Vogelexcursie naar de Noordelijke Delta door Herman van de Voorde Al een aantal jaren organiseren onze buren van De Steltkluut 's winters een excursie naar het noorden van onze provincie. Dit gedeelte van de Delta staat bekend om zijn grote aantallen overwinte rende ganzen en smienten, maar er zijn voor ons ook veel soorten te zien die in onze regio niet of nau welijks voorkomen. Een groot voor deel van gezamenlijk vogels kijken is datje elkaar attent kunt maken op bijzondere soorten en tevens kun je ook van elkaar leren. Op zaterdag 16 februari verzamelden we in Terneuzen en daar bleek dat we met 9 Duumpjes in de meerderheid waren. We troffen daar toevallig ook nog enkele vogelaars die een torenvalk hadden gevangen, die werd gemeten, gewogen, bekeken en gefotografeerd. De Flauwers- inlaag en De Prunje We vertrokken richting Zierikzee en daar werd de eerste waarneming ge noteerd, nl. een Blauwe kiekendief in vrouwkleed, d.w.z. dat het een vrouw tje of een juveniel (jong) kan zijn. Vanaf de Heerenkeet reden we over de dijk tussen de Oosterschelde en de Flauwers-inlaag en daar zagen we mondjesmaat de eerste smienten en middelste zaagbekken. Een groep van een paar honderd Scholeksters, met daarbij een vijftigtal Kluten liet ons halt houden. We zagen er de "gewone" eendensoorten, zoals Wilde eend, Berg-, Kuif- en Slobeend, maar ook "bijzondere" zoals Pijlstaart, Winterta ling, Brilduiker (1) en Nonnetje (2 kop pels) en een drietal Kleine zilverreigers. Er waren hier slechts kleine groepen van Rotgans, een soort die wij hier zel den zien, Brandgans en Grauwe gans. Kolganzen ontbraken niet alleen hier, maar hebben we de hele dag niet ge zien, waarschijnlijk omdat we aan het eind van een zachte winter zitten. Van wege deze hogere temperaturen zagen we hier ook een groepje Zwarte ruiters en even later in De Prunje een vijf tigtal Grutto's. Vervolgens eerst twee en daarna nog eens vier Lepelaars. Eentje was er geringd, en had aan de rechterpoot een gele ring en een gele vlag. Noemenswaardige waarnemingen waren hier nog de twee Kleine zilver reigers in de lucht, een groep van wel 300 Kluten in het water en een mooie groep Rotganzen op het land. Brouwersdam Onderweg naar de Brouwersdam, het vogeleldorado in de winter, noteer den we zeven Nijlganzen. We reden meteen door naar een strandtent voor een kop soep of koffie. Ook al was het mooi weer met een temperatuur van een graad of 5, het oostenwindje zorgde er voor dat het in de wind toch wel fris was. Even binnen zitten en iets warms nuttigen is dan wel lekker. We zagen er een groot aantal Futen, Drieteenstrandlopers en Middelste zaagbekken. Eidereenden waren er maar weinig. Brilduiker en Roodkeel- duiker, een koppeltje IJseend en drie Zwarte zeeëenden waren waarnemin gen die eruit sprongen, evenals die van de zeven Paarse strandlopers die van dichtbij te zien waren. Zo vaak gebeurt dat niet en voor enkelen onder ons was het de waarneming van de dag. Leuk waren ook de vele Steenlopers, die op en tussen de stenen vlak naast de auto liepen en die ene Kanoet. Goeree We reden de provincie uit naar de Kou denhoek, een natuurgebied ten zuiden van Goedereede. Enkelen van ons za gen een IJsvogeltje boven de sloot een eindje met ons meevliegen. De paar duizend Brandganzen hebben we wel allemaal gezien, evenals de Slechtvalk. De laatste zat tamelijk dichtbij en door de telescoop was fantastisch te zien hoe mooi getekend de kop van deze vogel is. In de buitenhaven van Stel lendam zagen we voor het eerst een flink aantal Bonte strandlopers. Verder zaten er Kluten, Pijlstaarten, Winterta lingen en een verrassende waarneming was die van een Roodborst tussen de stenen aan de voet van de dijk. Toen de Blauwe kiekendief (vrouwkleed) uit het zicht verdwenen was, reden we nog een klein stukje verder naar Scheelhoek, onze laatste bestemming. Hier zat al een Buizerd ons op te wach ten en er dook een vrouwtje Bruine kiekendief in het riet. Behalve een paar duizend Brandganzen troffen we hier een soort die we deze dag nog niet hadden gezien, nl de Goudplevier. Na dat we nog een Lepelaar op ons lijstje hadden bijgeschreven keerden we huiswaarts. De grote aantallen ganzen en smienten hadden we dan wel niet gezien, maar wel veel andere, leuke soorten. Volgend jaar ben ik weer van de partij. De Prunje (Jan JanssensJ.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2008 | | pagina 10