«e Slakken- inventarisat in de Braak Harry Raad e.a. Als u dacht wat we alleen naar vogeltjes keken, heeft u het mis, want er zijn genoeg andere organis men die onze aandacht behoeven. Zoals slakken. Inleiding De Braakman is een voormalige zeearm die in 1952 werd afgeslo ten om de zeewerende dijkleng- te terug te brengen van 28 km naar 2,7 km. Het gelijknamige natuurgebied is slechts een klein deel van die afgedamde zeearm, gelegen in het noordwesten langs de Westgeul. Dat is wel een gedeelte dat voor de landbouw minder interessant was door het voorkomen van kalkrijk zand, dat soms hooguit bedekt was met een te dunne kleilaag. De opper vlakte was 183 ha, maar inmid dels is uitbreiding gaande, val lend binnen de beleidstaak 'bestaande natuur, met aankoop- titel' en 'nieuwe natuur'. Wat begrijpelijker is de beschrijving van het bestaande natuurgebied in een oud 'Handboek Natuurmonumenten', waaruit we ook kunnen halen wat het slak- kenmilieu hier inhoudt: "Grotendeels ingedijkt krekenge- bied, gedeeltelijk bebost. In botanisch opzicht is de Westgeul zeer interessant, met vochtige tot droge duinvegetaties en een con tactzone zout-zoet, met soorten als zeebies, ronde rus, parnassia, moeraswespenorchis en duizend- guldenkruid." Natuurlijk is over die vegetatie nog veel meer te zeggen, maar voor enig floristisch detail verwijs ik liever naar het verslag van de Floron-excursie 2002 (Van den Berg c.s., 2003). We lezen daar verder in dat de Braakmankreek en de Westgeul brak zijn. Overigens is dat kunstmatig gere- 74 't duumpje 3/'05-'06 geld met het inpompen van Westerscheldewater, omdat de zoute kwel aanmerkelijk afnam door de inpoldering in 1976 van de resterende Braakmanschorren, te weten De Mosselbanken. Over het bizarre industriegebied in de omgeving zal ik het verder niet hebben, omdat het voor de slakken weinig relevant is. Naar het schijnt, is daar een belangrijk werkgever voor Zeeland is geves tigd. Uitgaande van een gebied met kalkrijk zand, bos en open ter rein, alsmede een gradiënt brak- zoet, kunnen we stellen dat hier toch zeker een slakje te vinden moet zijn. Het Veld Bij de parkeerplaats in het noor den van het terrein verzamelden de slakkenrapers zich om een inleiding over het natuurterrein te beluisteren van Luciën. Hij schetste een beeld van de histori sche ontwikkeling, waterproble- matiek, natuurwaarden en de nieuwe inrichtingsplannen. De hectiek van het moderne natuur beheer werd ons verduidelijkt aan de hand van kapplannen in het bestaande bos en de aanleg van nieuw bos elders. Daarna begonnen we aan een wonderlij ke tocht naar de eerste locatie. Dat zat hem in het legioen dazen, die domein hielden in het te doorkruisen bos. Sandra waar schuwde voor biote benen, maar omdat mijn lange broek in Kruiningen lag, schoot onderge tekende met dit advies weinig op. Lopend over het bospad zwelde het gezoem aan. De bees ten hadden het vooral op onze hoofden voorzien; kalende krui nen waren het geliefde doelwit. De meegenomen visnetjes brach ten uitkomst bij de 'voorgan gers'. Het leek wel een asbest- equipe. Voor de volgers hadden de beesten gelukkig minder inte resse. Bij een open terrein aan de Westkreek was de aanval voorbij en konden we ons in de slakken verdiepen. Het was een prachtige duinvalleivegetatie met ontzet tend veel orchideeën. Gewroet naar slakjes in de toch wat dichte zode leverde opvallend weinig op. Wat bekende beesten, niet noemenswaard. Tegen de bos rand aan wist Luciën een drassige zone te liggen die meer kansen bood. Hier kwamen leuke dingen tevoorschijn, zoals donkere glim- slak, slanke en plompe dwerg slak, fraaie jachthorenslak en dikke korfslak. De laatste is een Rode Lijstsoort, dus we deden een goede vondst. De genoemde slakjes zijn merendeels van mini formaat, wat het zoeken bemoei lijkt. Naast nog wat algemene grotere soorten konden we hier niet verder 'scoren' en we gingen elders kijken. De rietzoom langs de Westkreek leverde niet de ver wachte barnsteenslakjes. Verderop bij de duikerstuw in de Westkreek was het weer raak. Met het visnetje schraapten we slakjes van de bodem en ontdek ten een boomtak met dezelfde beesten. Ik dacht aan jenkins' waterhoren, maar latere determi natie van het meegenomen materiaal leverde daarnaast voor al ook opgezwollen brakwater horen op. Die laatste soort is zeer zeker een goede indicator van het brakke karakter van de kreek. Aan de andere kant van de kreek liepen we door een 'vlinderland je' naar een poel. Hier werd opnieuw dikke korfslak in de moerasplanten gevonden. Het water leverde bij de slakken niet meer op dan een tractorwieltje. Voor de liefhebbers van andere diergroepen was er overigens genoeg te vinden, waarvan mij zijn bijgebleven de al wat oudere larven van de watersalamander. We zochten twee andere poelen op, die in tegenstelling tot de eerste, permanent water houden. Hier zien we duidelijk meer bees ten. De liefhebber van amfibieën kon hier zijn hart ophalen, vooral door de rijke aanwezigheid van juveniele watersalamanders. De slakkengemeenschap toonde zich als een monocultuur van de ovale poelslak. Het meegenomen en niet gescheiden gehouden zeef- materiaal uit de poelen leverde

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2005 | | pagina 14