Waarom eendenkroos wél en de
grote waternavel niet?
Sietz Leeflang
Acht jaar voordat minister Gerda Verburg van landbouw op 2 april jl in
Spakenburg krachtvoerbrokken gemaakt van eedenkroos voerde aan
koeien verscheen er in het vakblad voor waterbeheer H20 een arti
kel waarin gepleit werd voor het gebruik van de grote waternavel voor
veevoer. Terwijl in de media vol lof werd gereageerd op het innovatieve
gebruik van eendenkroos kreeg de schrijver van het artikel in H20, de
Gentse hoogleraar Jean de Maeseneer in de najaarsuitgave van het blad
een regen van verwijten over zich heen van vertegenwoordigers van de
Nederlandse waterschappen.
Een waterloop met vistrappen, afgeleid van de Brabantse Dommel, bij St Michiel-
gestel, waar langs de kanten in april de eerste randen waternavel zichtbaar waren
[Lieselot Leeflang).
De waternavel, een exoot en vooral in
organisch vervuild water woekerende
en voor de waterbeheerders veel over
last gevende plant, was maar één lot
waardig: zo effectief en snel mogelijk
te worden vernietigd.
Maar wat met eendenkroos kan, kan
ook met de waternavel en zelfs beter.
Na overleg met prof. de Maeseneer
schreef ik in H20 9 van mei van dit
jaar een nieuw pleidooi voor een
nuttig gebruik van de zeer eiwitrijke
waternavel. Dit keer volgde beduidend
minder kritiek en er is zelfs een nieuw
studievoorstel van de Wageningse
eendenkroosgroep, die de waternavel
niet wil uitsluiten, daarin gesteund
door het Waterschap Dommel en Aa in
Boxtel, dat veel problemen heeft met
de drijvende plant.
Eiwitleverancier en effectieve
waterzuiveraar
Wie de problemen kende van de wa
terschappen in Brabant, Gelderland en
Zuid-Holland met de grote drijvende
waternavel, toen een artikel over deze
plant in nummer 12 van H20 in het jaar
2000 verscheen met de titel "zegen
of vloek begrijpt de reactie van de
waterbeheerders. Het artikel, van de
Gentse hoogleraar, prof. dr. J. de Mae
seneer, dat een schets gaf van een plant
die als eiwitbron, maar ook als effectieve
waterzuiveraar een zegen zou kunnen
zijn, werd in het volgende nummer van
H20 door STOWA - medewerkers Roelf
Pot en Bas van der Wal fors onderuit
gehaald. Dit jaar staat de grote water
navel nog bovenaan op de zwarte lijst
en in het zomernummer van 2008 van 't
Duumpje werd eveneens gewaarschuwd
tegen deze exoot, die bij Retranchement
is waargenomen.
Maar dit voorjaar meldde H20 net
als vele kranten: "Eendenkroos wordt
veevoer". Toepassing als veevoer had de
Maeseneer ook genoemd als optie. De
door hem al jaren onderzochte waterna
vel kan als eiwitbron worden vergeleken
met soja.
Jammer genoeg was er een detail in
het artikel van de Gentse pionier dat
toen evenmin bijval kreeg: "de water
navel komt vooral voor in wateren, waar
eendenkroos zeer te duchten valt. De
waternavel komt daar als overwinnaar te
voorschijn". Dat laatste klonk toen extra
onheilspellend, want de grote waternavel
(afkomstig uit het zuiden van de VS) is
een exoot die zelfs sneller groeit als het
water voldoende verontreinigd is. De
Maeseneer had na uitgebreid onderzoek
sinds 1985 al vastgesteld, dat eenden
kroos:
1. niet zo'n goede waterzuiveraar is als
de grote waternavel;
2. veel moeilijker te verwijderen valt, al
was het alleen maar omdat het plantje
door de wind overal heen geblazen
wordt;
3. veel moeilijker en slechts onvolledig
te oogsten valt;
4. de eerste vorstperioden overleeft, in
tegenstelling tot de grote waternavel,
die grotendeels afsterft. Ook had hij
vastgesteld, dat de waternavel aaneen
gegroeide, hechte "matten" vormt die
niet door de wind verplaatst kunnen
worden en aan de oevers hechten
maar toch vrijwel volledig verwijderd
kunnen worden. Na oogsten (speci
ale machines niet vereist; op de kant
trekken met graafmachines volstaat)
zijn de planten binnen enkele uren
droog, terwijl eendenkroos het water
tussen de holle blaadjes zo lang vast
houdt dat daarvoor speciale droog-
processen vereist zijn.