Zoogdierweekend Zeeland (1) Danny Bauwens fcl-M In het weekend van 22 tot 24 oktober had de zoogdierwerkgroep Zeeland een inventarisatieweekend in ons werkgebied. Vier leden van de zoogdierwerkgroep hadden zich ook ingeschreven om hieraan deel te nemen. Een impressie. k*iAÜMBÉ' Tijdens het hooien van het eilandje in de Sophiapoider in 2007 werd duidelijk dat muizen uit stekende zwemmers zijn (Luc van Beijsterveldt], waar het zout invloed heeft. Een voorbeeld is Zulte. Deze groep ging vervolgens naar de Kievittepolder waar Awie z'n uitleg voort zette. Terug in de Zwinhoeve was er een warm buffet. Buiten was een stortbui losgebar sten. We hadden geluk gehad. Er waren inmiddels 45 deelnemers. Het was een smakelijk maal en ook voor de vegetariërs onder ons was goed gezorgd. 's-Avonds gaf Wannes een presentatie waarin hij liet zien hoe gegevens over de biodiversiteit in Zeeland worden verzameld en in beeld worden gebracht. De volgende presentatie werd gegeven door Lucien Calle die ons onder meer uit leg gaf over de schorviltbij die wereldwijd alleen in het Deltagebied is waargenomen. De schorviltbij is een koekoeksbij die haar eieren in andermans nest legt, in dit geval in het nest van de schorzijdebij. Het voort bestaan van de schorviltbij wordt bedreigd door een toename van de gewone viltbij die haar eitjes eveneens in nesten van de schorzijdebij legt. Daardoor komt de schor viltbij steeds meer in het gedrang en dreigt deze unieke soort te verdwijnen. Als laatste mocht ik wat vertellen en vooral laten zien over de nachtvlinders die Anna Almekinders en ik in de Oudelandse Polder hebben waargenomen. Tot slot was er nog gelegenheid voor een drankje en napraten. Al met al weer een geslaagde Duumpjesavond. Meer foto's zijn te zien op www.duumpje.nl. Door andere verplichtingen kon ik slechts aan een klein gedeelte van het weekend deel nemen. Ik had me dan ook ingeschre ven voor de zaterdagmiddag. Maar bij zo een weekend in het midden inspringen is niet altijd eenvoudig. Bij mijn aankomst aan de schuur waren er slechts enkele mensen aanwezig. Gelukkig was Lucien Boerjan er ook zodat ik toch iemand kende. De rest van de groep was nog bezig met het controleren van enkele kerkzolders op vleermuizen. Voor de namiddag stond er nog een inven tarisatieronde van life-traps op het pro gramma. Langzaamaan kwamen de andere groepen binnen. Enkelen waren druk bezig met op hun mobieltje de buienradar te raadplegen. Deze gaf aan dat er vanaf 14.30 uur opklaringen aankwamen. Terwijl we aan het wachten waren kwam de regen met bakken uit de lucht. Toen de ploeg compleet was en iedereen wat gegeten had was het tijd om te starten met de namiddagronde. Het was eventjes gestopt met regenen en er werd gehoopt op beter weer. Voer en hooi werden mee genomen, vooral het hooi deed me vreemd opkijken, ledereen werd in groepjes ver deeld en we gingen op pad. Ikzelf zat in de groep Zuid. Deze ging een reeks life-traps controleren rond Aardenburg. Toen we aankwamen bij de reeks vallen werd me het hooi al snel duidelijk. Het type vallen was met een vrij grote vangkamer aan waarin de muizen bleven zitten. Het hooi diende als isolatie om de beestjes lek ker warm te houden. De eerste reeks vallen leverde niets op. Bij de tweede reeks hadden we meer geluk. Hier zat een veldmuis in een petflesval. Ondertussen waren de opklaringen voorbij en kwam de regen met bakken uit de lucht. Bij de twee andere plaatsen werden geen muizen gevonden in de vallen. Een dagronde levert normaal gezien altijd weinig resultaat op. Maar de vallen moe ten gecontroleerd worden, 12 uur kunnen muizen hierin niet overleven. Om de 6 a 8 uur moeten deze gecontroleerd worden. Kletsnat maar met een ervaring rijker nam ik afscheid van de werkgroep.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2010 | | pagina 5