Waterranonkel in de put waarneembaar, Zilte waterranonkel is dui delijk forser. Hebben we echter te maken met slechts een van beide soorten dan is onderscheid lastiger. Dan is het zaak op zoek te gaan naar vruchthoofdjes en de zaadjes te tellen. Zilte waterranonkel heeft meestal per hoofdje veel meer dan 40 zaadjes terwijl Fijne waterranonkel er doorgaans aanzien lijk minder dan 40 heeft. Maar ook in dit geval bevestigen uitzon deringen de regel. Voor de zekerheid pakt men dan een takje uit het water. Als de ondergedoken bladslippen stijf uit blijven staan hebben we te maken met de Zilte waterranonkel omdat bij de Fijne water ranonkel de ondergedoken bladslippen als een penseel bijeen vallen. Dan zijn we er echter nog niet want Fijne waterranonkel is voor de kommaneukers onder de floristen nog eens uitgesplitst in twee ondersoorten. Een grootbloemige vorm met drijfbladeren en een vorm met kleine bloemen zonder drijfbladeren. Uiterst zeldzaam Hoewel de trefkans op andere soorten klein is moet men altijd alert blijven. Zo bracht de Kloosterwei in Aardenburg dit jaar een groeiplaats van Grote waterranonkel aan het licht. Zoals de naam al suggereert is de plant wat betreft bloeiwijze duidelijk forser dan zijn Fijne en Zilte neef. Awie de Zwart De laatste jaren is er veel nieuwe natuur bijgekomen. Grote en kleine gebieden die in het kader van de ecologische hoofdstructuur aan elkaar zijn gekoppeld. Bij de inrichting van deze gebieden is vaak veel grond verzet voor het creëren van natte laagtes en kreekjes. Koeienpoten veroorzaken aan de rand van de put minibiotoopjes waar pioniers van kunnen profiteren Awie de Zwart Naast deze grootschalige wateren zijn er ook veel drinkputten gedolven. Natuurlijk als drinkplaats voor het vee maar tevens als voortplantingswater voor amfibieën en andere watergebonden dieren zoals libel- les en waterjuffers. Naast de fauna biedt een dergelijk kleinschalig waterbiotoop ook onderdak aan een select groepje water planten. Een van de meest fotogenieke is de waterranonkel. Drijfbladeren Waterranonkel is een echte pionier. In nieuwe putten is het vaak een van de eerste waterplanten die verschijnt. Vermoedelijk spelen watervogels een cruciale rol in het verspreiden van zaad. Als eenmaal een zaadje met succes ontkiemt kan uiteindelijk in een paar maanden tijd een pol ontstaan van een kleine vierkante meter doorsnee. Als de stengels met de draadvormige blad slippen het wateroppervlak bereiken maakt de plant drijfbladeren en verschijnen de eerste witte bloemen met een geel hartje. Al snel volgen er meer, veel meer. Tot vele honderden bloeiwijzen tegelijk kunnen een plant sieren. Bij succesvolle bevruchting leidt dat tot een massale zaadproductie die kan oplopen tot meer dan 100.000 zaadjes per plant! Kommaneukers In onze streken treffen we meestal twee soorten aan, de Fijne- en Zilte waterranon kel. Vaak kent een groeiplaats slechts één van beide soorten maar soms groeien ze samen. In dat geval zijn de verschillen goed V Waterranonkel in de put (Awie de zwart].

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2010 | | pagina 6