als patrijskuikens in het gras om
allerlei kleine insecten te vangen.
De lekkernij voor de kuikens zijn
miereneieren.
Opvallend waren de periodes van
activiteit en rust. Nadat ze een
half uurtje hadden rondgeschar
reld om te eten en te drinken,
vielen ze letterlijk in slaap voor
een tweetal uren. Hoe groter ze
werden, hoe langer de periodes
van activiteit werden. De kuikens
groeiden zeer snel en opmerke
lijk was de ontwikkeling van de
vleugels. Na tien dagen konden
ze al korte vluchten maken. Eerst
een forse sprong, dan wat
gefladder met de vleugels en op
die manier stonden ze een meter
verder.
Typisch was ook het scharrelge
drag. Meermaals werd ik 's
nachts gewekt door het geluid
van het scharrelen tijdens het
pikken van voedsel. Als de plui
men tevoorschijn kwamen, werd
een stofbad hun geliefkoosde
bezigheid. Dit gedrag blijkt aan
geboren te zijn, want ze hadden
immers geen ouders die het hen
voor konden doen.
Het werd juli en in de tuin had ik
een kleine poel aangelegd. Het
ouderkoppeltje, van de kuikens
die ik aan het grootbrengen was,
kwam dagelijks drinken. Dit was
gebonden aan vaste tijdstippen:
's morgens tussen 8 en 9u. en 's
avonds tussen 19 en 20u. kwa
men ze aangevlogen. Ze dronken
en vlogen meteen daarna terug
weg. Op dat moment had ik al
heel wat beelden kunnen maken.
Ze waren de hut zo gewoon, dat
ze soms passeerden op enkele
centimeters. De zorg van het
mannetje voor het wijfje was
zeer opvallend. Het was vooral
het wijfje dat dronk, terwijl het
mannetje op de uitkijk stond.
Regelmatig dronk het mannetje
helemaal niet.
Ergens begin augustus zag ik tot
mijn grote verwondering het
koppeltje met wel tien kleine
kuikens in de weide bij de poel.
Dagelijks kwam het koppeltje
met de kuikens in de hooiweide
om insecten te zoeken en dage
lijks zag ik minder kuikens tot er
nog twee overbleven. In augus
tus was het zeer nat en koud en
dat is dikwijls funest voor een
kuiken, zeker de eerste dagen.
De oudjes waren vooral op zoek
naar mierennesten in de hooi
weide, Meermaals heb ik kunnen
zien hoe de oudervogels een
mierennest te lijf gingen. Met
veel enthousiasme werd het mie
rennest blootgelegd met hun
poten, zodat de kuikens de vrij
gekomen miereneieren konden
oppikken.
Inmiddels had ik een grote loop-
kooi in de weide gemaakt, waar
in de zeven jonge patrijsjes kon
den rondlopen en rondvliegen.
De patrijsjes zaten nu blijkbaar in
het territorium van het ouder
paartje (eigenlijk ook hun
ouders) met de nog overblijven
de kuikens.
Het was vooral het wijfje dat
zeer agressief tekeerging. Ze liep
verschillende keren rond de kooi,
om de voor haar vreemde patrij
zen te verjagen. Het mannetje
bleef meestal rustig en hield een
oogje in het zeil, terwijl hij zich
ontfermde over de twee kuikens.
Hoewel ik ze dagelijks voedsel
bracht, bleven aanvankelijk de
jonge patrijsjes in de kooi zeer
schuw. Maar de laatste weken
veranderde dit en kwamen ze
zelfs mijn richting uit bij het
brengen van voedsel. Dit was ook
het signaal om de jonge patrijsjes
de vrijheid te geven.
Tijdens een periode van droog
weer heb ik ze begin september
losgelaten. Ze liepen eerst enkele
rondjes in de weide om dan de
vleugels te nemen, 's Avonds
keerden ze echter terug naar de
kooi om er de nacht door te
brengen. Toen ze de volgende
dag opnieuw de wijde wereld
konden verkennen, zijn ze niet
meer teruggekeerd naar de kooi.
In de loop van oktober heeft er
blijkbaar een grote familiever
zoening plaatsgevonden, want
nu zit er een groep van elf patrij
zen in de buurt. En hopelijk
leven ze nog lang en gelukkig...
"%6aS
13 't duumpje 3/'07