Een visser verhaalt... Piet Jansen Bij het schoonmaken van mijn netten heb ik eigenlijk alleen maar last van krabben, en let ik er niet zo op. Maar de laatste keer in april viel me op dat er behalve pokken op het schild ook nog wat anders zat, namelijk de Japanse oester. Bekend is dat die in de Oosterschelde voor een plaag zorgen. Ook in de Westerschelde komen ze al lang voor. Het Zwin en het Killetje waren de oudste vindplaatsen. Op krabben waren ze mij nog nooit opge vallen. Om begroeid te raken met pokken, en zeker met oesters, moet die krab er wel lang over doen om te vervellen. En dat gegeven leidde tot de volgende vaststelling: alle krabben die ik aantrof met oesters (4 op een stuk of 25) hadden last van de parasiet "het krabbezakje" in vis serslatijn: Sacculina carcini. Deze parasiet groeit als dra den door de hele krab heen, en is aan de buitenkant te herkennen als een zakje. Het verschil met eitjes, die bij een vrouwtjeskrab op dezelfde plaats groeien, is overduidelijk. Op de noordzeekrab (hoofdkrab) heb ik nooit een krabbe zakje aangetroffen, maar wel oesters 8 't duumpje 2-2004

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2004 | | pagina 8