Met de Visdiefjes op pad Jan Janssens Een grote groep Visdiefjes in de Cletemspolder! Dit keer gaan de Visdiefjes op zoek naar Vinkjes. Nadat de kinderen in groepen zijn verdeeld, krijgen ze een kaart uitgereikt met afbeeldingen van planten en dieren, maar ook van schelpen en andere dingen die je op het strand kunt vinden, want daar gaan ze eerst naartoe. Als ze iets vinden dat op de kaart staat, mogen ze een Vinkje zetten en een vraag beantwoorden, waar ze nog meer Vinkjes mee kunnen verdienen. Ook voor het verzamelen van zwerfvuil kunnen Vinkjes worden verdiend. Het duurt niet lang voordat groepjes zich over het strand verspreiden. Soms gaat dat heel rustig, maar er zijn ook groepjes, waar kinderen letterlijk over het strand heen en weer stuiteren om toch maar zo veel mogelijk zwerfvuil Het is 13 april rond kwart over één. Auto's rijden af en aan naar de par keerplaats van de Cletemspolder. Er stappen kinderen en volwassenen uit. Ze wachten op wat gaat komen. Uit de Cletemspolder komen één voor één natuurouders en gidsen van 't Duumpje gedruppeld: de Vis diefjes gaan weer op pad. te verzamelen. Het strand wordt daar natuurlijk wel mooi schoon van. Er wordt ook gezocht naar Kokkels, Blaaswier, fossiele schelpen, Zeekat skeletjes en op de paalhoofden Zeepokken, Rotswier, Mosselen, maar ook Schaalhoorns bijvoorbeeld. De vragen zijn soms grappig, maar soms ook serieus. Na een uurtje is er genoeg verzameld om een kans te wagen bij de touwbrugwachter, een reusachtige kerel die, samen met zijn hondje, op post staat voor de touwbrug. "Wat komen jullie hier doen?" buldert ie. "Wij willen graag de touwbrug over naar het natuurgebied" roepen de kinderen. "Dat gaat zo maar niet! Daar moet je eerst voor betalen!" zegt ie streng en hij doet twee passen naar voren. "Maar wij hebben geen geld" roepen de kinderen nu. "Je kunt hier ook met Vinkjes betalen!" zegt ie dan. Hij kijkt eens in de zak met zwerfvuil en telt de Vinkjes op de lijst. Dan ziet ie de meegenomen strandvondsten. Hij schat eens en doet een bod. Gelukkig is het net genoeg om verder te mogen. Het is wel lachen op die touwbrug, want de kinderen die er op staan beginnen heel hard te springen en de touwbrug gaat helemaal heen en weer. Gelukkig blijft iedereen droog. Het eerste dat opvalt aan de overkant zijn de grote koeiendrollen. Soms zijn ze helemaal uit elkaar gevallen en midden in een drol groeit een mooi plantje dat heel lekker ruikt. Eucalyptus! Nee, Mint! Het ruikt naar mint! Hier groeien veel planten met stekels: distels, Braam, Duindoorn, maar ook rozen bijvoorbeeld. Maar de ene stekel ziet er soms heel anders uit dan de andere. De volgende hindernis is een sloot. In de sloot staan paaltjes, die net onder water staan. Als je over de paaltjes loopt lijkt het net of je over het water kan lopen. Dat is een grappig gezicht. Gelukkig liggen er bamboestokken klaar om op te steunen. Als je het eng vindt, mag je ook met een bootje over, maar bijna alle kinderen gaan over de paaltjes. De "stuiters" gaan natuurlijk als eerste. Het liefst zouden ze een paar keer heen en weer gelopen zijn, maar dat gaat niet want de andere kinderen moeten ook nog. Nu zijn wel bijna alle bamboestokken aan de overkant. Hoe moeten die nou weer terug. "Gooi ze maar!", roept de wachter die bij de paaltjes staat. De helft van de stokken belandt in de sloot, maar kunnen met de andere stokken weer naar de kant gehaald worden. Nu moet er eerst een flinke heuvel beklommen worden waar een minuskuul plantje groeit "Zandhoornbloem". Als de kinderen dat kunnen vinden krijgen ze daar zelfs 2 vinkjes voor. En warempel het lukt. Aan de ander kant van de heuvel is een dicht duindoornstruikgewas, waar ze doorheen moeten.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2008 | | pagina 16