Gierzwaluw, vogel van Groede t\ Rob Jeltes In de Lutherse kerk in Groede is ten behoeve van de daar huizende gier zwaluwenkolonie het dak aangepast tijdens de restauratie, en na de ver huizing van Giinther Prang houdt Rob Jeltes een oogje in het zeil. Hierbij een verslag over broedjaar 2006. Sinds de inspanningen van een projectgroep onder leiding van Günter Prang en bestaande uit enige enthousiastelingen uit Groede en omgeving, broeden er in 2006 meerdere gierzwaluwen in zo'n twintigtal kustmatige nes ten onder het dak van de enige jaren terug gerestaureerde Lutherse kerk in Groede. Verder wordt er voor het broeden gebruik gemaakt van ruimte in de spouwmuren van de kerk. Volgens Herman Bakker van Het Vlaemsche Erfgoed is tellen van de broedparen hier praktisch onmogelijk. De vogels hebben geen vaste in- of uitgang. Sinds het ongeluk van Prang twee jaar terug vervangt Herman Günther en heeft Herman veel kennis ver zameld. Inmiddels wordt een opvolger gezocht voor rondlei dingen en onderzoek. Dat onderzoek noodzakelijk is, bewijst het volgende: Herman neemt waar dat oudere jongen jonge jongen het nest uitwerken. Franse onderzoekers ontdekken het tegenovergestelde: de oude jongeren helpen hun ouders bij het voeden van de kleintjes. Misschien kan allebei voorkomen. Deze gierende vogel maakt al sinds jaar en dag gebruik van de "optrekjes" die de mens hem - bewust of onbewust - heeft ver schaft. Je moet hierbij denken aan een samenwerking die mis t- schien - sinds de mens huizen (natuurlijke rotsen) bouwt - al duizenden jaren bestaat. Gierzwaluwen bestaan waar schijnlijk al miljoenen jaren. Ik zou dit samenleven (met iemand van Het Vlaemsche Erfgoed?) nog wel eens goed wil len bekijken, als er al niet veel onderzocht is. Misschien was het, gezien vanuit de mens, een bewuste en nuttige samenwer king. De mens is immers de mees te insecten liever kwijt dan rijk. Hoewel, misschien zijn ze wel heel erg lekker? En als de mens dan "knechtjes" (gierzwaluwen) kan inschakelen... Dit zou dan - zoals dat tegenwoordig wel heet - voor mens en vogel een win- winsituatie opleveren. Tijdens een wandeling van ons gezin in de Sierra de Guadarama in Spanje vloog een gierzwaluw zo "roetsj" een holte in een den nenboom in. Dus dat doen ze ook...Hoe kwamen de gierzwalu wen aan woongelegenheid toen er nog geen stenen huizen waren, vroegen wij ons al langer af. De gierzwaluw in de Sierra gaf gedeeltelijk antwoord op deze vraag. Veel was en is mis schien al bekend op dit terrein, maar het is leuk om hier nog eens in te duiken. Wij waren daar, om vogels (bijvoorbeeld reusachtige gieren en andere bij zonderheden) van deze bergrug te bekijken. Maar een "doodge wone" gierzwaluw die in een gat in een dennenboom duikt, was voor ons een hele verrassing. Er zijn overigens voor de gierzwa luw nog andere opties dan holtes in bomen. Ik doel hier op holen in rotsen. Gaten in bomen schijnt iets speciaals voor het vasteland van Europa te zijn. Voor de bouw van nesten maken ze gebruik van in de lucht verzameld materiaal. Zoals gras, veren en andere (o.a. plantaardige) materie. Ze doen overigens nagenoeg alles in de vlucht, tot en met slapen toe, als je het geloven mag. Ze hebben een territorium van enkele vier kante kms. De jongen verlaten met morele steun van de ouders het nest en moeten het verder maar uitzoeken. Ze zijn dan net zo groot als de ouders. Dankzij de overstap van natuur lijke nestgelegenheid naar "men senwerk", zien en - niet te verge ten - horen wij de soort veel in dorpen en steden. Dan kan het gebeuren, dat hele troepen tus sen de daken door krijgertje spe len. Dat gierend geluid, weet je wel. Neef Alpengierzwaluw kan nog meer decibellen laten horen. Bijvoorbeeld in een stad als Istanbul. Onze 'gier' komt laat in de lente (eind april) en vertrekt alweer vroeg (vanaf augustus). Ze vliegen wel steeds vroeger naar ons landje. De oorzaak is waarschijnlijk de klimaatverande ring. Vorig jaar vlogen er begin september nog enkele over Groede. Die kwamen misschien wel helemaal van Sint - Petersburg en Helsinki? Kortom, een bijzondere vogel die gierzwaluw. Dankzij een verre reis naar een Europees land waar je nog gieren kunt bekijken, heb ben we ook e.e.a. van dat zoge naamde "gewone" vogeltje opgestoken. Literatuur: Birds' Nests, Campbell, Ferguson- Lees. Constable. The Johns Hopkins University Press. Baltimore and London 1991 B. Grzimek., ed. 1975.Grzimek animal life encyclopedia.. I-IV. Van Nostrand Reinhold,New York, vols. 10-13. 1 't duumpje 3/'07

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2007 | | pagina 11