y
Zuidwal Kaas
Brood
Plate
Plate
Akker
randen
totaal
totaal
2003
2004
2003
2004
2003
2004
2003
2004
2003
2004
tsprietdikkopje
16
11
16
1980
3985
1991
4017
t dikkopje
1
0 1
qinnepage
1
1
0
2
je luzernevlinder
9
9
0
envlinder
3|
0
3
t koolwitje
8
21
2
7
3
11
38
46
51
85
koolwitje
19
59
24
32
13
47
73
182
129
320
geaderd witje
54
13
1
6
16
14
4
75
33
i blauwtje
2
4
2
4
isblauwtje
3
19
13
22
13
59
82
103
108
nblauwtje
I 1 2,
1
3
0
nta
78
16
2
4
12
24
70
24
162
68
Ivlinder
5
1
11
18
18
19
1634
136
1668
174
e vos
4
7
7
74
30
85
37
««woog
47
11
1
6
9
22
115
79
172
118
kkelde aurelia
1
1
7
1
1
9
taartje
2
3
8
5
8
zandoogje
32
51
18
1
32
70
ink je
1
0
1
svlinder
6
0
6
e zandoogje
4 1
3
13
678
1081
685
1095
I zandoogje
4
7
20
375
443
748
1067
1134
1580
260
175
67
12
10
8
117
9
484
12
669
17
5496
15
6728
14
6307
17
7739
20
zijn twee waarnemingen van de
koninginnepage in 2004 tegen
vorig jaar geen. De icarusblauw-
tjes deden het in 2004 aanzienlijk
slechter dan in 2003 met uitzon
dering van Retranchement.
Behalve in Aardenburg zijn de
jaartotalen van 2004, ondanks
het matige weer, hoger dan in
2003. Naast de witjes is de toena
me te danken aan de oranje en
bruine zandoogjes alsmede de
verdubbeling van het aantal
zwartsprietdikkopjes in de akker
randen te Retranchement. Wat
verder interessant is, is dat het
totale aantal soorten op De Plate
is toegenomen van 12 in 2003
naar 17 in 2004. De overige rou
tes laten kleine verschillen zien.
Citroenvlinder
In het eerste nummer van dit jaar
stond een oproep om de citroen
vlinder te melden. Dit heeft aar
dig wat reacties opgeleverd.
In totaal 18 exemplaren verspreid
over het hele gebied: Oostburg
(2), St. Kruis (9), Aardenburg (4),
Nieuwvliet (1), Biervliet (1), en
Retranchement (1). Een groot
deel is gezien binnen de
bebouwde kom. Vorig jaar daar
entegen waren er 2 meldingen
en wel uit Aardenburg en
Oostburg. De voedselplanten
voor de rupsen, wegedoorn en
sporkehout staan voornamelijk in
tuinen en plantsoenen. Hiermee
is te verklaren dat de vlinder
relatief vaak in de bebouwde
kom is gezien.
De vroegste melding dateert van
30 maart en de laatste van 18
mei. In deze periode worden
altijd de meeste vlinders gezien.
Er is echter nog een tweede piek
periode en wel rond begin
augustus. Uit deze periode is
geen enkele vlinder gemeld.
Dan de oranjetip.
Vorig jaar is eenzelfde verzoek
gedaan om de oranjetip te mel
den. Dit leverde vijf exemplaren
op vier locaties op t.w. Groede,
Cadzand dorp, Cadzand buiten
gebied en HeiIIe.
Gevleid door zoveel aandacht
heeft het oranjetipje goed zijn
best gedaan met als resultaat 22
meldingen dit jaar, in Oostburg
(5), Biervliet (1), Aardenburg (6),
St. Kruis (3), Heille (2) en
Retranchement (3) en Sluis (2).
Opvallend is wel dat dit jaar wei
nig meldingen kwamen uit
dezelfde plaatsen als vorig jaar.
Vlinderwaarnemingen
buiten de vaste route- en de
tuintellingen.
Er zijn dit jaar een kleine hon
derd waarnemingen binnengeko
men. Zoals in het citroenvlinder
stukje te lezen is, zijn er veel
oranjetipjes en ook citroenvlin
ders gemeld. Een andere vlinder
die dit jaar veel is waargenomen
is de koninginnepage. Er zijn van
deze indrukwekkende vlinder 15
meldingen binnengekomen,
waarvan 6 uit Aardenburg.
Daarnaast nog 2 rupsen in
Zuidzande en 3 in St. Kruis. Dit
hoge aantal meldingen is opval
lend omdat de vlinder vaker
wordt gezien in mooie zomers.
Misschien is dit dan ook het
gevolg van de warme zomer van
vorig jaar. Een andere vlinder,
een echte trekvlinder, die ook
vooral in zonnige jaren te zien is,
is de oranje luzernevlinder.
Hiervan zijn maar enkele meldin
gen gedaan.
Vlinders die in ons gebied minder
vaak voorkomen, maar die vol
gens de boeken algemeen voor
komen in Nederland, worden
weinig gemeld.
Zo zijn er maar 3 landkaartjes
(Oostburg), 1 groot dikkopje
(Aardenburg), 1 kleine vuurvlin
der (Breskens), 5 hooibeestjes
(Nummer Een en Breskens) en 12
koevinkjes (Breskens) gemeld.
Van de argusvlinder is zelfs hele
maal niets binnengekomen.
Bij de dagactieve nachtvlinders
wordt de kolibrievlinder het
meest genoemd met 16 exempla
ren. Een erg late vloog op 21
oktober nog rond bij Sasput.
De vijfvlek St.Jansvlinder is
beperkt tot drie vindplaatsen
maar dan wel in grote aantallen,
nl. 770 bij Oostburg (op drie ver
schillende plaatsen), 25 bij
Cadzand-Bad en 167 bij Breskens.
Verder nog enkele St.Jacobsvlin-
ders en een "gewone" St.Jans
vlinder, dat wil zeggen een met
zes vlekken.
Bij de "echte" nachtvlinders is de
familie van de pijlstaarten popu
lair. In Waterlandkerkje is een
dennenpijlstaart gezien en verder
1 rups van de lindepijlstaart in
Oostburg, 2 rupsen van de ligus
terpijlstaart in Aardenburg en 11
rupsen van groot avondrood in
Breskens.
De meldingen zijn afkomstig van:
C. Almekinders-Vercouteren; A.
Baaijens; J. Belderok; E.
Blaakman; Blaakman sr.; H.
Bondewel; J. Brinkmans; M.
Copello; R. Coster; A. Goossens;
C. Jansen; J. Janssens; M.
Kleintunte; E. Marteijn; A.
Oosting; Marj. Philipse; Mon.
Philipse; M. Simpelaar; P.
Simpelaar; I. Stoelinga; M.
Stokkerman; M. van Viegen; H.
van de Voorde; A. de Zwart.
9 't duumpje 4/2004-2005