Een winter aan Blokkreek Het is weer al enkele jaren geleden dat onze zuiderbuur Ludo Goosens in januari op een algemene informatie avond een schitterende reeks dia's toonde. Inmiddels is het repertoire verder uitgebreid, en hier een kleine inlei ding. De Blokkreek, een verscholen kreekje ten zuiden van Sint-Kruis, is één van mijn favoriete plekjes geworden. Vorige winter heb ik er een hutje geplaatst op de zuidelijke oever, misschien zit ik nog wel juist met mijn achterste op het Belgisch grondgebied. Deze kreek roept ook wel wat nostalgie op. Het Belgisch gedeelte van de kreek is verdwe nen eind de jaren zeventig. Toen werd het Leopoldskanaal gebag gerd en met buizen werd de bag gerspecie gedeponeerd in de Blokkreek. Nu is dit een weide, in eigendom van "Natuurpunt Meetjeslandse kreken". De bedoeling van Natuurpunt is, om ooit de kreek in ere te herstellen, maar concrete plannen zijn er nog niet. Op dit moment wordt de weide beheerd door middel van extensieve begrazing. De eerste jaren toen ik hier woonde ging ik regelmatig op bezoek bij de buurman. Een hoogbejaarde man die de kreek zich nog levendig kon voorstel len. Het was steeds spannend wanneer hij vertelde over de otters en andere dieren. Hij kende de dieren omdat hij ook stroper was geweest. In die tijd was iedereen wel een beetje stro per op de buiten. Gelukkig is er nog het Nederlandse gedeelte van de Blokkreek. Deze kreek is een langgerekt lint doorheen de pol der. Wintertal Begin november, toen het water juist was gezakt naar zijn winter- peil heb ik mijn hutje gebouwd. Het is begin december en de weerberichten kondigen een klei ne winterprik aan. De volgende ochtend zou ik in de hut gaan. Diezelfde avond na zonsondergang heb ik nog graan gestrooid en enkele dode mus kusratten klaar gelegd op de weide. Links van de kreek is er weiland en rechts is er een rietzoom. 's Morgens in alle vroegte bij een prachtige heldere maan begaf ik me naar de hut. Het was reeds enkele dagen licht aan het vrie zen, de kreek was bevroren en op 20 meter van de hut was er een wak. De maan schitterde in het ijs van de kreek. De berijmde rietsten gels buigen over het water. Door de luwte van het riet is het water hier niet bevroren. In de verte zag ik de meerkoe ten, die stilletjes begonnen te naderen. Jaarlijks overwinteren hier tussen de 30 en de 50 meer koeten. Het is grappig om die meerkoeten te zien schaatsen op het ijs. Af en toe valt er wel eens eentje op zijn kont. Uiteindelijk kwamen ze naar het graan op de weide om hun reserves terug op peil te brengen na deze koude nacht. Opeens vluchten ze allemaal rich ting het wak en het riet. Een blauwe kiekendief in wijfjeskleed was begonnen aan zijn eerste jachtronde. Biddend hangt hij boven de rand van de akker. Af en toe maakt hij een klein ommetje en terug vliegt hij naar dezelfde plaats. Uiteindelijk heeft hij zijn prooi gemist en neemt hij plaats op een weide- paal. Wat verder was nu ook een buizerd aan het jagen. Voor hem is het eigenlijk nog wat te vroeg om veel te vliegen en hij neemt direct plaats op de paal naast een knot. Langzaam maar zeker wordt het landschap belicht door de eerste zonnestralen. De blau we kiekendief en de buizerd houden er nu meer van, om de kat uit de boom te kijken in plaats van rond te vliegen. Er zijn kr 4 't duumpje 712005

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2005 | | pagina 4