zag ik ze op elkaar zitten, ja en dan wil je weten wie dat zijn: parende geoorde futen dus. Prachtige woordspelingen kun je daar bij bedenkenNa de paring gingen ze meteen het eiland op, op die typische futenloopmanier. Onmiddellijk werden ze daar verjaagd door een aantal kapmeeuwen. Verder deze dag een koppel Canadese ganzen (die grote gans met die lange zwarte hals] met één heel jong jong. En opval lend veel kuifeenden, overal, elke plas, zelfs tot in kleine slootjes, kuifeenden: hij zwartwit, zij bruin, hij een vette kuif, zij veel minder, kan niet missen. Een dag later meerdere Canadezen met jong spul, drie overvliegende lepe laars, 20 knobbelzwanen in de Natte zwaluwen en 10 huiszwaluwen. Het was koud, grijs, veel wind. De gierzwa luwen vlogen laag, de oeverzwaluwen nog lager en de huiszwaluwen zéér lager. Ik stond erbij en keek ernaar, minutenlang. Het moeten er véél en veel meer geweest zijn, want ik noteer alleen soorten en aantallen waarvan ik absoluut zeker ben. Maar maakt niet uit, aantal is niet echt belangrijk, deze aantallen waren gewoon indrukwek kend, on voor stel baar. De 22 geoorde futen zitten nu op het modderstrandje voor het eiland. Ze hebben modderbultjes gemaakt en be schermen dat fanatiek tegen alles wat beweegt. En nu pas begrijp ik waarom die waterstand zo belangrijk is, beetje Jongen nog nergens te bespeuren. Die zie ik een week later, mijn allereerste piepkleine supermooie geoorde fuutje ooit. Ik sta glunderend van plezier te kijken naar dat gezinnetje. Dat kleine zwarte bolletje wordt goed in de pei ling gehouden door om beurten beide ouders. Om beurten duiken ze, op zoek naar voedsel. Terug boven met een prooi wordt het de kleine aangereikt. De andere ouder is dan alweer onder gedoken. Totaal heb ik drie koppeltjes met jong gezien. 2 jongen heb ik later ook teruggezien als halfwasjes. Honderd meerkoeten als dagjestoerist voor Natte Sofie. En verder..... tsja, het gaat snel. Voor je het weet is al het jonge spul al groter en Droge Sofie, 1 zwarte zwaan, Nijl- ganzen met vijf jonkies op de Plaote, 6 hazen in het natuurgebied tussen Aardenburg en Draaibrug, kortom, het barst en bruist van het leven. Zo ook op 23 mei. Die dag tel ik 22 geoorde futen en zie voor het eerst rondlopende jonge kapmeeuwen, bruin pakkie en schouders omhoog, echte schoffies. Velen zullen volgen, en voor een groot aantal loopt het uiteindelijk slecht af. Ruim een week later, 31 mei, zetje schrap, nu ik het hier zo neertyp, ga ik twijfelen of dit wel waar kan zijn, op één dag: 190 gierzwaluwen, 80 oever- lager kan geen kwaad, beter hoger en het wordt aanmodderen. Tsjonge wat een fantastisch zicht. En allemaal vlakbij, vlakbij mijn achterdeur. 17 juni zijn de eerste jonge kuifeend- jes er. Velen volgen nog. Waar zijn de oeverzwaluwen? Niet één. Slaan ze een jaar over, hebben ze luizenlast, of vonden ze gewoon een beter plekkie in al dat waanzinnige gegraaf om ons heen? De geoorden broeden, sommige nesten zijn leeg, verstoord vermoed ik. gegroeid en het ouder spul in de rui. Boeiend blijft het. En geweldig mooi. Die kleine reiger met zo'n lange sier lijke kuif, gracieus landurig dansend in het ondiepe om spul te verschalken, een kuifeendje met 14 jonkies, 40 kluten op een kluit, 200 wulpen. Juli in middels. Dan is het stiller op het eiland. Vijftig kokmeeuwen en een enkele brandgans hebben het niet gehaald. Heel laag water. En nog altijd lijkt het alsof ik de enige ben die dat beleeft, daar, waar ooit 't gekrijs der meeuwen, verstierf aan 't eenzaam strand.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2010 | | pagina 13