Meer over vlinders
Anna Almekinders
Groot koolwitje in de tuin
Koolwitjes hebben hun naam te
danken aan het feit dat de vlin
ders wit zijn. Weliswaar met
zwarte randen en eventueel stip
pen. De rupsen zijn grote liefheb
bers van koolblad. Hier kunnen
ze grote schade aanrichten. Je
kunt als mens met lede ogen
aanzien hoe de winterkost stevig
wordt gereduceerd, maar je kunt
ook proberen de rupsen ander
voedsel voor te schotelen.
Rupsen van het groot koolwitje
worden ook wel aangetroffen op
andere planten b.v. oost-Indische
kers of in het voorjaar op
damastbloem.
Als er in onze tuin te veel rupsen
zijn volgt een gedwongen ver
huizing van de kool naar de oost-
Indische kers of de mierikswortel.
Die laatste plant heeft in onze
keuken een heel andere positie
dan kool.
Nu staan we er als mensen echter
niet alleen voor. Wanneer een
kool door rupsen wordt aange
vreten, maakt hij vluchtige stof
fen aan en zendt daarmee een
signaal de lucht in. Dit is een
teken voor sluipwespen die op
rupsen van groot koolwitje
parasiteren, om naar de bewuste
kool te vliegen. De sluipwesp
vrouw legt met een lange leg-
boor eitjes in het rupsenlichaam.
De rups blijft gewoon leven en
gaat door met vreten. Op een
gegeven moment is het tijd om
te gaan verpoppen. En dan
gebeurt het. De rups komt tot
stilstand, op het pad of tegen
een muur. Uit de zijkanten van
de rups komen kleine larven te
voorschijn die zich vrijwel onmid
dellijk verpoppen. In plaats van
een mooie vlinder zullen er in
het voorjaar sluipwespen verschij
nen. Hoewel, dat is ook niet
zeker, want ook de sluipwespen
kunnen op hun beurt weer gepa
rasiteerd worden door z.g. hyper
parasieten.
Het afgelopen najaar was erg
moeilijk voor de rupsen van
Grijs Weeskind
groot koolwitje. Alle door ons
opgemerkte rupsen die op zoek
waren naar een verpoppings
plaats bleken te zijn geparasi
teerd. Toch waren er dit voorjaar
gewoon weer vlinders van het
groot koolwitje. En deze zomer
werd er door de rupsen weer
met smaak van de kool gegeten.
Bijzondere vlinders
2006 kwam traag op gang wat
vlinders betreft. In het koude
voorjaar lieten zich niet veel vlin
ders zien. Dat veranderde. Bij de
dagvlinders zijn heel bijzondere
trekvlinders en zwervers waarge
nomen. Zo zijn er in Nederland
wel 300 rouwmantels gezien, ook
in Zeeland doen ze het best. In
West Zeeuwsch-Vlaanderen zijn
ze slechts op enkele plaatsen
gezien. De rouwmantel was sinds
1995 niet waargenomen in
Nederland. Daarnaast zijn ook
meerdere keizersmantels gezien
op de Zeeuwse eilanden. Ook
onze Belgische werkgroepleden
zagen deze zomer 2 keizersman
tels in hun tuin in Maldegem.
Een andere vlinder die regelma
tig wordt gemeld, is de koningin-
nenpage. Deze soort is de laatste
Katoendaguil
jaren flink toegenomen. Hier
speelt echter een factor mee die
het beeld wat vertroebelt. Op
meerdere plaatsen wordt deze
vlinder gekweekt, d.w.z. er wor
den rupsen of eitjes verzameld.
Deze laat men onder goede con
dities opgroeien en verpoppen.
Tot slot worden de vlinders losge
laten. Onze werkgroep is geen
voorstander van deze ingreep in
de natuurlijke gang van zaken.
Bij de nachtvlinders is het dit jaar
echt feest. Er worden soorten
gevangen waarvan werd gedacht
dat die niet meer voorkwamen,
zoals het grijs weeskind (Minucia
lunaris), waarvan de laatste vóór
1970 in Zeeland is gezien. Ook is
de walstrospanner (Costaconvexa
polygrammata) gezien waarvan
in Nederland enkel op de zuide
lijke Veluwe nog een grotere
populatie bekend is. Verder
wordt er regelmatig een enkel
exemplaar waargenomen in oost
en noordoost-Nederland. Vroeger
kwam hij wel voor in het grens
gebied van Noord-Brabant en
Limburg. Nu schijnt hij daar uit
gestorven te zijn. Ook in de aan
ons gebied grenzende Vlaamse
provincies wordt deze vlinder
niet meer waargenomen. Toch
verschijnt er dan plotseling een
hier.
Trekvlinders zijn er ook volop.
Van bijvoorbeeld de katoendag
uil (Helicoverpa armigera) wor
den er in een "normaal" jaar
enkele exemplaren in heel
Nederland gezien en soms ook
helemaal geen. Deze zomer zijn
ze gesignaleerd in 't Zwin,
Groede, Heille, Biervliet en
Retranchement, met als hoogste
aantal 3 exemplaren in één val.
Na afloop van het jaar kan de
totaalbalans worden opgemaakt
maar het is nu al duidelijk dat
2006 een heel bijzonder vlinder
jaar is.
Meldingen kunnen worden
gedaan via e-mail: vlinders@vlin-
derswestzeeuwschvlaanderen.nl
of per post: Anna Almekinders,
Olieslagersweg 1, 4525LC
Retranchement. Het oude e-mail
adres vlinders@duumpje.nl is ver
vallen.
De vlinderwerkgroep heeft
ook een nieuwe website. Deze
is te vinden op www.vlinders-
westzeeuwschvlaanderen.nl.
Keizersmantel
13 't duumpje 2/'06