V
Eerste broedgeval van Kleine
mantelmeeuw in de streek
Een week later bleek de oudervogel overleden. Het jong stond nog wel In de buurt (Jaap Poortvliet],
door Jaap Poortvliet
en in de duinen van Schouwen. In Zuid- en
Noord-Holland zijn ze door de Vos de dui
nen uit gejaagd waardoor ze uitweken naar
de Wadden en de Delta en naar de steden
waar ze op platte daken zijn gaan broeden.
Dichter bij huis, in het Verdronken land van
Saeftinghe, broedden in 2007 17 paren en
in 2004 266. Voor zo ver ik weet heeft er in
West Zeeuws-Vlaanderen tot en met 2008
geen enkel broedgeval plaatsgevonden. In
2009 kwam daar verandering in.
Het eerste broedgeval
Op 20 juli stond ik bij de Sophiapolder
West vogels te kijken. Ik zag op het eiland
een volwassen zieke Kleine mantelmeeuw
die alleen nog op haar vleugelboegen kon
steunen. Met enige regelmaat viel de kop
op de grond. Ernaast stond een donsjong
van de Kleine mantelmeeuw.
In het voorbije seizoen werd een broedgeval van de Kleine mantelmeeuw in onze
streek geconstateerd. Na enig onderzoek bleek dat het het eerste broedgeval in
West Zeeuws-Vlaanderen was.
Drie grote meeuwensoorten
De Kleine mantelmeeuw is een van de drie
grote meeuwensoorten die in Nederland
voorkomen. In volgorde van grootte zijn
dat Grote mantelmeeuw, Zilvermeeuw en
Kleine mantelmeeuw.
Als ze volwassen zijn, zijn de rug en de
vleugels van beide soorten mantelmeeu-
vliegvermogen heeft. Hij is ook meereen
trekvogel dan de Zilvermeeuw die een
standvogel is.
De Kleine mantelmeeuw leeft van vis,
aas, regenwormen, eieren en kuikens van
andere vogels. In Nederland broedende
Kleine mantels trekken in de winter naar
het Iberisch schiereiland en NW-Afrika.
wen zwart. De rest van het lichaam is wit
en ze hebben beiden een gele snavel met
een rode vlek aan de punt.
Een Grote mantelmeeuw heeft roze poten
en een Kleine mantelmeeuw heeft gele
poten. Bovendien is de laatste aanmerkelijk
kleiner dan de Grote mantelmeeuw.
Een Kleine mantelmeeuw is ongeveer even
groot als een Zilvermeeuw. Een Kleine
mantelmeeuw heeft een vleugelspanwijdte
van 128-148 cm en meet van kop tot staart
52-67 cm. De maten van de Zilvermeeuw
zijn lengte 55-67 cm en spanwijdte 130-
158 cm.
Een Kleine mantelmeeuw is in verhouding
tot een Zilvermeeuw haast de helft lichter
in gewicht waardoor hij een veel beter
Een klein aantal noordelijke broedvogels
komt naar Nederland om daar te overwin
teren.
In 1926 heeft de Kleine mantelmeeuw zich
als broedvogel in Nederland gevestigd. In
de jaren 1950 was het nog steeds geen al
gemene broedvogel, maar in de jaren 1973-
1977 is zijn broedareaal sterk uitgebreid. In
1998-2000 broedden in ons land 58.500-
72.000 paren, wat zevenmaal zoveel is als
in begin de jaren zeventig. Ze zijn begon
nen met broeden in de duinen van Noord
en Zuid-Holland, op de Waddeneilanden
Het bedelde bij zijn zieke moeder/vader.
Een week later bleek de oudervogel over
leden. Het jong stond nog wel in de buurt.
Twee dagen later was het jong er nog.
Het stond aan de waterkant in het gezel
schap van een andere volwassen Kleine
mantelmeeuw, maar er werd niet gevoerd.
Weer een paar dagen later lag het jong ook
dood op het strandje aan de rand van het
eiland. Het eerste broedgeval van de Kleine
Mantelmeeuw in West Zeeuws Vlaanderen
beleefde hiermee een tragisch slot.
Geraadpleegde bronnen
Atlas van de Nederlandse broedvogels
(Sovon)
BMP Saefthinge M. Buijse