Hoe rendabel is wind energie? 2 In het vorige Duumpje, trof u een artikel aan, overgenomen uit het blad van Zeeuwind, waarin aan dacht werd besteed aan het econo misch rendement van windturbines. In dit vervolg gaat de schrijver nader in op de milieubalans: hoe lang duurt het tot de hoeveelheid energie, nodig om een windturbine te fabriceren, te plaatsen en later weer af te breken, door diezelfde turbine weer is opgewekt? De milieubalans Trots wordt steeds vermeld dat windenergie volledig 'groen' is. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat voor het fabriceren, plaatsen, later weer afbreken en verwerken van windturbines ook energie nodig is. De milieubalans slaat dus pas om nadat die hoe veelheid door zijn eigen produc tie is bespaard ten opzichte van opwekking in een conventionele centrale. Hoe lang duurt die periode? Een goed antwoord op die vraag is niet eenvoudig te geven, omdat zeer veel factoren een rol spelen en niet van elk detail de kosten bekend zijn. Dat was voor de Duitse windmolenfabrikant Enercon aanleiding de student E. Pick van de Universiteit Essen uit te nodigen hieraan zijn afstu deerwerk te wijden. Deze stu dent is daarbij zeer grondig te werk gegaan. Zijn verslag, waarin alle details zijn beschreven, telt maar liefst 62 pagina's*. Een ver korte (en makkelijker te lezen) Dick de Korte versie is enige tijd geleden opge nomen in het huisblad van Enercon**. Dit artikel is geba seerd op beide publicaties. Het onderzoek De eerste stap van het onderzoek was het bepalen van de gebruik te materialen voor de bouw van een turbine (staal, aluminium, kunststoffen, enz). In een volgen de stap is bekeken hoeveel ener gie nodig is voor het fabriceren van een turbine, inclusief het produceren van de gebruikte materialen uit hun grondstoffen. Daarbij is ook rekening gehou den met de benodigde energie voor hulpapparatuur en trans portmiddelen, zoals elektrisch gereedschap en heftrucks. Vervolgens is gekeken naar het stroomverbruik voor het besturen en regelen van een turbine en naar de energie voor de vervaar diging van de noodzakelijke slij- tagedelen. Tot slot is de energie bepaald die moet worden opgebracht om de turbine te kunnen afbreken en af te voeren. Daarbij zijn weer afge trokken de opbrengsten die wor den verkregen door hergebruik van materialen. Het zal duidelijk zijn dat met zo'n uitgebreid onderzoek veel tijd was gemoeid. Het is uitge voerd bij twee turbines uit het Enerconprogramma: de E-40 van 500 kW en de E-66 van 1,5 MW. Beide turbines zijn van het 'direct drive'-type, dat wil zeggen dat zij gebruik maken van een grote ringgenerator die direct aan de Amortisatietijden en ouystfacioren van fc-40 en E-b6 windturbines van Enercon op verschillende locaties Turbtnetype, naalhouyte en luuatie E-40, 44m aan kust E-40. 55m aan kust E-40,55m bij kust E-40, 55m E-40,65m bi] kust binnenland E-66, 67m aan kust E-66. t>7m E-ii bij kust binn Windsnelheid op naafhoogte [m/sj 6,87 7,10 6,33 5,64 5,91 ,32 6,58 Jaarenergieopbrengst netto [kWh/j) 1.296.985 1.366.132 1.060.645 800.439 881.972 4.072.018 3.193.185 2 Bespaarde primaire energie [kWh/j] 3.846.856 4.051.947 3.145.872 2.374.101 2.615.930 12.077.605 9.470.986 1 Cumulatieve maak- energie [kWh] 1.096.801 1.221.358 1.198.271 1.206.190 1.383.803 3.780.909 3.765.209 3 Amortisatietijd [maanden] 3,3 3,5 4,5 6,0 6,2 3,7 4,7 Oogstfactor 70 66 53 39 38 64 50 Oorsprong groene stroom 1992 Westkapelle 6 't duumpje 3-2003

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2003 | | pagina 6