Een verhaalt 1 jjjJJPt <»t1«<iMH»l..,s "kM?. Piet Jansen En de vereniging geeft niet alleen cursussen, maar onze gidsen gaan ook regelmatig zelf onder het mes om de kennis op peil te houden. Je zult het maar hebben, dat gevoel dat er veel meer is dan je weet, maar erger nog, dat het een tekortkoming van jezelf is. Awel, dat is de basis waarom ik de laatste jaren nogal wat cursus sen (en soms kritisch) gevolgd heb. Eigenlijk is het lang geleden begonnen met een gidsencursus van "Het Zeeuwse Landschap", waarna ik elk jaar wat excursies geleid heb. Maar na mijn stop pen met het "echte" werk begon het gekriebel uit de eerste zin. Met als gevolg een IVN gidsen cursus van de afdeling Walcheren. En door de min of meer toevallige kontakten met de conservator van het Belgische Zwin (wegens het gidsenwerk daar voor mijn oude werkgever) rolde ik vervolgens halverwege binnen bij de Belgische CVN gid sencursus. Met een echt examen: dat was zweten, want na 30 jaar zelf examens afnemen, moest ik er nu zelf één afleggen! Tegelijkertijd volgde ik bij "Natuur of zo" een cursus "Zeegids of zo", waar mogelijk iemand anders verslag van doet. En terwijl ik daar mee bezig was kwam onze secretaris met een mededeling over de lessencyclus "De Schelde: een ecologische schets". Een vier woensdagavon den durende dure cursus voorbij de ring van Antwerpen. Omdat onze secretaris, als goede Hollander, nog wat korting wist te bedingen, en een aantal bekenden van het duumpjeswerk en de zeegidsencursus er heen gingen, heb ik me er ook bij aan gesloten. En daar heb ik geen spijt van, want er werden vele puntjes op even zovele ietjes gezet. We weten nu waarom de Schelde ook zonder extra baggeren veel dieper geworden is dan twee honderd jaar geleden: hogere zandbanken en diepere geulen door de sterkere stroming. In de Oosterschelde zien we het omge keerde: door de afgenomen stro ming worden de geulen ondieper omdat de zandbanken langzaam in de geulen verdwijnen. Veel onderzoek aan het Paulinaschor werd er besproken, en dat paste precies bij het zeegidsenwerkstuk waar Irene, Dilia, Jan en Frans toen mee bezig waren. Termen als "sessiele macrobent- hos" en "plantenstress" hebben geen geheimen meer voor ons. We hebben zicht gekregen op de mate van de vervuiling, en het terugdringen daarvan. Vooral de gepresenteerde informatie over de Zeeschelde en de Bovenschel de bevatte veel aspecten die mij onbekend waren, en die als ach tergrondinformatie voor het gid senwerk belangrijk zijn. Hier zie je 80 procent van de duumpjes delegatie, terug in de collegebanken, op de plaats waar ze zich het beste thuis voelen: de voorste linies. Natuurlijk waren er ook minpun ten zoals éénmaal een onver staanbare spreker die een afstu deeronderzoek zonder aanpass ingen presenteerde, een knippe rende laptop en het feit dat je 35 minuten stil moest afwachten, en daarna was er pas tijd voor gemiddeld drie vragen. Op 1 juni keerden we allemaal huiswaarts met een attest van het Scheldefonds, en het besef dat we weer wat meer inzicht hebben in de ecologie van de Schelde. 7 3 't duumpje 212005

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2005 | | pagina 13