Een middagje in Braakman Noord Jaap Poortvliet met Henk Castelijns, Bram Vroegindewei, Herman van de Voorde en Jaap Poortvliet Dinsdag 20 mei om 16 uur hadden we een afspraak met iemand van Dow om daar 4 jonge Slechtvalken te gaan ringen. Ook Peter van Geneygden, de slechtvalkenringer zou dan ter plaatse zijn. De portier keek wat verwonderd toen we ons meldden, maar na enige uitleg waren ze erg behulpzaam. Om 15.45 belde Peter dat hij nog maar aan de Moerdijk was, dus dat kon nog wel anderhalf uur duren. Om 17 uur was de dienst van deze portier afgelo pen, maar hij zou het doorgeven aan zijn opvolger. We hebben van de nood een deugd gemaakt en zijn op voorstel van Henk eens gaan rondneuzen in Braakman Noord. aantallen: 25 Blauwe Reigers, 40 Kleine Zilverreigers en een Koereiger. Die laatste heeft trouwens vorig jaar ook in de Braakman gebroed, maar door het slechte weer is het legsel verloren gegaan. De grootste verrassing was wel een waarschijnlijk broedgeval van een Lepelaar. Naar later bleek, was dit te mooi om waar te zijn, want later in cd .05 n 05 .c Q5 Eerst zijn we naar een Roekenkolonie geweest. Het waren nog maar 3 nes ten, maar misschien volgend jaar meer. In ieder geval is het wel bijzonder voor Zeeuws-Vlaanderen. Daarna zijn we naar de gluurmuur gegaan om een kolonie Reigers te tellen die daar in de dennen zouden broedden. We kwamen tot de volgende het seizoen is zowel de Lepelaar als de Koereiger niet meer teruggezien. Toen ging de mobiel en het was Peter die meldde dat hij gearriveerd was bij de poort van Dow. Na wat uitleg zorgde de portier voor een begeleider naar de Slechtvalkenkast, die ergens hoog aan een gebouw hangt. Wij met z'n allen naar boven. We zagen en hoorden een oudervogel luid alarmerend rondvlie gen en hoorden ook de jongen luid roepen in de kast. We wisten al dat de jongen flink groot waren door een eerdere controle. Dit doen wij met een spiegel die aan een Jonge Slechtvalk (Jaap Poortvliet). lange stok vastzit, waardoor we zo in de kast kunnen kijken. De kast hangt met beugels aan het gebouw zo'n 1,5 meter naar beneden, dus die moest eerst opgetakeld wor den, vooraleer we de jongen uit de kast konden halen. Voor de zekerheid werd ook nog een plaat voor het uitvlieggat gehouden, omdat de jongen al zo groot waren. Er zaten 4 jongen in de kast, 3 mannetjes en 1 vrouw. Die vrouw woog al meer dan een kilo. Alle 4 de jongen werden gemeten en gewogen Er werd ook nog een beetje bloed afgenomen voor DNA onderzoek. Hierdoor kan men mischien de stamboom van de jongen achterhalen. Het leek wel een kleuterbureautje. Wat wordt er zoal gemeten? De klauw, daar kan men aan zien of het een man of een vrouw is.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2008 | | pagina 14