*r Korte berichten Vlinderberichten De eerste vlinders die we in het voorjaar zien zijn de soorten die als vlinder overwinteren. Als het mooi weer is, komen ze uit hun schuilplaats te voorschijn. We hebben het dan over dagpauw oog, kleine vos, gehakkelde aure lia en citroenvlinder. In het vorige Duumpje stond een oproep om de citroenvlinder te melden. Daarop zijn verscheidene reacties gekomen: Op 30 maart in Oostburg (Monique Philipse); 31 maart 3 exemplaren op De Plate (Henk Bondewel); 12 april in Biervliet (Eric Marteijn) en St. Kruis bij kerk en Heirweg (Henk Bondewel) en 16 april in de Zwarte Polder (Marjolein van Viegen). Van de andere overwinteraars kwamen de volgende meldingen binnen: dagpauwoog: 11 maart in Retranchement (Anna Almekinders); 17 maart Oostburg (Marianne Philipse); 31 maart op De Plate 2 exemplaren (Henk Bondewel); 16 april Oostburg (Henk Bondewel). kleine vos: 16 maart Retranchement (Anna Almekinders); 28 maart De Plate (Henk Bondewel). gehakkelde aurelia: 16 maart in Oostburg (Henk Bondewel); 17 maart elders in Oostburg (Marjon Stokkerman). Een maand later, op 16 april was er een in Retranchement (Anna Almekinders). Half februari bij mooi (vroeg) lenteweer zijn al dagpauwogen gezien. Deze vlinders zijn echter niet gemeld. Het is ook niet bekend wie wat waar heeft gezien. Jammer. Soorten als pop overwinterend De soorten die de winter in het popstadium overbruggen, heb ben wat meer tijd nodig. Zo zagen we dit jaar rond half maart de eerste witjes verschij nen. Deze vlinders worden niet snel gemeld, waarschijnlijk omdat het om een erg algemene soort gaat. Een bijkomende moeilijkheid is dat het niet altijd duidelijk is of het een groot kool witje, een klein koolwitje of een klein geaderd witje betreft. In de vlucht is dat niet zo makkelijk te zien. Wel goed herkenbaar is het mannetje van het oranjetipje. Dit werd 17 maart gezien aan de Grotendam in Oostburg (Marjon Stokkerman). Een boomblauwtje werd rond half april gezien in Oostburg (Anton Bun). Van de vlindersoorten die over winteren in het rupsstadium is tot nu een kleine vuurvlinder gezien en wel 23 april te Retranchement (Anna Almekinders). Trekvlinders. De eerste atalanta is gezien op 17 maart te Oostburg (Marianne Philipse) en op 16 april in Aardenburg (Jan Janssens) en Retranchement (Hans van Kuijk). De atalanta is een trekvlinder die overwintert in Zuid-Europa. Er zijn ieder jaar weer vlinders die erg vroeg zijn, wat betekent dat de atalanta ook wel in Nederland overwintert. Dan nog een dagactieve nacht vlinder, ook een trekvlinder, de kolibrievlinder. Hiervan is er een gezien in Retranchement op 31 maart (Awie de Zwart). Tot slot. Tijdens de dia-avond van 12 december 2003 kwam een sloot ter sprake. In de bermen van deze sloot stonden veel brandne tels met daarop heel wat rupsen van de dagpauwoog. Er werd gemaaid met een maaibalk en een tijd later nog eens. Als finale maaide het waterschap de sloot leeg. Een erg korte vegetatie was alles wat overbleef. We waren dan ook erg benieuwd naar de gevolgen. Die lijken erg mee te vallen. 31 maart liet zich hier al een dagpauwoog zien en bij de telling op 16 april werden zelfs 4 dagpauwogen en 1 kleine vos geteld. Dat is relatief veel voor deze tijd van het jaar. Anna Almekinders. Nachtvlinderavontuur. Donderdagavond 22 april beslo ten we eens te zien of er al wat was te beleven op het gebied van nachtvlinders. Om halftien waren we op De Plaete, waar we onze spullen voor het lokken van nachtvlin ders gereed zetten. Onderweg hadden we in het licht van de lantaarns al gezien dat er niet veel nachtvlinders vlogen, maar vol goede moed begonnen we aan onze missie. Na ongeveer een uur te hebben gewacht en Henk zijn nieuwe boeken te heb ben bekeken, hadden we nog geen vlinder op het laken gehad. We besloten nog een half uurtje te wachten en er dan maar mee te stoppen. Maar het is net als met vissen: tegen de tijd dat je naar huis wil gaan, beginnen ze te bijten. Zo ook met nachtvlin ders, want toen we weer naar buiten gingen om de boel op te ruimen, zat er een vlinder op het laken. Met deze vlinder in een potje liepen we naar binnen om hem op naam te brengen, toen Henk uit zijn ooghoek weer wat zag fladderen. Dit 'iets' bleek de gehele avond goed te maken, want we hadden hier een Kleine Nachtpauwoog (een vrouwtje): een prachtige nachtvlinder die we in voorgaande jaren op deze plaats nog niet eerder hadden gevangen. Het bijzondere van deze vlinder is (volgens de deter- minatiegidsen) dat het vrouwtje 's nachts vliegt en het mannetje overdag actief is. Verder hebben deze vlinders een zeer kort leven: het mannetje sterft na de bevruchting en het vrouwtje geeft de geest kort na de eiaf zet. Verder hebben ze geen rol- tong, dus ze kunnen niet eten. Later vingen we nog twee vlin- 7 8 't duumpje 2-2004

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2004 | | pagina 18