Tussen braamstruweel en asperge een wandeling door het duinstruweel van de Verdronken Zwarte polder. In onze streek zijn er maar weinig plaatsen waar de natuur zich heeft kunnen ontwikkelen zonder verre gaande bemoeiienis van de mens. Gebieden waar niet de ambtelijke wetten gelden maar de wetten van de natuur. Waar de elementen het beeld van de vegetatie bepalen. Het duinstruweel van de Verdronken Zwarte Polder is zo'n voorbeeld. Zonder aanplant en gericht beheer heeft zich in twee eeuwen tijd een fraai natuurlijk duinstruweel ontwik keld. Dit verhaal neemt u mee op een wandeling door de seizoenen in het struweel van de Verdronken Zwarte Polder. Franse bezetting Ooit was de Zwarte Polder het resultaat van onze ongebreidelde veroveringsdrift op de zee. Een polder met vruchtbare akkers en weilanden, een icoon van de Nederlandse cultuur. Helaas sloeg tijdens de Franse bezetting het noodlot toe. Door de voortdu rende staat van oorlog was het onderhoud aan de dijken ernstig verwaarloosd en tijdens een zware storm eind januari 1802 bezweek de dijk onder de kracht van de woeste zee. Het gebied kwam, afgezien van enkele opnieuw ingedijkte delen, onder invloed van het spel van eb en vloed. Klei en zand werden afge zet. De zandkristallen werden speelbal van de wind en oversto- ven geleidelijk de restanten van de doorgebroken dijk. Inmiddels zijn we twee eeuwen verder en er ligt nu een weelde rig begroeid duin met een fraai Awie de Zwart ontwikkeld duinstruweel. Een ondoordringbaar breiwerk van (doorn- en stekel)struiken dat zich op het hoogste punt ruim 17 meter verheft boven NAP. Wintergroente Wie tijdens de eerste dagen van de lente door het struweel-wan delt, vindt er de eerste tekenen van nieuw leven. Een vers groei seizoen zet aarzelend zijn eerste streken op een onbeschreven blad. Onder de nog kale struiken glimmen de frisgroene blaadjes van het Witte winterpostelein in de prille voorjaarszon. Plaatselijk vormen ze grote aaneengesloten matten met de kenmerkende ruitvormige blaadjes die wel als groente worden gegeten. Oorspronkelijk komt deze winter groente uit Noord Amerika, maar ze voelt zich sinds de tweede helft van de 19e eeuw prima thuis in onze duinen. Monopolist Sleedoorn is een van de eerste struiken in bloei. Bij de overgang van maart naar april sieren ontel bare kleine trosjes roomwitte bloempjes het kale hout. Wie zijn hoofd in deze bloemenzee drukt, ervaart op zonnige dagen het gonzen van de insecten. 6 't duumpje 1/2005 Sleedoorn is in het prille voorjaar bijna monopolist op de nectar- markt. Als de Sleedoorn is uitgebloeid en de blaadjes aan de struik ver schijnen, beginnen andere strui ken te bloeien. Sommige onop vallend, bijna geniepig, zoals de Aalbes en Kruisbes (beiers). Anderen treden juist op de voor grond. Zoals de aan Sleedoorn verwante Meidoorn met prachtig witte bloesem die scherp afsteekt tegen het malse groen van het jonge blad. Of de eveneens witte trosjes van de Wilde liguster die bij het vallen van de avond een zware zoete geur verspreiden om nachtvlinders te lokken. Asperge Vaste begeleider van het wandel pad is de asperge. De jonge scheuten van deze plant schieten in het voorjaar her en der als fal lussen uit het zand omhoog. Binnen enkele weken ontplooit zich vanuit het culinaire topje van de plant een sierlijk elegante gedaante. Een transparante ver schijning met naaldvormig blad die vriendelijk meewuift met de wind. Telefoonsnoeren Waar de asperge zich voorname lijk ophoudt aan de rand van het struweel moeten we het eerste groen van Heggerank onder de struiken zoeken. Vanuit een ondergrondse knol - soms zo groot als een voetbal - verschij nen de eerste plantendelen boven de grond. Aangetrokken tot het zonlicht en voortgestuwd door de ondergrondse reserves zoeken de loten zich in snel tempo een weg naar boven. Ze worden daarbij geholpen door de vele ranken die zich rond de takken winden en zo als het ware de plant omhoog trekken. Opvallend is te zien dat deze windingen halverwege de andere kant op draaien. Hierdoor ont staat een in het oog springend tussenstukje dat sommigen wel licht nog zullen herkennen van de oude telefoonsnoeren. Het geeft extra stevigheid aan de vering en biedt de plant de mogelijkheid om mee te deinen met de bewegingen van de gast heer. Als de plant zich naar buiten heeft gewerkt en als een soort tafelkleed de struik overdekt, verschijnen de bloemen: beschei-

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2005 | | pagina 6