Klaprozen, strijders aan het front k - Awie de Zwart j£- 1 4- Zo rond 11 november heeft heel de streek weer herdenkingen meege maakt hier en net over de grens waar de Eerste Wereldoorlog heel wat meer aandacht krijgt dan de Tweede. En de klaproos speelt hier in een bijzondere rol. "In Flanders fields the poppy's blow/ between the crosses row on row" Het zijn de eerste regels van het wereldberoemde gedicht van John McRae. Een Canadese legerarts die het schreef in 1915 toen hij tijdens de Eerste Wereld oorlog gelegerd was in de buurt van leper (B) en getuige was van de eerste aanvallen met chloor gas. Het gedicht handelt over de gruwelen van de, zoals ze buiten Nederland zeggen, Grote Oorlog en was de directe aanleiding om de klaproos uit te roepen tot het symbool voor een van de meest gruwelijke oorlogen uit de geschiedenis. De prominente rol van de klaproos in het gedicht is niet verwonderlijk. De Eerste Wereldoorlog staat bekend als loopgravenoorlog, waarvoor vele honderden hectares landschap op de schop gegaan zijn. Niet alleen door het delven van de loopgra ven, maar ook de vele explosies zorgden ervoor dat de bodem op een weinig subtiele wijze terug werd gebracht naar het pionier stadium. Een kale onbegroeide bodem. En deze uitgangssituatie is de rode loper voor éénjarige akkerkruiden zoals de klaproos. Het is dan ook goed voor te stel len hoe de maagdelijke grond tussen de kruizen van de jonge massagraven werd veroverd door de rode klaprozen. Vuur en vlam Ook na de oorlog, als kanonnen zijn omgesmolten tot ploegscha ren, blijft de klaproos onze met gezel. Steeds weer duikt de plant op in het kielzog van de mense lijke activiteit. Iedere beroering van de grond is vragen om klap- prozen. In een mum van tijd kan de plant een kale bodem in vuur en vlam zetten. Een pionier die de maagdelijke gronden te lijf gaat. In de voorste linies van de strijd de weg effent voor nako mende vegetaties. De klaproos een strijder aan het front. Ongestreken hemd Op het eerste oog lijkt de klap- proos maar een kort leven beschoren. Tussen het kiemen en de zaadzetting zitten soms maar enige weken. Maar voor het zover is, heeft de klaproos in de vorm van zaad het nodige geduld moeten betrachten. Soms jarenlang ligt het zaad te wach ten op het uur U: het moment waarop de bodem zich opent en de zaden het licht zien. Wetenschappers hebben aange toond dat de zaadjes 80 jaar kiemrust kunnen overleven, maar éénmaal gekiemd gaat het vlug. Vaak met vele tegelijk komen de plantjes boven. Daarna groeien ze snel en verschijnen de bloem knoppen. Deze ovaalronde groe ne knoppen laten tot aan de bloei hun kopje hangen. Breekt de bloeitijd aan, dan richt de stengel zich op en in de vroege ochtenduren gaat de knop open en ontvouwt de bloem zich als een ongestreken hemd uit zijn beschermhoesje. Door de warmte van de zon worden de kreukels glad gestreken. De bloemen wor den vervolgens bezocht door vliegen, zweefvliegen en hom mels waarna al na één dag bloei de bloemblaadjes afvallen. Toch valt dat nauwelijks op, omdat er onvermoeibaar nieuwe bloemen worden geproduceerd. De nog groene zaaddoos wordt nu zicht baar en rijpt de volgende dagen af. Op dat moment openen zich de luikjes onder het dakje van de zaaddoos en kan het zaad wor den uitgestrooid. Laatste adem In West Zeeuws-Vlaanderen heb ben we te maken met drie soor ten klaprozen. Alle bloeien rood en zijn éénjarig. De bekendste is de Grote klaproos. Het is ook de meest algemene soort. Minder bekend en minder algemeen is de Bleke klaproos. Hij lijkt in zijn verschijning op de Grote klaproos maar heeft bleekrode bloemen en iets afwijkend blad. Na de bloei laat hij zich beter onder scheiden door de zaaddoos. Die is duidelijk smaller en langer. Het meest bijzonder is de Ruige klaproos. Hoewel de naam wel licht anders doet vermoeden, is het de kleinste van de drie en meteen ook de zeldzaamste. Over de laatste tien jaar zijn slechts drie vindplaatsen bekend. Twee van de drie vondsten betreffen afgravingen waarbij oude grondlagen werden ont bloot. Nakomelingen van allang vergeten voorouders. En mogelijk zullen de nakomelingen van deze generatie pas het levenslicht zien als wij onze laatste adem al heb ben uitgeblazen. "In Vlaanderen bloeien de kla prozen/Tussen de kruizen, rij aan 8 't duumpje 4 '07

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2007 | | pagina 8