kers voorkomen. De meest recen te tellingen (2004) leverden een totaal van 500 roepende manne tjes op. Het is hoopvol dat er in de pas ingerichte Willem- Leopoldpolder, 16 'nieuwe' roe pende mannetjes zijn geteld. De Kievittepolder is altijd een uit stekende biotoop geweest, enigs zins droogtegevoelig en met soms slechte jaren, maar vanaf 2000 zijn er grootschalige maat regelen genomen die tot een sterke verbetering hebben geleid: 160 roepende mannetjes in 2004. Er zijn nu zowel diepe als ondiepe plaatsen. Retranchement is ook zeer goed, met wat dips en soms wat gebrekkige tellingen. Hier wer den bij de laatste telling 250 mannetjes gehoord. Aardenburg is in deze de verlie zer. 90 roepende mannetjes in 2004. Het gebied ligt erg versnip perd en er wordt weinig water beheer gevoerd. Bovendien ligt Aardenburg sterk geïsoleerd. Boomkikkerpopulaties kunnen in omvang toe- of afnemen als gevolg van migratie of van geboorte/sterfte. Er wordt in de eerste plaats gedacht aan het sti muleren van een geboorteover schot. Dit kan door verbetering van de voortplantingsbiotoop. In Aardenburg zijn altijd genoeg poelen geweest, maar op de andere locaties zijn er meer. In Retranchement en de Kievittepolder zijn vooral de aan tallen per poel toegenomen in tegenstelling tot Aardenburg. De populatiedruk die hierdoor ont staat, kan voor verspreiding zor gen (Willem-Leopoldpolder). In Aardenburg gebeurt dat niet. Het ene jaar is de ene poel goed, het andere jaar weer een andere. Wat is een goede poel? Een goede poel bevat helder water, heeft grasland in de buurt met 2 koeien per ha en braams truiken om te zonnen. Meidoornzoomvegetatie zorgt voor een warm microklimaat en dat is een uitstekend leefklimaat voor de boomkikker. Diepte en ondieptes worden afgewisseld, het liefst over grote oppervlak tes. Stekelbaars heeft een groot effect op de aanwas van boom kikkers en kleine watersalaman der. Boomkikkerlarves verstoppen zich voor stekelbaars onder waterranonkel en bij droogte vluchten ze naar dieper water. In Retranchement is 'de Boo z'n put' helemaal geschoond, gemodderd en alle vis is er uit gehaald. Gebrek aan water ranonkel en kale oevers vormen in dit stadium geen probleem omdat er toch geen stekelbaars aanwezig is. Vóór het schonen zijn er 15 kikkers geteld, erna maar liefst 101. Momenteel zit ten daar zo'n 120 boomkikkers. Het schonen van putten is in Aardenburg niet zo makkelijk in verband met de waardevolle archeologische ondergrond. Daar mag zonder toestemming niet dieper gegraven worden dan 50 cm. Met toestemming graven betekent eerst archeologisch bodemonderzoek en dat is nogal kostbaar. Er wordt overal gemonitord op reproductie en predatoren. Hierbij worden fuiken gebruikt en er wordt gebaggerd als het nodig is (eens in de vier tot acht jaar). Vroeger was dat niet nodig omdat er een heel ander land schap was dan tegenwoordig met veel meer opties voor de boomkikker. Begin juli kruipen de eerste kik kertjes het land op. De mannetjes beginnen te roepen als ze een jaar of drie zijn. Boomkikkers worden maximaal vijfjaar oud. De boomkikker in West-Vlaanderen (Tom Vermeersch, provincie West- Vlaanderen) In West-Vlaanderen is er één belangrijke locatie voor boomkik kers. Die bevindt zich op het landgoed van Maurice Lippens aan de oostkant van Knokke- Heist. Deze populatie telt zo'n 70 roepende mannetjes en houdt redelijk stand. In de provincie West-Vlaanderen is er geen specifieke beheersor ganisatie die zich met de boom kikker bezig houdt. Het Vlaamse 'Boomkikkeraktieplan' is er om bij de uitvoering van andere plannen de belangen van de boomkikker veilig te stellen. Er wordt geprobeerd zoveel mogelijk aansluiting te zoeken met de Lippens-populatie. Greppels, waterlopen, dijken met struweel kunnen verbindingen vormen. Vestingwerken, waar grote waterpartijen hersteld wor den, kunnen dienen als nieuw gebied of als stapsteen naar een ander gebied. In Damme en Knokke-Heist is er op dit gebied al veel gebeurd. In de Oude Hazegraspolder zijn een tiental poelen aangelegd en tussen Sluis en Damme nog eens dertig bij particulieren. Langs de Damse Vaart is struweel aange plant en dat zou langs de Graaf Jansdijk ook kunnen. In het noor den kunnen de Dikke Dijk en de Burkeldijk, in een goede samen werking met landbouwers, een groen-blauwe verbinding vor- 14 't duumpje 3-2004

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2004 | | pagina 14