De Huiszwaluw (Delichon urbica) Piet du Burck [coördinator huiszwaluwen) De Huiszwaluw is een echte plattelandsvogel. Het gezellige gekwetter, de kun stig gebouwde nestjes tegen de gevel van huizen en het overwinteren helemaal in Afrika zorgen er voor dat veel mensen erg van deze vogel houden. Men vindt het vaak een hele eer als ze onder de daklijst komen broeden. De aantal len zijn wel achteruit gegaan, maar er broeden er gelukkig nog honderden in het werkgebied van onze vogelwerkgroep. Hoeveel precies en of ze voor- of achteruit gaan, dat is het doel van het huiszwaluwonderzoek. De vogeiwerkgroep van 't Duumpje, be staande uit zo'n 15 vrijwilligers houdt sinds vele jaren de stand van de huiszwaluw in onze regio scherp in de gaten. Jaarlijks werd in de eerste helft van augustus het aantal huiszwaluwnesten (broedparen) in vrijwel de gehele regio geteld. De laatste jaren schijnt de najaarstrek van de Huiszwaluw duidelijk vroeger plaats te vinden, waardoor we misschien in de nabije toekomst deze telperiode iets moeten vervroegen. De piek van de najaarstrek valt tegenwoordig in de tweede helft van augus tus en begin september. Afhankelijk van hoe het seizoen meteorolo gisch verloopt, dus of het droog en heet is of juist zeer nat en winderig zal men met deze telperiode wat kunnen schuiven. Want het weer en daarmee het nestsucces heeft ook invloed op de trekperiode en kan jaarlijks verschillen. Het belangrijkste is dat we per jaar bekijken in welke periode we de beste telresultaten krijgen en dat zal ergens tussen 15 juli en 15 augustus liggen. Daarnaast brengen wij op verzoek ook kunstnesten aan. Deze nesten hebben de meeste kans van slagen bij plaatsing in de nabijheid van een reeds gevestigde kolonie. De huiszwaluw is een bedreigde vogelsoort geworden. Dat de laatste jaren het aantal flink is achteruitgegaan, heeft verschillende oorzaken. Onder andere door veranderde landbouwmethoden, waardoor er veel min der insecten rond boerderijen voorkomen. Ook het ontbreken van geschikt nestmate riaal kan hierbij een rol spelen. Ze hebben klei of modder nodig van precies de goede samenstelling in de omgeving van de kolonie [zogenaamde houdbare klei/leem). Vele nesten vallen daardoor van de gevel. Maar ook problemen in het overwinteringgebied kunnen meespelen. In onze streken komen ze aan rond april-mei en blijven ze te gast tot augustus-oktober. De winter brengen ze door in Afrika, ten zuiden van de Sahara. Daar overwinteren ze hoog in de lucht, boven de Afrikaanse oerwouden en gebergten. Slecht weer en vogelvangst maken van de trektocht een hachelijke onderneming. Gemid deld komt maar één op de vier zwaluwen het daaropvolgende jaar terug naar de nestplaats. In 2009 werden door onze werkgroep 927 bewoonde huiszwaluwnesten geteld. Ten opzichte van 2007, waar wij 705 bewoonde nesten telden, was dit een goed resultaat. Hieruit blijkt dat deze fascinerende vogel weer uit het dal klimt. Kenmerken De huiszwaluw is het makkelijkst te herken nen aan: 1. Zijn zwart-witte verenkleed en de grote witte stuit. 2. Zijn staart is minder gevorkt dan die van de boerenzwaluw. 3. Hij bouwt zijn nest het liefst onder over stekken en dakgoten van huizen die aan de rand van stad of dorp staan, zodat ze snel hun voedselgebieden boven het platteland kunnen bereiken. Zodra zij begin april aankomen, zoeken deze "lentebodes" het liefst hun oude plaats, waar met succes is gebroed, weer op. Het nest wordt gerenoveerd of opnieuw gebouwd. Bescherming nodig Om de huiszwaiuw te helpen kunt u zelf beschermende maatregelen nemen, zoals bewoonde nesten met rustte laten, poep- overlast voorkomen door een plankje onder het nest aan te brengen. Overstekende dak goten wit schilderen. Schilderwerk uitstellen tot na het broedseizoen, [dus na augustus) en eventueel kunstnesten op te hangen. Voedsel De huiszwaluw voedt zich uitsluitend met dierlijk voedsel, voornamelijk met het zogenaamde luchtplankton; kleine, zich in de lucht bevindende insecten, die op eigen kracht vliegen of zich passief door opstij gende luchtstromen laten meevoeren. Broeden Jaarlijks brengt een zwaluwpaar meestal twee en soms drie broedsels groot. Het uitbroeden van de 4-5 glanzend witte eieren duurt ongeveer 20 dagen, dat gebeurt door beide ouders en begint eind mei. De jonge vogels blijven nog 3 weken op het nest, in deze periode vangt één zo'n huiszwaluw wel 9.000 insecten per dag. Kun je nagaan, wat ze ons mensen en planten in de tuin allemaal besparen bij twee of drie broedsels, daar kan geen spuitbus tegen op. Het van gen van insecten gaat in een razend tempo. Tijdens een duikvlucht door een muggen- wolk happen ze kwiek en handig de een na de ander op, zo ook kevertjes en vliegjes. Van de prooien worden balletjes gedraaid en dit wordt aan de jongen gevoerd. Deze zitten, wanneer ze al wat groter zijn, vaak met hun bekjes open voor het vlieggat te wachten. Bij het tweede of derde broedsel komt het voor dat de jonge uit het eerste nest helpen met het voeren van hun jongere broertjes en zusjes. Bij belegering door een vijand, in de toch veilige vesting, wordt deze verjaagd met een straal zwaluwpoep. Na het uitvliegen zie je de jonge vogels vaak op een draad of tak zitten, bedelend om voedsel. Ze krijgen zelfs vliegend in de lucht nog voed sel aangereikt. Ook dit jaar hopen we weer de huiszwa luwen te gaan inventariseren. Vele van de bestaande nesten en kolonies hebben we reeds in beeld, maar mocht u echter nieuwe nesten aantreffen, dan willen wij dit graag van u weten. Zo zijn, onder andere, de zich aan de achterzijde van woningen en schuren bevindende nesten voor ons niet altijd zichtbaar. Een oproep in het streekblad "Rondje West" om huiszwaluwnesten te melden heeft afgelopen jaar toch weer een aantal nieuwe locaties opgeleverd. Daarnaast hebben zich ook 2 nieuwe tellers aangemeld. Daarom, ziet u broedende huiszwaluwen bij u in de buurt, schroomt u dan niet om ze te melden en geef het adres, aantal en waarne mingsdatum even door aan ondergetekende! Niet alleen nesten kunnen gemeld worden, ook bijvoorbeeld verstoring om en nabij een kolonie zijn het vermelden waard. Dit kan via het volgende e-mailadres: duburck@zeelandnet.nl, of telefonisch op het nummer 0117-453388.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2010 | | pagina 20