Graslathyrus in de Versche polder Awie de Zwart Ergens dit voorjaar moesten wij voor het werk in de Versche polder, een natuurgebiedje ten oosten van Retranchement, enkele koeien verweiden. De dieren waren echter erg op hun gemak en hadden absoluut geen zin om te verkassen. Om de dames herkauwers wat op gang te helpen proberen we ze op te duwen. Min of meer voorover gebogen zetten we de handen aan de koe en begin nen te duwen. Het resultaat loopt niet over. De vele honderden kilo's laten zich niet zo gemakkelijk in beweging zetten. Terwijl wij al onze krachten aanroepen staan de dames nonchalant te herkauwen en verzetten geen poot. Onze missie is kansloos. Maar ondanks het feit dat onze duwactie weinig voortgang kent levert het toch nog iets moois op. Een plantje wel te verstaan. Want terwijl we zo voorover gebogen staan te duwen, valt mijn oog plots op één enkel paarsrood bloempje. Een vlinderbloemige zoals de bloem van Brem. Het bloempje lijkt volledig los te staan van de rest van de plant omdat er in de directe omgeving niets anders groeit dan gras. Omdat we de koeien toch nog niet in beweging krijgen on derbreek ik het duwen om te zien waar de bloem aan vast zit. Al snel blijkt de bloemsteel verbonden met één van de graspollen. Dat is vreemd denk ik in een eerste flits maar snel daarna schiet mij de mogelijkheid van Graslathyrus te binnen. Graslathyrus heeft als een van de belangrijkste kenmerken dat het blad sprekend op dat van gras lijkt, vandaar de naam. In de flora vind ik de bevestiging. Peultjes Graslathyrus is een zeldzame éénja rige soort die op de Rode Lijst staat. Ze vormt losse pollen en bezit, zoals gezegd, smal lijnvormig blad. In de voorzomer verschijnen de kleine rood- paarse bloemen met één tot hooguit twee bloemen per tros. Ze zitten aan een betrekkelijk lange bloemsteel. Om dat er altijd maar een beperkt aantal tegelijkertijd in bloei is springt de plant weinig in het oog. Na de bloei verschij nen de lange hangende peultjes waar na rijping de zaadjes uitvallen. Graslathyrus (Awie de Zwart). Bastion Graslathyrus is een warmteminnende soort die in Nederland aan de noord grens van zijn areaal zit. Strenge vorst in het vroege voorjaar kan de soort ge voelig raken en zorgen voor een sterke terugval in het aantal planten. Grasla thyrus komt als vanouds tamelijk veel vuldig voor op Zuid-Beveland waar de plant, zoals de Flora het omschrijft, een 'bastion' heeft. Elders in Zeeland wordt de soort maar sporadisch aangetrof fen, zo ook in Zeeuws-Vlaanderen. Tijdens de grootschalige planteninven- tarisaties door de provincie Zeeland begin jaren tachtig is de plant op vijf plaatsen in West Zeeuws-Vlaanderen gevonden. Allen ten oosten van de lijn St Kruis - Turkeye. Daarna is de soort, voor zover bekend, niet meer terug gevonden in onze streek. Wakker geschud Vóór 1950 is Graslathyrus maar bekend van één kilometerhok. En laat dat nou net het kilometerhok van de Versche polder zijn. Je zou dus voorzichtig kunnen concluderen dat deze nieuwe groeiplaats afkomstig is uit een oude zaadbank die dankzij het afgraven is blootgelegd en wakker geschud. Een vraag die op komt is uit welk biotoop deze zaadbank afkomstig is. Met andere woorden, in welk biotoop is de plant destijds aangetroffen. Om die vraag te beantwoorden heb ik de Historische Atlas van Zeeland geraad pleegd. En daar bleek het gebied rond 1910 uit akkerland te bestaan. Mogelijk is de vondst destijds dus gedaan in een akker en was Graslathyrus ter plekke een akkeronkruid. Tegenwoordig is de soort, zoals zoveel akkerkruiden, uit de akkers verdwenen en verbannen naar de open plekken op dijken. En zo blijkt maar weer dat het met floristen slecht koeien vangen is maar dat je met on willig vee prima kan botaniseren. Bloeiwijze van de Graslathyrus (Awie de Zwart).

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2008 | | pagina 7