Wat ruist er door het struikgewas Danny Bauwens Een tijdje geleden heb ik bij een beperkte kring Duumpjesleden de vraag gesteld om uit te kijken naar zoogdieren. Bij een activiteit werd me dan ook de vraag gesteld "of er veel zoogdieren in Zeeuws Vlaanderen zit ten". Helaas moest ik hierop het antwoord schuldig blijven, want tot nu toe had ik geen waarneming door gekregen. Toen ik dit vertelde aan de vraagsteller was het antwoord: "dan moetje daar een leuk artikel over schrijven voor in het ledenblad. Dan komen de mensen wel los" en wordt het van, ja: "daar heb ik ook nog een hermelijn gezien". Egel [Hans van Kuijk). Het probleem met zoogdieren is datje ze zo weinig ziet en degene die je het meest ziet zijn de jekkiebekkie soorten. Muizen en ratten vallen hier voorname lijk onder. Ofwel zitje met de platge- reden soorten opgezadeld, Egels doen het goed onder deze categorie. Dan heb je ook nog de "Wat was dat" soort. Je ziet in een flits iets weg rutsen on der een struik en vraagt je af: "wat was dat nou?" Vraag het maar eens aan Toon Hermans. Hoe moet je daar dan een goed artikel over schrijven. Want meestal loopt gelijk welk zoog dier in het wild als een gek weg als het een mens ziet. Voor hen zijn we allesbehalve leuke beestjes. Hoe zou je zelf zijn als er de laatste 10.000 jaar op je gejaagd was. Maar als natuurliefhebber en al een paar jaar actief met inventariseren weet ik graag wat er leeft rondom ons. In de lente deed ik twee waarnemin gen die me eigenlijk aan het denken gezet hebben rond zoogdieren in Zeeuws-Vlaanderen. Het eerste was een dode bunzing op de Rijksweg in Eede, jammer. Het tweede was een konijnenburcht in een oude strohoop, leuk. Toen viel het me op dat er over zoog dieren zelden iets in het ledenblad stond. Na wat navraag bij enkele mensen binnen 't Duumpje hierover <J I/OS (Hans van Kuijk). bleek dat er wel het een en ander door iemand werd genoteerd en in de winter werden er braakballen gepluisd. Maar of deze gegevens op een punt samen kwamen, nee niet echt. Daarom mijn oproep bij een aantal "veldwerkers" om gegevens door te sturen. Met als gevolg de eerste alinea van dit artikel. Nu, eigenlijk verbaast het me niet. Als onbekende Belg bij een Nederlandse natuurbeschermingsvereniging een oproep lanceren is inderdaad een beetje vreemd. "Hoe kom ik er dan bij om het toch te doen" hoor ik je denken. Bijna drie jaar nu help ik mijn vrouw Darline al bij het verzamelen van gegevens voor de vlin derwerkgroep van 't Duumpje. Intussen weet ik ook al dat gegevens vrij serieus en accuraat behandeld worden binnen de vereniging. Ik ben het soms anders gewoon geweest. Het enige stiefkind binnen 't Duumpje vond ik de zoog dieren. Maar om nu met veel toeters en bellen een nieuwe werkgroep op te richten, nee liever niet. Die aanpak heb ik enkele jaren terug aan deze kant van de grens gezien, met alle ge volgen van dien. Of beter gezegd geen enkel gevolg en mensen die met hun hoofd tegen de muur liepen. Daarom was mijn idee om de zaak zachtjes aan op te starten en eens bij een reeks veldwerkers wat navraag te doen. Na bovenvermelde activi teit denk ik dat mijn vraag enigszins verkeerd begrepen is. Iedere melding

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2008 | | pagina 7