Vogeltrek te Breskens in 2003: een bondig verslag. Voorjaarstrek bij Breskens jaarverslagen 2000 ,ublicatie nr. 5 ^,9r0t,S«enn^2002 Februari In februari is de trek doorgaans vrij gering. Toch passeerden vanaf medio februari al hoge aantallen trekvogels de post. Met name grauwe gans (3000), hout duif (10700), grote lijster (645), kievit (14900), goudplevier (2400), veldleeuwerik (5000), Pieter Beeke en Thomas Luiten Het jaar zit er weer op en onze trek- tellers van telpost Nieuwe Sluis heb ben een verslag voor u gemaakt van de hoogtepunten uit 2003. De bezoekers van de Duumpjesavond hebben al een voorproefje gehad, maar het leek ons goed ook de afwezigen te informeren. kauw (7000), spreeuw (8900) en sijs (580) waren goed vertegen woordigd. Opvallende trek vond plaats op de 21e toen er dagre cords werden verbroken van kol- gans (8300) en kleine rietgans (1700). Verder werden deze maand ook schaarse soorten gezien, zoals 14 pestvogels, vier bonte kraaien, 21 ooievaars, een kuifleeuwerik, twee grauwe gor zen, een boomklever en een velduil. Maart In de maand maart werden 1900 aalscholvers, 7800 kieviten, 800 kluten, 1200 bonte strandlopers, 800 grutto's, 5600 houtduiven, 9400 graspiepers, 2800 witte kwikstaarten, 8000 kauwen, 106000 spreeuwen, 2400 vinken, 3000 kneuen en 4700 rietgorzen geteld. Daarnaast werd een reeks aan schaarse soorten waargeno men, waaronder 10 ooievaars, 12 zomertalingen, 20 kraanvogels, zes slechtvalken, twee bokjes, drie velduilen, een kuifleeuwerik, twee buidelmezen, zeven Europese kanaries en vier grauwe gorzen. April Dankzij het gunstige weer en overheersende oostenwinden bleek april een goede trek- maand. Het doortrekpatroon van veel soorten bereikte zijn piek in april, zoals lepelaar (185), blauwe reiger (307), bergeend (640), bruine kiekendief (325), sperwer (207), regenwulp (2900), tureluur (2200), witgatje (297), zwartkop meeuw (640), gierzwaluw (13700, waarvan 12100 op de 28e), boe renzwaluw (12400), oeverzwaluw (1400), boompieper (1300), beflijster (176), zanglijster (4480) en kneu (4900). Onbetwist hoog tepunt van april was de sterke doortrek van graspiepers medio deze maand. Met ruim 922000 exemplaren (waarvan 381000 op de 15e) was deze soort extreem talrijk deze maand in vergelijking met voorgaande jaren. Dit is te wijten aan een samenloop van weersomstandigheden: optimaal trekweer, een stuwende oosten wind en dé doortrektijd van deze soort. Behalve de 15e werden ook uitzonderlijke aantallen geteld op de 16e (183000) en de 18e (174000). Spectaculair waren de waarnemingen van een kleine burgemeester op de 14e, een roodstuitzwaluw op de 15e, een steppekiekendief op de 21e en twee graszangers op de 24e. De 'oogst' bestond verder uit vier grote zilverreigers, 47 purperrei gers, zes ooievaars, een rode wouw en zeven zwarte wouwen, 37 blauwe kiekendieven, negen grauwe kiekendieven, acht lach- sterns, zes reuzensterns, 11 veld uilen, een kuifleeuwerik, een grote pieper, vier duinpiepers, drie roodkeelpiepers, 11 Europese kanaries en drie ortola- Mei Ondanks het feit dat mei een aardige reeks leuke waarnemin gen opleverde, viel deze maand wat tegen door het vrijwel ont- 8 't duumpje 3-2003

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2003 | | pagina 8