zerds in één broedseizoen wel
400 tot 500 keer kunnen copule
ren. Dat is zo'n 50 keer per dag.
Het vrouwtje roept daarna hiiii-
In het nest leggen ze takjes
met verse blaadjes, die tannine
bevatten, om ongedierte te
bestrijden.
Bruine kiekendieven hebben net
als uilen een soort oorschelp in
de vorm van een parabool die
uitmondt in de gehoorgang.
Daardoor kunnen ze zowel op
zicht als op gehoor jagen en dan
begrijp je ineens waarom ze zo
laag boven een rietkraag of
akker jagen: ze luisteren naar
hun prooi. De lange poten zor
gen dat jongen zich op het nest
goed kunnen verdedigen tegen
andere rovers, maar beschermen
ook het verenkleed van een vol
wassen vogel als hij tijdens het
jagen een prooi uit een rietkraag
wil plukken.
Er zijn nu nog geen broedgeval-
len van de havik bekend in de
streek, maar als hij komt, en vol
gens Henk is dat een kwestie van
tijd, zal dat een behoorlijk regu
lerend effect hebben op de
kraaiachtigen in de streek, die nu
geen natuurlijke vijanden ken
nen.
In de zestiger jaren werd de roof
vogelstand bijna om zeep gehol
pen door het gebruik van DDT in
de landbouw. DDT werd uitein
delijk verboden, maar is nog
steeds aanwezig in de voedselke
ten. Langzaam maar zeker heb
ben de meeste getroffen soorten
zich kunnen herstellen en met
sommige soorten gaat het zelfs
heel goed. Welke andere gevol
gen het DDT-gebruik zal hebben,
is moeilijk te voorspellen. Er
wordt wel eens verband gelegd
tussen de sterk toegenomen
allergieën en overgevoeligheid
voor bepaalde stoffen bij kinde
ren tegenwoordig en het gebruik
van DDT toen.
Naast de vijf theorieavonden ver
richtten we ook veldwerk. In
groepjes van twee zochten we
een gebied uit van ongeveer 1
vierkante kilometer. Dat moest
volgens de regels van de cursus
in kaart worden gebracht. Peter
en Luciën vormden het ene
groepje en kozen het gebied in
en rond het bos van Erasmus.
Matthijs en ik kozen het gebied
van Aardenburg tot en met Sint-
Kruis. We begonnen goed, maar
schrokken behoorlijk toen Luciën
plots opgenomen werd in het
ziekenhuis en dus voor een lan
gere periode uitgeschakeld
(gelukkig is alles inmiddels weer
goed).
Daarna zijn de overige drie
Westzeeuwsvlamingen als één
groep verder gegaan en werd
eigenlijk de hele streek ons
observatiegebied voor zover dat
mogelijk was.
Het inventariseren en monitoren
van torenvalken ging gewoon
verder en we kregen assistentie
van Jaap, die als ervaren roofvo
gelaar de cursus natuurlijk niet
hoefde te volgen. Hij was jaren
lang Henks vaste maatje toen hij
nog bij de Braakman woonde.
Naast de buizerds die we zelf al
hadden gevonden, spoorde hij er
ook nog een aantal op. Jaap
vindt alle vogels prachtig, maar
heeft een speciaal gevoel voor
kiekendieven. De manier waarop
hij daarmee omgaat maakt dis
cussie wat mij betreft overbodig.
Matthijs, een echt natuurmens,
ontpopte zich als een volwaardi
ge klimmer. Klimmen was ook
onderdeel van de cursus, maar
niet verplicht. Misschien krijgen
we binnenkort een eigen klimset.
Resultaten veldwerk 2004
(Tussen haakjes 2003)
Op 23 mei waren er van de 36
(23) gecontroleerde torenvalkkas-
ten 20 (9) bezet met in totaal 95
(35) eieren en 4 jongen van 12
dagen oud. Een bezettingsgraad
van 58 (39,6%).
In 21 (9) bezette kasten (we von
den later nog een kast met drie
jongen) werden 73 (27) jonge
torenvalken grootgebracht.
Daarvan werden er 61 (24) gekar
teerd. In een aantal kasten lagen
6 eieren en bij één kast vlogen er
ook 6 jongen uit. Gemiddeld
waren er 5 (3,9) eieren per kast
en er zijn gemiddeld 3,65 (3)
jonge vogels per kast uitgevlo
gen. Dat is dus een behoorlijk
verschil met vorig jaar.
Het aanbod van veldmuizen kent
een driejaarlijkse cyclus. Als er
veel veldmuizen zijn, is dat goed
voor torenvalken. Als er weinig
veldmuizen zijn, reageren ze hier
ook op.
Van Peters kerkuilenkastlijstje
hadden drie kasten resultaat met
in totaal 9 jongen. Het karteren
van de laatste kast was wel bij
zonder, omdat de jeugdwerk-
groep op datzelfde moment een
kamp had op de bewuste boer
derij en de kinderen alles van
heel dichtbij konden meemaken.
Er werden 6 buizerdnesten opge
spoord waar in totaal 10 jonge
buizerds werden grootgebracht.
De conditie van de jongen was
net als bij de torenvalken en de
kerkuilen uitstekend.
Samen met Henk vonden we nog
een sperwernest met 6 jongen en
dankzij Jaap zijn er uiteindelijk 9
nesten van bruine kiekendieven
gekarteerd. 2 werden vroegtijdig
afgebroken door een onbekende
oorzaak, maar in de andere 7
nesten werden 24 gezonde jon
gen grootgebracht. In 3 nesten
lagen 5 eieren en dat zegt ook
iets over het voedselaanbod dat
kennelijk over de hele breedte
voldoende aanwezig was.
Jonge Torenvalk
Het was niet alleen een boeiende
cursus, het was ook een prima
jaar voor roofvogels, en oh ja,
Ericik denk dat torenvalken
wel iets is voor mij... en buizerds
en bruine kiekendieven en sper
wers en slechtvalken en boomval
ken... en smellekens in de winter
en blauwe kiekendieven en visa
renden boven de Oosterschelde...
en lekker in de buitenlucht op
stap zijn met mensen, die roofvo
gels ook speciaal vinden...
Hoe meer we weten van onze
roofvogels, hoe beter we ze kun
nen beschermen of zoals Jaap
soms zegt: "de natuur ken ze
eige niet beschermen en daarom
motten wij dat doen".
7 't duumpje 4/2004-2005