Pijlstaartvlinders
Ook de vlinderwerkgroep heeft het
afgelopen zomerseizoen niet stilge
zeten. Ditmaal een artikel over de
gedurende het seizoen waargeno
men pijlstaartvlinders.
2003, een zomer met veel
kolibrievlinders.
Het aantal meldingen van de
kolibrievlinder is dit jaar groot.
Daarnaast is ook de verblijfsduur
opvallend langer dan in voor
gaande jaren. Vaak lieten de vlin
ders zich meerdere dagen na
elkaar zien. Werden er vorig jaar
niet meer dan twee tegelijk
gezien, dit jaar is er een melding
van wel vijf exemplaren tegelij
kertijd en wel bij de Kapitalen
Dam, verder vier tegelijk in Heille
en Retranchement. Het totale
aantal gemelde vlinders in West-
Zeeuws-Vlaanderen bedraagt tot
nu toe 40 stuks: meldingen
afkomstig uit het hele gebied
van Biervliet tot St. Anna ter
Muiden en van Breskens tot St.
Kruis.
De kolibrievlinder
Deze vlinder, latijnse benaming
Macroglossum stellatarum, is een
trekvlinder die niet in Nederland
overwintert. Het is een zoge
noemde dagactieve nachtvlinder
die behoort tot de familie van de
pijlstaarten (Sphingidae). De vlin
der kan worden waargenomen
van april tot oktober. De rups
leeft op meerdere soorten wal-
stro en kwam vroeger in onze
streken vooral op meekrap voor.
Aan deze waardplant-]) heeft hij
de naam "meekrapvlinder" te
danken. Nog een andere naam
voor dezelfde vlinder is: onrust.
Dit slaat op de wijze van voedsel
vergaren. In tegenstelling tot een
"normale" vlinder zit hij niet op
een bloem, maar blijft ervoor
hangen. Met de lange tong
Anna Almekinders
wordt dan het voedsel vergaard,
zich vliegensvlug verplaatsend
van de ene bloem naar de ande
re, fotografen tot wanhoop
brengend. Dit gedrag lijkt erg op
dat van een kolibrie, vandaar dan
weer de naam kolibrievlinder.
Planten die grote voorkeur heb
ben bij de vlinder om nectar uit
te halen zijn rode valeriaan, vlin
derstruik, lavendel en petunia.
De rups wordt maar een enkele
keer gezien. Ze verpoppen in de
grond, maar overleven de
Nederlandse winters niet.
Waarnemingen van andere
pijlstaarten.
Ook van andere soorten pijl
staartvlinders zijn relatief veel
meldingen binnengekomen,
zowel van het vlinder- als het
rupsstadium.
Groot avondrood Deilephila elpe-
nor (St. Kruis), ligusterpijlstaart
Sphinx ligustri als vlinder (2x) en
eenmaal als rups (St. Kruis,
Retranchement en Aardenburg),
10 windepijlstaarten Agrius con-
vulvi (Breskens en Oostburg),
lindepijlstaart Mimas tiliae
(Retranchement), populierenpijl
staart Laothoe populi rups
(Retranchement) en meerdere
vlinders (St. Kruis) en een rups
van de doodshoofdvlinder
Acherontia atropos (Cadzand).
De meeste pijlstaarten dragen de
naam van de waardplant waarop
de rupsen leven. De rupsen leve
ren daarbij ook nog de naam
"pijlstaart", naar het puntige uit
steeksel op het achterlijf van de
rups. Avondrood, kolibrievlinder
De rups van de ligusterpijlstaart Sphinx ligustri
neemt bij gevaar de houding van een sfinx aai
en doodshoofdvlinder zijn zo bij
zonder dat ze een "eigen" naam
hebben gekregen.
Waardplanten voor groot avond
rood zijn o.m. wilgenroosje en
fuchsia; voor de doodshoofdvlin
der aardappel of een ander lid
van de nachtschadefamilie. Bij de
overige vlinders zegt de naam
het al. Nectarplanten die in trek
zijn bij groot avondrood zijn
kamperfoelie en rododendron en
de windepijlstaart vliegt op kam
perfoelie en siertabak. De vlin
ders van de lindepijlstaart en
populierenpijlstaart zijn niet in
staat om voedsel op te nemen en
bezoeken dus geen bloemen.
Ook de doodshoofdvlinder is
nooit op bloemen te zien.
Behoefte om te eten is er kenne
lijk wel, daar hij vaak in bijenkas
ten wordt gevonden.
Doodshoofdvlinder en windepijl
staart zijn trekvlinders. De pop
pen kunnen hier niet overleven.
De overige pijlstaarten zijn
inheems. De poppen overwinte
ren in de grond, zoals bij de
ligusterpijlstaart voorkomt, soms
wel twee winters achtereen.
Literatuur:
Vlinders 2002 nr. 3 (p. 16); Jan
Matheeuwsen Avondrood.
Bernard Skinner: Moths of the British
Isles; Nederlandse bewerking april 2002
1) een waardplant is een plant die dient
als gastheer voor een vlinder.
13 't duumpje 3-2003