1994 Kats
1995 Stavenisse
1991 Goese Sas
2002 Willem-Anna polder
Borssele
je niet heel Nederland vol zetten
met windturbines (daarom wordt
druk gekeken naar plaatsing op
zee) en zij zullen dan ook nooit
in de volledige elektriciteitsbe
hoefte kunnen voorzien.
Maximaal zou dat kunnen oplo
pen tot 20%.1) (In Denemarken is
dat nu al 17% en in de Spaanse
provincie Navarra zelfs 22%). Het
feit dat windturbines in aanschaf
duurder zijn per kW dan een
conventionele elektrische centra
le is natuurlijk geen argument
om ze dan maar niet toe te pas
sen. Waar het om gaat, is of ze
rendabel te exploiteren zijn. Als
dat zo is leveren ze niet alleen
geld op, maar hoeft de ontlas
ting van het milieu ook niets
extra's te kosten.
Hieronder zullen we nader
ingaan op het economische
rendement van een windturbi
ne. In een volgend artikel komt
de milieubalans aan de orde.
Daarbij wordt gekeken hoe
lang het duurt voor de energie,
nodig voor het fabriceren,
installeren en later weer afbre
ken en verwerken van een tur
bine door die zelfde turbine
weer is opgewekt. Wanneer
dat langer duurt dan zijn
levensduur moet je je serieus
afvragen of je wel goed bezig
bent.
Het economische rendement
van windturbines
Dit artikel wordt te lang wanneer
we hier de volledige exploitatie
rekening van alle door Zeeuwind
geëxploiteerde windturbines
opnemen. De belangrijkste pun
ten daarvan verschenen al eerder
in Zeeuwind-Nieuws en het com
plete overzicht vindt u in de jaar
rekening. Om toch een indruk te
krijgen van het rendement zullen
we hier eens kijken naar twee
aspecten: de terugverdientijd van
een windturbine en de kosten
voor het opwekken van 1 kWh
energie.
Terugverdientijd wind
turbine
De gemiddelde investeringskos
ten van zo'n turbine bedragen
voor Zeeuwind 655 per kW
(berekend over de laatste 6 geïn
stalleerde parken, bestaande uit
kosten voor aanschaf turbine,
fundering, installatie, bouwwe-
gen, netinpassing, bouwbegelei-
ding, bouwrente en overige kos
ten, verminderd met subsidies).
De productiefactor (zie kader)
voor Zeeuwind-turbines bedraagt
enkele procenten meer dan het
landelijk gemiddelde, namelijk
bijna 26%. Een turbine van 660
kW, die volgens deze berekening
een investering vraagt van
432.300, levert dus per jaar 8760
x 660 x 26% 1.503.216 kWh. Bij
een gemiddelde vergoeding van
7 eurocent per kWh levert dit
een bedrag op van 105.225.
Dat komt neer op een terugver
dientijd van 4 jaar. Aangezien
gebleken is dat zo'n turbine in
elk geval 15 jaar meekan is dat
dus een zeer zinvolle investering.
In werkelijkheid zijn er natuurlijk
meer kosten dan alleen de kos
ten van aanschaf en plaatsing.
Zo zijn er rentelasten, personeels
kosten, er moet onderhoud wor
den gepleegd, er zijn kosten voor
verzekeringen, pachtgelden, enz.
Daarom zal de werkelijke terug
verdientijd langer zijn.
Productiekosten per kWh
Een andere manier om naar het
rendement van een windturbine
te kijken, is te bepalen wat het
opwekken van 1 kWh kost. Als
voorbeeld kijken we naar de jaar
rekening van Zeeuwind over het
jaar 2001In dat jaar bedroegen
de kosten (waaronder investe
ringskosten, rente (ook aan
Zeeuwindleden), afschrijvingen,
onderhoud, verzekering, grond-
huur en bureaukosten), vermin
derd met de baten (exclusief de
stroomopbrengsten) 842.720.
In datzelfde jaar werd 15.093
MWh aan elektriciteit opgewekt.
Delen we deze bedragen op
elkaar, dan blijkt het opwekken
van 1 kWh 5,6 eurocent te heb
ben gekost. Bij een gemiddeld
teruglevertarief van 7 eurocent
blijkt een economische exploita
tie dus goed mogelijk.
Literatuur:
1) Jos Beurskens (ECN) en Gijs van Kuik
(TU Delft): 'Alles in de wind, vragen en
antwoorden over windenergie voorlich
tingsboekje.
2) Bron: KEMA.
Productiefactor
De energie die door een windtur
bine per jaar kan worden gele
verd hangt af van diverse facto
ren. De belangrijkste zijn het
door de fabrikant opgegeven
maximale vermogen van de tur
bine en het windaanbod. Het
windaanbod hangt vooral af van
de locatie van de turbine: aan de
kust of in het binnenland. Tussen
het maximale vermogen en de
jaaropbrengst is geen vast ver
band. Van twee even grote turbi
nes op dezelfde locatie kan de
ene turbine een beter rendement
hebben dan de andere, of min
der stilstaan als gevolg van sto
ringen of onderhoud. Om een
indruk te krijgen van het totale
rendement van een windturbine,
waarin al deze factoren zijn ver
werkt, hanteren we het begrip
productiefactor. Gesteld wordt
dat de productiefactor 100% is
wanneer een turbine een heel
jaar lang 24 uur per dag 8760
uur) zijn maximale vermogen
levert. In werkelijkheid kan die
waarde natuurlijk nooit gehaald
worden. Zo produceerden de 27
windparken in Zeeland (129 tur
bines met een totaal vermogen
van 46.800 kW) in 2001 (een zeer
matig windjaar) 83.186 MWh 2)
Dat betekent een productiefactor
van 20,3%. Aardig detail voor
Zeeuwind-leden: kijken we alleen
naar de 9 windparken van
Zeeuwind (20 turbines met een
totaal vermogen van 6.640 kW),
die in datzelfde jaar 15.093 MWh
leverden, dan haalden die een
produktiefactor van maar liefst
26
7 't duumpje 3-2003