sprake is van een broedgeval.
Hiervoor is aanvullend onderzoek
noodzakelijk. De tellingen zijn
uitgevoerd door 6 tellers in de
periode februari-maart-april
onder gunstige weersomstandig
heden. Dit betekent in de prak
tijk weinig tot geen wind en
overwegend droog. Een lage
temperatuur is niet bezwaarlijk.
De steenuil laat zich er namelijk
niet van weerhouden om bij
vrieskou te reageren op een
ogenschijnlijke indringer in zijn
territorium.
In tabel 1 zijn de resultaten van
de in 2004 en 2005 uitgevoerde
tellingen weergegeven.
2005 waargenomen territoria zijn
in figuur 3 weergegeven.
Om een beeld te kunnen vormen
over de populatiedynamiek die
nen we de territoria te vergelij
ken van gebieden die in beide
jaren zijn onderzocht. De gebie
den die we in dit verband verge
leken hebben zijn in figuur 4
weergegeven.
In het gebied rondom IJzendijke
(telgebied 1) constateren we een
stabiele populatie. Géén nieuwe
vestigingen en geen verplaatsing
van territoria. Ten opzichte van
2004 heeft 1 territorium niet
gereageerd. In telgebied 2 zien
we een totaal ander beeld. In
2005 13 nieuwe locaties ten
opzichte van 2004. Op 16 loca
ties, waar in 2004 nog steenuilen
zijn waargenomen, is in 2005
geen roep meer gehoord. Dit
betekent een afname van 3 terri
toria. Onder de nieuwe locaties
zitten wellicht vogels die hun ter
ritorium verplaatst hebben, maar
ook jonge vogels zullen zich hier
ongetwijfeld gevestigd hebben.
De fluctuaties kunnen we aan
merken als een natuurlijke
schommeling. Al met al kunnen
we voor telgebied 1 en 2 spreken
van een stabiele populatie.
Wanneer dit artikel verschijnt zijn
er de eerste inventarisaties weer
al uitgevoerd. Wil u ook eens
kennis maken met het mystieke
geluid van de steenuil in het
veld, laat het dan even weten. Er
zijn altijd leden van 't Duumpje
die bereid zijn om in de nachtelij
ke uren een steenuil op te zoe
ken en uit zijn tent te lokken. Als
u verder informatie wenst over
de inrichting van een gebied,
over hoe u uw eigen leefomge
ving "steenuilvriendelijk" kunt
inrichten, of misschien bent u
geïnteresseerd om een gebied te
onderzoeken op steenuilen, laat
het dan even weten.
Tenslotte een woord van dank
aan de "nachttellers" die in 2004
en 2005 in het vroege voorjaar
huis en haard hebben verlaten
om steenuilen te tellen te weten
Jan Janssen, Peter Heetesone,
Bob Dierkx, Reggy van Poecke,
Henk Bondewel en Herman van
de Voorde.
Uit de tabel is af te leiden dat in
2005 45 km2 minder is onder
zocht dan in 2004. In 2005 is het
gebied ten noorden van
Aardenburg en ten zuiden van
Oostburg en IJzendijke niet meer
of slechts gedeeltelijk geteld. Het
aantal territoria dat in 2004 en
2005 is geteld bedroeg respectie
velijk 113 en 77. Het grote ver
schil is met name toe te schrijven
aan het feit dat er in 2005 een
kleiner gebied is onderzocht.
Kijken we echter naar de dicht
heden, dus het aantal steenuil
territoria per vierkante kilometer,
dan blijken deze in beide jaren
aardig tegen elkaar aan te leu
nen. Terwij in 2004 de dichtheid
0,68 territoria/km2 bedroeg zaten
we in 2005 op 0,62 territoria/km2.
De ligging van de in 2004 en
H
2004 78 territoria Q 2004 74 territoria
t duumpje 1/'06