Jeugdnatuurclub de Visdiefjes
www.visdiefjes.nl
Bij de andere kast is het mogelijk dat
kauwen wel een rol hebben gespeeld.
In de schuur waar deze kast aanhangt
zit al een aantal jaren een enorm kau-
wennest. Een ruimte van 2 meter diep
is helemaal opgevuld met takken en de
uitgang zit anderhalve meter boven de
nestkast van de torenvalken. In vorige
jaren zagen de torenvalken kans om de
kauwen steeds van zich af te slaan.
Maar een slecht voedselaanbod en dus
energietekort kan ook hier een cruciale
rol gespeeld hebben. De 2 resterende
maar dode jongen, die we daar vonden
lagen verspreid onder de kast. Die
waren er dus uitgehaald.
Een andere indicatie is de slechte con
ditie van de jongen in sommige kasten.
In een kast werd een zwak jong
opgegeten door de oudere broertjes
en zusjes. Dat klinkt heel wreed, maar
in de wereld van roofvogels is dat niet
uitzonderlijk. Op die manier is er wat
extra proviand voor moeilijke tijden.
Voor de andere jongen is het bij ge
brek aan voedsel dan de enige manier
om te overleven.
Ook hebben we 14 eieren gevonden die
afgestorven of niet bevrucht waren. Dat
kan iets zeggen over de conditie van de
oudervogels. Een verminderde weer
stand als gevolg van voedselschaarste
kan ook daar de oorzaak van zijn.
Tenslotte hebben we naast prooiresten
van aardmuis, veldmuis en bosspits-
muis een scala aan andere prooiresten
aangetroffen: winterkoninkjes, spreeu
wen, witte kwikstaart, merels, pimpel
mees, duif, bruine of zwarte ratten, een
paar jonge egels, zanglijsters en een
putter. Bijna altijd jonge exemplaren.
Dat betekent dat de torenvalken ver
plicht waren om op zoek te gaan naar
andere prooien dan muizen.
En als een Torenvalk niet op zijn ener
giezuinige, gespecialiseerde manier
aan prooi kan komen, dan moet hij er
zelf achteraan. En dat vreet energie.
Dat gaat ten koste van zowel de oude
vogels als het kroost.
Zolang er altijd weer goede jaren
volgen op slechte, waarin de soort zich
weer kan herstellen, maken we ons
voorlopig geen zorgen over de West
Zeeuws-Vlaamse torenvalken.
Jan Janssens
De Visdiefjes zijn sinds het vorige nummer al weer twee keer op stap
geweest. In september waren we op zoek naar fossielen in 't Zwin samen
met fossielenexpert Ruud Lie en in november hebben we in de Braakman
hele aparte paddestoelen gezien.
In het bezoekerscentrum vertelde
Ruud ons eerst wat nu precies een
fossiel is. Daarna vertelde hij waar we
op moesten letten als we zelf naar fos
sielen gingen zoeken.
Na zijn verhaal gingen we eerst naar
het fossielenstrandje bij 't Zwin om zelf
naar fossielen te zoeken en Ruud ging
zelf mee, dus we konden hem de oren
van het hoofd vragen. En dat gebeurde
natuurlijk ook.
De fossielen, die we gevonden hebben,
konden we mee naar huis nemen en
dat waren er behoorlijk wat.
We hebben ook nog andere bijzondere
schelpen en krabben gezien. In een
geultje telden we wel 25 heremiet-
kreeftjes.
Na een lekkere koek en wat te drinken
zijn we ook nog de geul in geweest.
We zaten helemaal onder het slik toen
we er uit kwamen. Maar het was wel
lachen.
V
In de Braakman was het ook leuk,
maar op een heel andere manier.
Een bos is echt heel anders dan de
kust.
We hebben er heel veel verschillende
paddestoelen gezien en ook een oud
wespennest. De tijd ging heel snel
voorbij en we moesten zelfs een beetje
opschieten om bij de open plek te
komen, waar we een spel speelden in
het herkennen van bomen.
Wil je meer weten over
de Visdiefjes?
Ga dan naar: