Zwaluwen in de herfst: gek op hoge gebouwen Beschrijving en (mogelijke) verklaring van een natuurverschijnsel. Een lid van de vogelwerkgroep ver wondert zich al jarenlang over een verschijnsel, waarvoor hij nu een verklaring denkt te hebben gevon den. In Noord- en West-Europa wordt tegenwoordig heel veel aan vogels kijken gedaan. Voor velen blijft dit beperkt tot het opspo ren en tellen van zoveel mogelijk min of meer zeldzame soorten. Er is echter nog veel te ontdek ken met betrekking tot het gedrag van meer gewone soor ten, zoals bijvoorbeeld ten aan zien van de boeren- en huiszwa luw. Een extra voordeel is dat je dit type soorten nog steeds rela tief gemakkelijk kunt observeren. Hoewel dit misschien voor vooral de huiszwaluw steeds minder opgaat. Het typische gedrag van deze zwaluwsoorten, dat door mij regelmatig in de herfst op ver schillende plekken is waargeno men, lijkt mij interessant genoeg om er - voorzover althans nodig - een grotere bekendheid aan te geven. Dit ook niet in de laatste plaats voor die specialisten (de fenologen zoals zij wel worden genoemd) die geïnteresseerd zijn in de eerste en laatste waarne mingen van een soort in een jaar. Zover ik weet, is het merkwaar dig gedrag waarover ik hier ver slag uitbreng niet eerder in de literatuur beschreven. In ieder geval kon dit verhaal vogelaars er toe brengen om dit verschijnsel nader te bestuderen en verder te verklaren. Wij hebben het hier over dat typische gedrag van die huiszwa luw. Misschien heb je het gezien, zonder het echt opmerkelijk te vinden. Gedurende relatief sta biel weer, meestal bij een voor de tijd van het jaar relatief hoge Rob ieltes temperatuur, cirkelen en jagen kleinere of grotere aantallen zwaluwen rondom diverse soor ten hoge gebouwen. Het gaat hier om watertorens, kerktorens, flatgebouwen, grote kantoren, (oud-)gemeentehuizen en derge lijke. Sinds 1976 is dit verschijnsel door mij waargenomen. Dit voor namelijk in de Haags - Delftse regio, de streek waar ik lang gewoond en gewerkt heb. Het ging hierbij nagenoeg altijd om waarnemingen laat in de zomer en in de herfst. Zo ongeveer vanaf midden augustus tot mid den oktober. Aanvankelijk zag ik dat vooral boerenzwaluwen dit soort gedrag vertonen, later - toen ik hier veel meer op ging letten en verhuisd was naar het nog tamelijk landelijke Zeeuws- Vlaanderen (vanaf 1996) - betrof het ook waarnemingen van der gelijk gedrag bij huiszwaluwen. De reden voor het ten aanzien van de huiszwaluw vermelde kan er ook een van trieste aard zijn. Vooral huiszwaluwen worden steeds schaarser in het westelijk deel van ons land, met name in de Randstad. Het is mij overigens opgevallen, dat groepen gierzwaluwen - echte luchtacrobaten - ook graag om kerktorens cirkelen. In dit geval gaat het om waarnemin gen in de maand september in Zeeland. Ik realiseer mij hierbij wel, dat de gierzwaluw geen naaste familie is van huis- en boerenzwaluw. Vanwege de gelijkenis in gedrag ("convergen te evolutie") lijkt het mij toege staan om in deze gevallen verge lijkingen te trekken. De verklaring van het boven beschreven gedrag lijkt mij de volgende. Hoge gebouwen wor den van binnenuit kunstmatig door de mens verwarmd. En, als de zon schijnt ook van buitenaf. Dit zal luchtstromen veroorzaken die langs zo'n gebouw omhoog trekken. Deze stromingen trek ken - vrijwillig of onvrijwillig - insecten mee. (Ook) insecten houden van warmte, ze voelen zich dan lekker en worden door dergelijke situaties aangetrok ken. Als je er met aandacht naar kijkt kan je inderdaad insecten van diverse aard om en op de gebouwen waarnemen. Dit dan gedurende de juiste weerscondi- ties: ik heb zelfs libellen waarge nomen, waarschijnlijk op jacht naar andere insecten. Het zou kunnen zijn, dat insecten in deze periode van het jaar zo veel energie verzamelen voor trek en overwintering. De zo gevormde concentraties "lucht plankton" vormen een welkome prooi voor zwaluwen. Zwaluwen lijken te genieten van dit soort situaties. Het is mij niet bekend of de boomvalk bijvoorbeeld ook op een voedselbron als deze afkomt. Een onderwerp voor onderzoek misschien, maar dan wel in gebieden waar er nog boomval ken zijn. Eik jaar bekijk ik dit typische gedrag met veel plezier en belangstelling. Ik denk, dat dit soort waarnemingen een extra dimensie aan het vogelen geeft. Zonder dure en verre reizen kun nen we vlak bij huis interessante en soms nog onbekende waarne mingen doen. Die dan vragen om een uitleg. Als we maar vaak genoeg buiten zijn, en er alert op zijn, dan denk ik dat nog veel meer aardigs dan tot dusver kan worden gezien en dat dit ons plezier kan geven! Rob Jeltes, Voorstraat 9, 4503 BH Groede Tel.: 0117-372450 5 't duumpje 3-2003

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2003 | | pagina 5