De steenuil in Zeeuws-Vlaanderen doorgelicht Alex de Smet De steenuil, een bijzonder kenmer kend uiltje voor onze regio, wordt al jaren gemonitord. Recent zijn de resultaten van deze inventarisaties gepubliceerd in een rapport, en Alex de Smet geeft hieronder een samen vatting voor u. Aanleiding In het voorjaar van 2001 is door leden van natuurbeschermings vereniging 't Duumpje een onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van de steenuil in West-Zeeuws-Vlaanderen. De aanleiding hiertoe was o.a. dat volgens Vogelbescherming Nederland het aantal steenuilen in Nederland in de periode 1960- 1992 van 20.000-28.000 paar naar circa 7000 broedparen was afge nomen. Volgens Vogelbescher ming is deze afname een gevolg van de vernietiging en aantasting van het leefgebied van de steen uil, de vermindering van nestge legenheid, de verslechtering van de voedselsituatie, de toename van de verkeersintensiteit en in mindere mate vergiftiging als gevolg van bestrijdingsmiddelen. In navolging van het door 't Duumpje uitgevoerde onderzoek is er in 2003 door natuurbescher mingsvereniging de Steitkluut eveneens een onderzoek uitge voerd naar het voorkomen van de steenuil in Oost-Zeeuws- Vlaanderen. De steenuil Alvorens in te gaan op de resul taten van het onderzoek staan we even stil te staan bij de steen uil. Hoe ziet hij eruit, hoe leeft hij, wat eet hij en waar kunnen we hem tegenkomen. De steenuil is met een vleugelspanwijdte van 54-58 cm en een grootte van 21- 23 cm het kleinste in ons land als broedvogel voorkomend uiltje. Zijn grote gele heldere ogen en enigszins afgeplatte kop geven hem een fel en streng uiterlijk en roept bij vele mensen mystieke gevoelens op. Zijn verenkleed is vaal grijsbruingestreept. Zijn vlucht is golvend. Overdag houdt hij zich op in o.a. holten van oude knoestige bomen zoals knotbomen en oude fruitbomen, schuren en konijnenholen. Bij stralend weer houdt hij ervan om zittend op een tak of de nok van een schuur te genieten van een warm middagzonnetje. Vanaf januari kunnen we de territori- umroep van de steenuil waarne men. Hierbij worden verschillen de geluiden geproduceerd, varië rend van een blaffend "weho" tot een schel en enigszins kla gend "kjieuw". De steenuil is een standvogel. Dit houdt in dat hij het hele jaar door aanwezig is. Van enig trek- gedrag is dan ook geen sprake. Nadat het territorium is afgeba kend, vindt vanaf eind maart tot half april de eileg plaats. De leg- selgrootte varieert van 1 tot 6 eieren. Half tot eind mei worden de eerste jongen geboren die vervolgens na ongeveer 5 weken het nest verlaten. In de loop van het jaar worden de jongen, nadat deze zelfstandig zijn, uit het territorium verjaagd. Voor de jongen het begin van een nieuw avontuur en hopelijk het ont staan van een nieuw steenuilter ritorium. In afwijking van andere uilen bestaat het voedsel van de steenuil overwegend uit insecten zoals wormen en kevers. Bij afwezigheid hiervan worden er muizen, mollen en vogels gege ten. Het jachtgebied van een paartje beslaat een oppervlakte van circa 0,5 km2, wat in vergelij king met het territorium van andere roofvogels als klein kan aangemerkt worden. Figuur 2.: ligging steenuilterritoria 10 't duumpje 2-2004

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2004 | | pagina 10