Knotwilgen zijn heel bijzonder
i
Roger Blaakman
Knotwilgen
zijn heel bijzondere bomen
"Knotwilgen zijn heel bijzondere bo
men, zei de moeder van Thorvald". Het
is de laatste zin uit het jeugdboek "Wat
de knotwilgen Thorvald vertelden".
"Wij, knotwilgen, hebben een voor
name taak. Wij zijn de wachters aan
het water, die waarschuwen: Pas op!
Voorzichtig! Hier achter komt het
water! Of wij zeggen: Stop! Hier begint
het moeras! Soms ook betekenen wij
alleen maar: Denk eraan, hier is de
grond ongelijk, want vroeger is hier
water geweest. Elk jaar, als onze wilde
bladerentooi geknot wordt, leveren wij
teen voor het vlechten van manden
en soms worden onze twijgen gestekt
door ze in de grond te zetten. Zo heb
ik mijn familie hier naast mij gekregen.
Is het niet waar kinderen? Ja, ja! Het
is waar", riepen de zes andere knot
wilgen en het gaf een geluid als een
uitzwermende wolk bijen.
En zo gaan de gesprekken van Thor
vald met de bijzondere knotwilgen in
het boek verder.
Toen de weg nog over knotwilgen
ging
In een uitgave van de Heemkundekring
Zevenaar kwam ik het volgende gezeg
de tegen. "Toen de weg nog over knot
wilgen ging". Dit gezegde is ontstaan
in de tijd dat de wegen nog regelmatig;
door sneeuwval onbegaanbaar waren.
Overstromingen, van rivieren en beken,
waren er vaak de oorzaak van dat de
wegen in de oeverlanden niet meer te
rug te vinden waren. De knotwilgen, dij
langs de wegen stonden en boven de
sneeuw en het water uitstaken, leidden!
de mensen naar de plaats van bestem-l
ming. In feite waren de knotwilgen de
voorlopers van de ANWB-wegwijzers. j
Óók bijzondere knotwilgen dus.
Het hierboven genoemde, winterse,
gezegde bracht mij bij het boek "De
wilgen in de winter". Een kinderboek
waar Mol en Pad de nodige avonturen!
beleven tussen de bladerloze wilgen
in de winter. Hangend, stil en berijpt,
over de oever van een eiland in het
Wilde Woud. Een dierenleven tussen
de wilgen dus.
En zo werd het mij duidelijk. Wilgen,
knotwilgen, zijn bomen die onze aan
dacht trekken. Ze hebben iets. Nu op
dit moment, maar ook lang geleden,
I
Thorvald in gesprek met de knotwilgen
uit "Wat de knotwilgen Thorvald vertel
den (Illustratie: Arna Zuidhoek
Het jongetje Thorvald fotografeerde
de knotwilgen achter zijn huis. Van
zijn oom had hij voor zijn verjaardag
een fototoestel gekregen. Zijn oom
had daarbij gezegd dat knotbomen
fijne bomen zijn om te fotograferen.
En inderdaad, zij hadden bijzondere
mooie grillige vormen en als je goed
keek oude gerimpelde gezichten. Het
waren ook wijze knotwilgen. De uilen
kwamen dan ook vaak op visite en
bleven dikwijls slapen. Het contact met
de knotwilgen werd zo intens dat de
knotwilgen Thorvald veel geheimen
vertelden. Het eerste gesprek met de
oudste knotwilg begint als volgt:
Mol op weg in
"De wilgen in
de Winter" (Illustratie: Patrick Benson],