnen de in onze regio aanwezi ge populaties blijken soms ook flinke verschuivingen plaats te vinden. Soorten als de krasser, de snortikker en de ratelaar gaan sterk vooruit. Daarbij kunnen de verschillende soorten elkaar ook beïnvloeden: Daar waar de kras ser zich sterk uitgebreid heeft, is de kustsprinkhaan bijna steeds weggeconcurreerd. Een prachtige soort om goed in het oog te houden is de blauwe duinsprinkhaan. Wanneer deze soort op de grond zit zien we niets, zo goed is zijn schutkleur. SOORT Zwin Zwin Retran- Grote Sophia Paulina Braak polder chement Gat polder schor man Struiksprinkhaan X X X X Boomsprinkhaan X X X X Spitskopje X X X X X X X Grote groene sabelsprinkhaan X X X X X X Duinsabelsprinkhaan X Greppelsprinkhaan X X X X X X X Huiskrekel X Zeggedoorntje X Zanddoorntje X X X X X X Bruine sprinkhaan X X X X X X X Ratelaar X X X X X X X Snortikker X X Kustsprinkhaan X X X X Krasser X X X X X X X Knopsprietje X X TOTAAL 13 12 9 8 8 6 10 Tabel 1. De soorten in de natuurgebieden haan schuiven door West - Vlaanderen naar het noorden. Een prachtige soort als de gou den sprinkhaan is nog maar slechts een 10-tal kilometers ver wijderd van de grens bij Aardenburg! Worden de Wallen van Aardenburg hier hun eerste bolwerk? Natuurlijk zouden we deze schitterende dieren verwel komen. Toch moeten we de eufo rie over de toename van de zui delijke soorten een beetje tem peren. Vaak gaat het immers om minder kritische soorten en een paar koudere jaren zal vanzelf sprekend weer een terugslag geven. Daarbij is de toename van deze soorten niet een gevolg van het beter worden van het milieu, eerder het tegendeel. Pas als ze voor onze voeten opvliegt laat ze haar fel blauwe achtervleugels zien. Ze is aanwe zig in de Zeeuwse duingebieden behalve in Zeeuws-Vlaanderen. Maar ze bewoont wel de duin strook van het Belgische deel van Het Zwin. Wanneer ze in staat zou zijn om de geul over te ste ken kan ze van daaruit de duin strook van Zeeuws-Vlaanderen veroveren. Wie weet wat de sprinkhanenfauna in de nabije toekomst allemaal nog voor ver rassingen voor ons in petto heeft! Welke soorten in welke gebieden? Door de medewerkers aan het Project Insect (insecteninventari saties uitgevoerd door Stichting het Zeeuwse Landschap) worden in verschillende terreinen ook sprinkhanen geïnventariseerd. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de sprinkhanen en krekels van een aantal belangrij ke natuurgebieden. De genoem de natuurgebieden zijn achter eenvolgens: Het gehele Zwin complex inclusief Kievittepolder, Verdronken Zwarte Polder, Groote Gat en Sophiapolder bij Oostburg, Paulinaschor en de Westgeul in Braakman-Noord. De soorten in de natuurge bieden (zie tabel 1) De grootste soortenrijkdom is aangetroffen in de duinen van Het Zwin en de Verdronken Zwarte Polder. Om precies te zijn, op plaatsen waar het duinstru weel overgaat in een meer open en grazige duinvegetatie. Op zulke plaatsen zijn zowel soorten van het duinstruweel, zoals de Boom-, de struik- en de grote groene sabel-sprinkhaan, als de graslandsoorten door elkaar aan wezig. Heel aardig is om te zien hoe de soortenverdeling over de kwelders is. Wanneer je bijvoor beeld vanaf de Zeedijk Paulina schor inloopt. Langs de randen van de dijk en op de drogere en zoete stuifduintjes vind je alle in de tabel genoemde soorten. Wanneer de ondergrond echter drassig en zilt begint te worden, blijft alleen het Spitskopje over. De in de tabel genoemde veld- sprinkhanen gaan allemaal graag eens op de grond zitten. Kennelijk prefereren ze daarbij steeds een droge en warmere bodem. Bedreigingen Als een slecht vliegend insect wordt de rechtvleugelige vooral getroffen door versnippering van het landschap en de toename van het verkeer. Daarnaast speelt vermesting ook een belangrijke negatieve rol. Dit wordt veroor zaakt door het gegeven dat de dieren hun eieren op de grond of laag in de vegetatie leggen. Die eieren hebben zonlicht nodig voor de ontwikkeling. Een al te ruige begroeiing, veroorzaakt door een te voedselrijke bodem, neemt echter het noodzakelijk 7 7 't duumpje 1 -2003

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2003 | | pagina 11