Soortenlijst mollusken Groote Gat e.o., Sint Kruis [km-hok 22-366]; inventarisatie 24-11-2009, Siakkenwerkgroep KNNV-Afd. Bevelanden. levend levend dood dood juv ad juv ad land: huisjesslakken Aegopinella nitiduia Bruine blinkslak 1 - - - Carychium tridentatum Slanke dwergslak - 2 - 3 Cepaea nemoraiis Gewone tuinslak - - 1 1 Cochiicopa lubrica Glanzende agaathoren 1 1 - 1 Discus rotundatus Boerenknoopje 15 11 1 5 Nesovitrea hammonis Ammonshorentje 3 - 2 1 Oxychilus alliarius Look-glansslak 1 - - - Oxychilus cel/arius Kelder-glansslak 7 3 2 - Oxychilus draparnaudi Grote glansslak - - - 2 Monacha cantiana Grote karthuizerslak - - 2 Paralaoma servilis Duintolletje V - - - 1 Punctum pygmaeum Dwergpuntje 4 2 1 - Succinea oblonga Langwerpige barnsteenslak 1 - 2 6 Succinea putris Gewone barnsteenslak - - 1 - Trichia hispida Haarslak 5 1 9 - Vallonia costata Geribde jachthorenslak 11 7 3 2- Vaiionia excentr/ca Scheve jachthorenslak 1 - - - Vertigo pygmaea Dwerg-korfslak 5 6 - 1 Vitrina pellucida Doorschijnende glasslak 2 - 1 - Zonitoides nit/dus Donkere glimslak 1 - - - land: naaktslakken Arion intermedius Egel-wegslak 1 2 - - Deroceras la eve Kleine akkerslak 2 - - - water: slakken Anisus vortex Draaikolkschijfhoren 2 6 5 1 Bithynia ieachii Kleine diepslak 2 1 5 2 Bithynia tentacuiata Grote diepslak >100 13 12 2 Hippeutis compianatus Vlakke schijfhoren 1 - 5 - Physa fontinalis Bron-blaashoren 2 1 2 - Potamopyrgus antipodarum Jenkins' waterhoren - 3 - - Valvata cristata Platte pluimdrager 1 - - - Valvata piscinalis Vijver-pluimdrager 1 - 2 - Sphaerium corneum Gewone hoornschaal 3 - - - Muscuiium lacustre Moeras-hoornschaal - - 2 - tegen uitdroging kan beschermen. In het strooisel zaten ook een paar dwerg-korfslakken en vele boeren- knoopjes. Bij een knotwilg aan de andere kant van het graspad vielen vooral de lege huisjes van de lang werpige barnsteenslak op. De oever bood nog een paar andere soorten met hooguit enkele exemplaren. Daaronder was de plompe dwergslak, die slechts vier sterk verweerde huisjes toonde. Die huisjes waren, voor die soort, echt opvallend plomp. Mijn poging om met het meegenomen strooisel ook verse en levende exemplaren van die soort te bemachtigen bleek niet succesvol. Dijk De grasvegetatie van de dijk was een biotoop met nieuwe kansen. Op het oog zaten er niet veel slakken, dus werd ook hier een vergelijkbaar schraap/graafmonster als in het riet verzameld. Hierin bleek de geribde jachthorenslak een talrijke soort te zijn, en in mindere mate het dwergpuntje. De eerste levende vondst van het ammonshorentje werd hier gescoord. Waar ik op hoopte was het vinden van een grote kartuizerslak. Die bleek inderdaad met lege horentjes verte genwoordigd te zijn, twee jeugdige exemplaren. Bos Jaap was allang ergens anders naartoe gegaan, ik kon hem in ieder geval niet meer vinden. Lopend over de Heirweg doorkruiste ik een bostype van de zure, hoge zandgronden: een opstand met veel eiken. Hier was het karakter van de dekzandrug goed te herkennen. De ondergroei toonde voornamelijk braam, en de bodem was bedekt met een flinke laag bruin verkleurd herfstblad. Het deed denken aan de situatie op de Elderschans bij Aardenburg. Daar vond onze werkgroep de look-glansslak, hetgeen me op het idee bracht die hier te gaan zoeken. Via de drooglig- gende, westelijke wegsloot kwam ik in het hooggelegen bosperceel, waar een raster overigens al snel de doorgang versperde. In de bosrand waren zo op het oog geen slakken te vinden, zodat ik mijn geluk beproefde in het meene men van een zak strooisel, voor onder zoek thuis. Drie slakjes werden daarin gevonden: twee ammonshorentjes en één look-glansslak. Veel moeite dus, voor deze aanvulling van de slakken- lijst. Later kwam ik Jaap weer tegen, die in het bos twee lege horens van de grote glansslak en een boerenknoopje had opgeraapt, en over zijn al eerder genoemde vispoging, zuidelijker in het Groote Gat, sprak. Daarmee hadden we deze locatie vermoedelijk aardig bekeken, zodat we geen nieuwe acties meer ondernamen. Tot slot Met 22 landslakken en 10 watermol- lusken - 26 levend en 6 dood/leeg - is een goed resultaat geboekt op deze locatie. Het zoete milieu mag een belangrijke factor genoemd worden. Er is slechts één Rode Lijstsoort aan- getroffen, de dwerg-korfslak. Verder mag het duintolletje genoemd worden, een exoot die net een opmars beleeft in ons land. De slakken zijn vanuit het oogpunt van natuurbescherming van gering belang, ook de enige Rode- Lijstsoort is een algemene verschijning in Zeeland. Literatuur - Provincie Zeeland, 2007. Natuuront wikkeling Sint Kruiskreek (Natuur gebiedsplan Zeeland/Natuurherstel Westerscheldej. - Directie Ruimte, Milieu en Water Werkgroep Natuur ontwikkeling Zeeland, Middelburg; Rapportnr. Wno06/59. - Wilderom, M.H., 1973. Tussen Afsluit- dammen en Deltadijken IV, Zeeuwsch- Vlaanderen. - Den Boer, Middelburg.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2010 | | pagina 12