Vlinderwerkgroep nieuwe stijl Na enkele jaren voornamelijk bezig te zijn met tuinwaarnemingen en monitoring van bepaalde gebieden, lijkt het nu tijd om het werkveld te verbreden. Naast langlopende pro jecten zoals monitoring willen we nu ook projecten starten die korter duren, een jaar of zelfs enkele maanden. We denken o.a. aan de hieronder opgesomde activiteiten. Dagpauwoog Anna Almekinders 1) Onderzoek naar locaties Gericht op zoek naar plaatsen waar veel vlinders zitten. Dit houdt in dat gedurende het sei zoen dat loopt van begin april tot eind september wordt geke ken in natuurgebieden maar ook langs wegbermen e.d. Om de waarde van dergelijke gebieden te leren kennen zullen ze gedu rende het seizoen meerdere keren bezocht moeten worden. Naast het aangeven van goede vlinderplekken is het ook belang rijk om tegenvallende plaatsen die zijn bezocht te benoemen. 2) Onderzoek naar soorten. Gericht op zoek naar bepaalde vlinders die in West Zeeuwsch- Vlaanderen relatief weinig wor den waargenomen. Hoe lang hierbij het seizoen duurt, is afhankelijk van de soort vlinder. Bij sommige soorten is de vlieg- tijd kort, bij andere lang doordat er meerdere generaties in een jaar voorkomen. Daarnaast is het bij sommige soorten belangrijk om ook rupsen en poppen te zoeken. 3) Educatie en voorlichting. a. Geven van voorlichting op scholen en uitvoeren van activi teiten met kinderen. b. Houden van voordrachten bij verenigingen als Plattelands vrouwen of ouderensoos. c. "Reclame maken" bij evene menten. d. Geven van informatie voor vlindervriendelijke inrichting en beheer van tuinen e.d. 4) Nachtvlinders. Een nachtvlinderonderzoek is reeds gestart, maar dat betekent zeker niet dat er geen nieuwe leden welkom zijn, integendeel. Dit onderzoek strekt zich uit over meerdere jaren. Het is tevens de meest eisende van de vlinderacti viteiten. Zo duurt het seizoen bij nachtvlinders van half februari tot half november. In de winter maanden vliegen er weliswaar niet veel nachtvlinders, maar ook die moeten worden geregis treerd. Het leren kennen en herkennen is bij nachtvlinders aanzienlijk moeilijker dan bij dagvlinders. Van de grote nachtvlinders komen er in Zeeland rond de 550 voor; bij dagvlinders houdt het rond 30 soorten al op. Naast het inventariseren van 's nachts vliegende vlinders moeten ook de overdag vliegende nacht vlinders in kaart worden gebracht. Daarnaast zijn er nog de zoektochten naar bepaalde rupsen. Mocht u interesse hebben in vlin- derwerk, dan kunt u zich aanmel den bij Anna Almekinders: 0117-420910 of via vlinders@duumpje.nl. Natuurlijk blijven ook de losse waarnemingen erg welkom. Vlindersoorten waarover we graag meer te weten zouden wil len komen zijn: geelsprietdikkopje (makkelijk te verwarren met zwartsprietdik- kopje), groot dikkopje, koningin- nepage, oranje luzernevlinder, citroenvlinder, oranjetip, eiken page, kleine vuurvlinder, bruin blauwtje (makkelijk te verwarren met het vrouwtje van het icarus- blauwtje), landkaartje, argusvlin der, koevinkje (makkelijk te ver warren met mannetje van bruin zandoogje) en hooibeestje. De meeste van de hiergenoemde vlinders komen in Nederland algemeen voor. In West Zeeuwsch-Vlaanderen lijken ze eerder schaars te zijn. Meldingen van deze vlinders worden erg op prijs gesteld. Verder kan ook een beschrijving van een eenmalig bezoek aan een vlinderrijk gebied interessant zijn. Vooral als ook de biotoop wordt beschreven. De losse meldingen bij voorkeur via vlinders@Duumpje.nl of schriftelijk aan Anna Almekinders Olieslagersweg 1; 4525 LC Retranchement. 9 't duumpje 112005

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2005 | | pagina 9