Euro BirdWatch 2007
nologiewerkgroep werd, herinnert
zich dat in die jaren de ruilverkaveling
van Eede, aangevangen begin jaren
'50, nog steeds niet was afgerond -
het zou daarna nog jaren duren! Een
onderwerp dat steeds terugkeert en
"houvast" voor de natuurplanologen
biedt is de ecologische hoofdstructuur
en daarin heeft 't Duumpje een actieve
rol gespeeld, waarbij de inbreng van
alle werkgroepen een 'must' was.
Voorbeelden: Sofiapolder en Willem-
Leopoldpolder. In de ruilverkaveling
Sluis-Oostburg [begonnen in '84) kon
circa twee hectare natuur worden
toegevoegd. In de verkaveling Bres-
kens-Zuidzande kon zelfs 50 hectare
worden vrijgemaakt. Wat mislukte: De
herinrichting Aardenburg ['92) toen de
boeren zich verzetten. De herinrichting
Kust mislukte eveneens ['96), maar die
vormde de opmaat naar Kust in Kleur.
Dan was er [ondanks alle inspannin
gen en handreikingen van 't Duum
pje) het ruimtelijk en landschappelijk
drama met het 'Groede Podium' [vóór
2007 een ouderwets drukbezocht
familiepark met hertenwei en speel
plaats rond tot begroeide heuvels
verpakte bunkers) dat als gevolg van
een domme jacht op Europese sub
sidie een totale kaalslag onderging
en bij elkaar enkele miljoenen euro's
opslokte. Een potsierlijk stel bouwsels
en tuinstrookjes tussen asfaltwegen is
alles wat ervan over is. De gemeente
Sluis, in de ban van het Europese geld
[dat men uiteindelijk misliep) had geen
oor voor de natuurbeschermers. Dan
had je de windmolens bij Hoofdplaat,
die zowel buiten als binnen 't Duumpje
tot een grote verdeeldheid leidden. Een
geluk: het werden er 5 in plaats van
22. De gemeente zal misschien een
planschadeclaim niet ontlopen. Een
voorbeeld overigens van wisselende
opvattingen, ook in de milieuhoek: men
begint steeds kritischer aan te kijken
tegen windmolens, zowel vanwege
hun energie-inhoud als wisselende
energie-opbrengst.
Leo vat werk en invloed van 't Duumpje
tot slot aldus samen: "Wij worden vaak
voor "lastig" uitgemaakt en vaak heeft
men niet in de gaten dat wij in voor
iedereen moeilijke kwesties gewoon
behulpzaam proberen te zijn in een
gebied waaraan wij ons hart verpand
hebben".
door Jan Janssens
Op 5 oktober 2007 waren 8 leden
van de vogelwerkgroep, 3 Vlaamse
tellers en enkele passanten present
op de telpost om een bijdrage te
leveren aan Euro Birdwatch.
Het was de hele dag zonnig en
helder weer bij een NO wind van
3-4 Beaufort. Er werden dit jaar
3.062 vogels geteld, verdeeld over
58 soorten.
Dit kan van jaar tot jaar sterk wisselen,
afhankelijk van de weersomstandighe
den. In 2006 werden bijvoorbeeld 4.395
vogels geteld verdeeld over 34 soorten
en in 2005 maar liefst 12.098 vogels
verdeeld over 43 soorten.
Krenten in de pap waren een Dwerg
meeuw, een Grote zilverreiger, een
aarde worden er 1.186 met uitsterven
bedreigd. Daarnaast gaan er ook nog
eens 5.000 soorten beduidend in aan
tal achteruit. Deze soorten vormen de
leidraad voor prioriteiten in het werk
van Birdlife.
In totaal hebben 105 vogelwerkgroe
pen meegedaan, die samen 110 tellin
gen organiseerden. Met de 39 telpos-
ten, die hun tellingen aan trektelling
hebben doorgegeven komt dat op een
totaal van 149 tellingen in Nederland.
Er werden in Nederland 474.581 vogels
geteld over 208 soorten
In totaal deden 31 landen mee aan
deze Europese telling. Van Noorwegen
tot Gibraltar en van Azerbeidzjan tot
Slechtvalk [man), 3 Sperwers, 27
Sijsjes, 99 Veldleeuweriken, 31 Zwarte
mezen en 31 Zwarte ruiters.
Dit jaar nam de Zwitserse Birdlife-part-
ner SVS de coördinatie in handen van
deze 2-jaarlijkse telling die afwisselend
met World Birdwatch georganiseerd
wordt.
In het verslag van 2007 van deze
Internationale telling, dat al jaren wordt
samengesteld door Gert Ottens van
Vogelbescherming Nederland, vinden
we een aantal opmerkelijke gegevens.
Van de bijna 10.000 vogelsoorten op
De vogelwerkgroep in actie op de
telpost [Jan Janssens]
Ierland. 45.000 tellers brachten een
dag de Europese trekvogels in kaart. In
totaal werden 2.851.678 vogels geteld
op 1.441 locaties.
Zweedse deelnemers telden de
meeste vogels, maar liefst 908.558!
Ons resultaat stond op een goede
tweede plaats. Alleen Hongarije [209),
Rusland [207) en Polen [163) hadden
meer tellingen georganiseerd. Het
hoogste aantal deelnemers was zoals
gebruikelijk in Spanje actief met 22.000
vogelliefhebbers. Bij ons stonden naar
schatting 1.000 vogelaars te tellen en
de jongste tellers waren 8 jarige kinde
ren van een Kroatische schoolklas.