Als het water zakte klapte het bloeme tje weer open, zodat de bijtjes er weer bij konden. Heel handig. Als je over het plankier liep waar nog water stond kon je de krabben over de bodem zien lopen. Er zwommen ook kleine visjes en garnalen. Aan het strandje lagen allerlei schelpen en we vonden ook weer fossiele schelpen, zandsteen en glauconiet, net als in 't Zwin. Op de dijk stond een beroemde vogelaar en ook een telescoop. Als je daar doorheen keek kon je de vogels op het eilandje veel beter zien. Er waren daar Canadese en grauwe ganzen, kluten, grutto's, tureluurs, bergeenden, kieviten, witte kwikstaart. Over het zandpad terug naar het plankier. Daar zagen we ook nog wilde asperges en een spuugbeestje, dat helemaal verstopt zat in een klodder spuug en we hoorden ook een spotvogel. Na wat drinken en een koek gingen we het duinstruweel in om te luisteren naar zangvogels. Het begon al een beetje te schemeren en de zangvogels deden nog een keer hun best voordat ze gingen slapen. Er zongen tuinfluiters, winterkoninkjes, me rels, heggenmussen en nachtegalen. Het was al kwart over tien toen de visdiefjes weer terug waren op de parkeerplaats. Met de Festijn de Westerschelde op! Op 4 september gingen de Visdiefjes de Westerschelde op met de Festijn en brach ten vervolgens een bezoek aan het Visse rijmuseum. We waren met 35 kinderen. Nog voor het uitvaren klonk de stem van de schipper door de luidsprekers: "Er wordt niet gerend aan boord en de kinderen mogen ook niet over de overkapping mid den op het schip lopen. Die is spekglad en levensgevaarlijk!" Dat deed hij in het Ne derlands én in perfect Duits. Een heel klein beetje onder de indruk zocht iedereen een plekje op zodat het avontuur kon beginnen. Die tweetalige uitleg hield de schipper de hele trip vol, zodat we ook nog een aardig woordje Duits meepikten. We werden opmerkzaam gemaakt op de enorme zandplaten. Daar lagen bij laag water altijd zeehonden te zonnen. De ver rekijkers werden te voorschijn gehaald. Wie zag de eerste zeehond? Op het droge stuk van de plaat "De Bol", broedden in het voorjaar drie soorten sterns: grote sterns, dwergsterns enjawel: visdiefjes! keisterren. Bij brokkelsterren breken de pootjes heel makkelijk af, maar dat gaf niet, want net als bij gewone zeesterren groeit zo'n poot weer gewoon aan. Verder nog jonge platvis als tong, tarbot, schol en bot, maar ook rondvis als sprot, botervisjes, poon, zeebaars en een heel aparte vis, die ruikt naar komkommer; een komkom- mervis. Verder zagen we nog krabbetjes, grijze garnalen, zeenaalden en een jonge zeekat of sepia. Het is echt heel bijzonder wat er allemaal in het water van de Westerschelde leeft. Vanaf het schip zagen we allerlei vogels, zoals kluten, scholeksters en wulpen, die aan de kant hun kostje bij elkaar schar relden op het slik. Het was veel te snel al weer tijd om terug te varen naar Breskens. Omdat het regende, picknickten we niet op het strand, maar in de kiosk. De enige dieren die we hier zagen waren wespen en daar was niet iedereen blij mee. Inmiddels was het droog en we wandelden door Oud-Breskens, langs de Ie, de 2e en de 3e Zandstraat naar het Jiste Strange, dat we helemaal voor onszelf hadden. Sommige kinderen deden verstoppertje De zeehonden luierden lekker aan de rand van de zandplaat. Er zat een hele grote zeehond tussen. Dat was een kegelrob. Zijn naam had niets met alcohol te maken, maar met de vorm van zijn snuit. Opeens voeren we wat meer naar de kant, want het sleepnet ging uit. Het was heel spannend toen het net werd opgehaald. Er zat van alles in, maar vooral veel brok- en anderen gingen op zoek naar schelpen, planten en wat er nog meer op strand te vinden was. Zo zagen we creuses, zaagjes, zeeraket, loogkruid, sterretjesmos, blauwe zeedistel, kreukels, een fossiel haaienwer- veltje en heel veel krabbepootjes. Daarna naar het Visserijmuseum. Daar maakten we kennis met Ans en Anke, die het een en ander vertelden over Breskens, de visserij en de Westerschelde. In de film "Halen" volgden we de Breskens 43 en de Breskens 50 bij de voorbereidingen en het vissen op garnaal, rondvis en platvis.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2010 | | pagina 15