't Aogepuut-
"•l.V
Jan Janssens
Op 2 juni 2004 werd in Aardenburg
een symposium gehouden over de
boomkikker of op z'n Zeeuws-
Vlaams 'd'aogepuut'. Er werd
gesproken en onthuld, gekeken en
geluisterd en tenslotte werd door
tien deelnemende organisaties en
instanties een convenant onderte
kend, dat de toekomst van de
boomkikker in West-Zeeuws-
Vlaanderen veilig moet stellen...
Tot in de jaren vijftig was de
boomkikker een vrij algemene
verschijning in de Nederlandse
moerasgebieden, in beek- en
rivierdalen en kleinschalige cul
tuurlandschappen op zandgron
den. Sinds die tijd is de boomkik
ker in Nederland met 80% afge
nomen. Er zijn nog enkele bol
werken in de Achterhoek,
Twente, enkele kleine gebiedjes
in Noord-Brabant, Limburg,
Drenthe en natuurlijk West-
Zeeuws-Vlaanderen.
Van die laatste is Aardenburg er
één, maar tegelijk ook de meest
bedreigde. In de andere twee,
Retranchement en de
Kievittepolder, leven niet alleen
grotere populaties; ze liggen ook
vlak bij elkaar in de buurt, dus de
kans op uitwisseling is groter,
zeker na het inrichten van de
Willem Leopoldpolder ten noor
den van Retranchement, waar dit
jaar voor het eerst roepende
mannetjes zijn gehoord. Met
andere woorden: de kikkers van
Retranchement zoeken het
inmiddels al buiten de deur en
dat is hoopvol.
Voor Aardenburg is het binnen
een aantal jaren afgelopen als er
geen maatregelen worden geno
men. De kritische benedengrens
van zo'n tweehonderd kikkers
komt gevaarlijk dichtbij.
Over de hele wereld leven zo'n
150 tot 200 soorten boomkikkers.
Daarvan komt er in Nederland
slechts één soort voor. En die
wordt nu juist bedreigd.
Eerst een excursie
Het programma begint met een
wandeling langs de leefgebieden
in de directe omgeving van
Aardenburg. Bijna zestig deelne
mers vertrekken verdeeld over
drie groepen.
De vrije natuur laat zich niet
dwingen en dat blijkt maar weer
wanneer de geplaatste fuiken
geleegd worden en er geen
enkele boomkikker te voorschijn
komt.
Toch krijgen we een goed beeld
van het leefgebied van Hyla
Arborea, zoals de wetenschappe
lijke naam luidt. De lokale naam
van aogepuut (haagkikker) dekt
de lading eigenlijk prima, want
afgezien van de paartijd, waarbij
schoon en zoet water een
belangrijke rol speelt, zijn hagen
van bij voorkeur bramen, maar
ook van bijvoorbeeld meidoorns
bij dit kikkertje erg gewild. Daar
zitten ze lekker te zonnen en ze
kunnen met hun zuignapvingers
heel precies langs de scherpe ste
kels lopen zonder hun kwetsbare
amfibieënvelletje te beschadigen.
Reigers bedenken zich wel twee
keer voordat ze zich tussen die
stekels wagen.
Er zijn poelen waar de hagen
wat verder weg staan, maar dat
is geen probleem, want ze kun
nen zich heel goed over land ver
plaatsen. Als het moet ook over
grotere afstanden.
In Aardenburg trekken ze zich 's
winters terug in de richting van
de bebouwing. Daar is het wat
warmer en kunnen ze op allerlei
beschutte plaatsen wegkruipen
om te overwinteren. Dan kun je
ze soms makkelijk zien als ze zich
vastklemmen aan de ramen van
de huizen.
Aardenburg is altijd een goede
plaats geweest voor de boomkik
ker, maar de laatste tijd gaat het
wat minder. Dit symposium moet
daar verandering in brengen. We
laten hieronder een aantal spre
kers aan het woord.
Klimt de boomkikker uit het
dal?
(Ronald Zollinger van het
RAVON)
Voor een boomkikker zijn twee
biotopen van belang:
een waterbiotoop (voor de
voortplanting). Mannetjes kun
nen daar wel een maand rond-
12 't duumpje 3-2004