brandnetel de overhand zullen
krijgen. Veel werk voor niks.
We zien nog een restant van
gespaarde duinvallei-vegetatie
met Kruipwilg waartussen, in
grote aantallen, Dwergzegge en
Drienerfzegge staan.
Duinstruweel met veel verschil
lende soorten (ongeveer 10)
rozen. Maar het ligt er aan welke
tabel je hanteert. Met de
Nederlandse flora kom je niet
verder dan 5 soorten.
Oude slufter.
Meteen achter de jonge duinen
ligt een oude slufter. Deze is in
de loop van de tijd van de zee
afgesneden en verzoet en her
bergt nu kenmerkende soorten
als Vleeskleurige Orchis,
Moeraswespenorchis, Stijve
Ogentroost en Parnassia. In het
duin zelf veel Zeewolfsmelk. De
neofiet Bezemkruiskruid wordt
door de Fransen gezien als een
plaag en daarom fel bestreden.
Zij groeit op de zelfde plaatsen
als de Zeewolfsmelk die hierdoor
wordt beperkt.
Eric is iets milder in zijn commen
taar op het Franse beheer:
Het gecombineerde natuurduin-
reservaat les Dunes du Perroquet
en de Westhoek waren erg
indrukwekkend, en zo dicht bij
huis! De Fransen waren nog een
beetje aan het zoeken naar de
juiste formule, buldozeren door
de duinvalleien loslopende bijt-
hondjes, terwijl de Vlaamse dui
nen erg rijk waren aan planten
soorten en het was duidelijk te
zien dat in de Westhoek een
goed beheer wordt uitgevoerd.
Een paar plantjes die mij opvie
len; de geur van tijm en water
munt, het duinroosje en het zon-
neroosje. En de behoorlijke aan
tallen orchissen. Oh ja de
Gewone Vleugeltjesbloem (foto
hierboven) was er ook eentje die
nogal opviel en de vele duinvi
ooltjes. Wat betreft de duinvo
gels een koekoek liet zich
prachtig bewonderen op een
duinbosje en ook de nachtegaal
liet van zich horen.
En Anna zag het zó:
Les Dunes du Perroquet ogen
heel anders. Gids Mare Leten liet
ons verrassende details zien van
het duin- en pannenlandschap.
Bijzondere planten zowel op het
gebied van natte als droge plaat
sen. Op een duintop toonde
Mare ons hoe een dorre "mos
woestijn" (van Groot Duinster
retje, ook op foto 3) a la minute
kan worden omgetoverd tot een
prachtig groene deken (niet op
die foto). Gewoon een beetje
water geven. Een typische woe-
stijnplantreactie. Het mooie van
dat gebied is dat je op een klein
oppervlak een grote veelheid aan
biotopen aantreft. Van superdro-
ge duintoppen tot vochtige duin
pannen, hier en daar gevuld met
zoet water. De vegetatie is daar
door enorm gevarieerd. Waar de
duinen zich nog verplaatsen
(wandelend duin) blijft er achter
het duin een kale plek over. Deze
plaats is vochtig, omdat de wind
het zand zover opneemt als lukt,
bij nat zand is dat te moeilijk. Op
deze vrijgekomen plaatsen ont
wikkelt zich een nieuw planten-
dek. Op de plaatsen direct achter
het duin, dus het laatst vrijgeko
men is deze vegetatie het jongst
(als de natuur zijn gang mag
gaan). Zo is er idealiter een
prachtige successie te zien wan
neer we vanaf de achterkant van
het duin de pan terug in wande
len, dus tegen de heersende
windrichting in.
Beheer:
In het Franse gedeelte wordt
vooral ruimte gegeven aan de
pioniers. Overal wordt gegraven
en geplagd. In het Belgische deel
is er meer ruimte voor de ver
schillende stadia. Om te voorko
men dat het duindoornbos-stadi
um te snel wordt bereikt, worden
veel jonge duindoornplantjes
met de hand gewied. Naast men
senhand is er nog de dieren-
mond. Paarden en runderen wor
den ingezet om de vegetatie
schraal te houden. Dat schraal
houden lukt wel, voor zover het
geen houtige gewassen betreft.
Een probleem is dat er in de win
ter te weinig te eten is. Mare liet
doorschemeren dat de dood van
een merrie deze winter heel
goed het gevolg kan zijn van een
slechte conditie als gevolg van
ondervoeding.
Tijdens de wandeling in het
Franse deel werden drie excursie-
gangers overvallen door een
zwerm bijen. Twee bleven dood
stil staan, maar Eric zette het op
een lopen. Dat hielp weinig,
want al loopt Eric nog zo snel, de
bijen achterhalen hem wel.
Slechts een spurt naar links ver
loste hem van zijn belagers, die
toch liever de koningin bleven
volgen.
In het bovenstaande werd de
overstap naar De Westhoek al
gemaakt. Awie zegt hierover nog
het volgende:
Beweid deel door Schotse
Hooglanders en Konikpaarden,
elders met Ezels (niet geweest).
Hier liggen de mooiste duingras
landen van de Vlaamse kust.
Oud, licht golvend grasland,
gekenmerkt door het voorkomen
van Duinroosje (laag blijvend
door begrazing), Bevertjes
(Trilgras), Kleine Pimpernel, Grote
Tijm, Gewone Rolklaver en
Geelhartje. Meest waardevol zijn
die stukken met Geel
Zonneroosje (heel lang geleden
ook gevonden in Cadzand-Bad)
en Duinbergvlas. Hier kan even
eens Maanvaren worden aange
troffen maar is door ons niet
gezien.
6 't duumpje 3-2004