Gevolgen van klimaatverandering voor de natuur in West Zeeuws-Vlaanderen? Anna Almekinders en Hans van Kuijk Na het schetsen van mondiale ontwikkelingen, ligt het voor de hand het geheel nader toe te spitsen op onze regio. Ecologische veerkracht Alterra heeft in 2006 een rapport gepubliceerd met als titel: EHS en klimaatverandering. Centraal daarin staat het begrip ecologi sche veerkracht. Dat is het ver mogen van de natuur zich aan te passen aan veranderingen. Het zal duidelijk zijn dat robuuste gebieden met een grote soorten rijkdom zich beter kunnen aan passen dan versnipperde gebie den en er moet samenhang zijn tussen de gebieden onderling. Dan worden er mogelijkheden geboden voor soorten van elders om nieuwe leefgebieden te creë ren en soorten die er al zijn, zijn beter bestand tegen veranderin gen. In het rapport staat dat niet duidelijk is wat de veranderingen in het klimaat tot gevolg zullen hebben. Men verwacht dat soor ten waarvoor Nederland de zui delijke grens vormt, naar het noorden zullen gaan en wellicht uit ons land zullen verdwijnen en nieuwe soorten uit het zuiden ons land zullen binnenkomen. West Zeeuwsch-Vlaanderen Toegespitst op West Zeeuwsch- Vlaanderen moet er niet alleen aandacht zijn voor de EHS in de vorm van een natte as, maar die nen ook voor andere soorten voorzieningen te worden getrof fen om te kunnen migreren en zo de gevolgen van veranderin gen in de natuur een kans te geven. Een goed beheer van de aanwezige dijken en wegbermen zou hiertoe een goede aanzet zijn. Op dit moment is er sprake van versnippering waarbij er wei nig mogelijkheden zijn om nieuw leefgebied te creëren en evenmin voor soorten om zich aan te pas sen aan veranderende omstan digheden. Weet wat je meet Om in te kunnen spelen op ver anderingen, is het belangrijk te weten wat er nu leeft en waar. Dit inventariseren dient over een lange tijd te gebeuren. Pas dan is te zien of er iets gebeurt. Het is ook niet verstandig snel conclu sies te trekken. Akkoord, 'meten is weten' maar 'weet wat je meet'. Enkele voorbeelden van hoe metingen verkeerd kunnen wor den geïnterpreteerd volgen hier onder. Vóór 1940 werden er veel Koninginnenpages gezien. Na die datum nam het aantal snel af. De veranderingen in de landbouw, zoals mechanisatie, gewijzigd grondgebruik en introductie van bestrijdingsmiddelen, werden als hoofdoorzaak aangewezen. De laatste jaren neemt het aantal Koninginnenpages weer toe en nu hoor je mensen zeggen dat dit het gevolg is van de opwar ming van de Aarde. Maar is dat wel zo? Het is een feit dat de temperaturen na 1940 zijn gedaald en sinds 1977 weer stij gen. Dus de opwarming zou een rol kunnen spelen. Maar is de daling van het aantal vlinders dan ten onrechte aan de land bouw toegeschreven En is de toename alleen te danken aan de toename van de temperatuur? We weten het niet en er speelt nog een andere factor nl. het opkweken van rupsen van deze vlinder. Dat gaat gemakkelijk en gebeurt daarom ook en soms op vrij grote schaal. Wellicht is dit kweken de voornaamste oorzaak van de toename van het aantal vlinders. Een ander voorbeeld. Vorig jaar werden er veel trek- vlinders gezien. Veel mensen dachten dat het aan het warme jaar lag waardoor vlinders vanuit het zuiden op zoek gingen naar koelere gebieden. Maar wat te zeggen van de Rouwmantel, een dagvlinder die ook in het noor den en oosten van Europa leeft? Ook die werd in 2006 massaal gezien in Nederland. Waarom kwamen die vlinders naar ons land? Een logische verklaring zou kunnen zijn dat er door voedselgebrek veel vlinders zijn uitgevlogen op zoek naar nieuwe leefgebieden. De richting van de trek werd niet door de warmte bepaald, maar door de windrich ting. Vlinders maken van de wind gebruik om zich te verplaatsen over grote afstanden. Verder zijn vooral de leefcondities in de eigen leefgebieden van belang. Als er geen noodzaak tot emigre ren is, blijven ze daar. De winter 2006 - 2007 was warm, goed voor zuidelijke soorten om hier te overwinteren. Toch waren er in West Zeeuwsch-Vlaanderen in 2007 niet aantoonbaar meer zui delijke vlinders (op een enkele soort na) dan in 2004 of 2005. Blijkbaar zijn de condities om hier te overleven onvoldoende. Tot slot In dit verhaal is naast de aan dacht voor de klimaatverande ring ook marginaal ingegaan op het aspect biodiversiteit. Als je over het een schrijft, raak je van zelf het ander. In een volgend verhaal hopen we dieper op het begrip biodiversiteit in te gaan. Lp 7 't duumpje 4 '07

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2007 | | pagina 7