Bruine kiekendief in West Zeeuws-Vlaanderen n Inleiding Er broeden steeds vaker Bruine kiekendieven in het graan. Jaap Poortvliet en Henk Castelijns deden daar onderzoek naar. Een verslag. Jonge Bruine kiekendief, klaar om uit te vliegen (Jan Janssens). De landelijke Werkgroep Roofvogels Neder land (WRN) is opgericht om het onderzoek naar roofvogels in Nederland te stimuleren en te begeleiden en om de bescherming te verbeteren. De Roofvogelwerkgroep Zeeland (WRZ) is een onderdeel van de WRN. Vanaf de oprichting ervan, in novem ber 1994, is de Bruine kiekendief een van de soorten waar in Zeeland veel onderzoek aan wordt gedaan. Niet verwonderlijk als je weet dat een kwart tot een derde van de lande lijke populatie in Zeeland broedt en bijna de gehele Nederlandse winterpopulatie zich er ophoudt. Stonden Bruine kiekendieven vroeger in Zeeland bekend als broedvogels van rietvelden, de laatste jaren broeden ze meer en meer in akkergewassen. Als de jon gen op het moment van oogsten nog niet zijn uitgevlogen, is nestbescherming nood zakelijk. Tot op heden ging dat probleem loos. Deze bijdrage gaat over een slechts ten dele geslaagd geval van nestbescherming. Meer en meer in graan Om broedbiologisch onderzoek te kunnen doen, zijn nestbezoeken nodig. Het zoeken van nesten van Bruine kiekendieven was tot voor enkele jaren relatief eenvoudig. De vogels broedden vaak jaren achtereen op nagenoeg dezelfde plaats in een rietveld. Na enige tijd bij een broedlocatie te heb ben gepost, en de ouders een paar keer op het nest te hebben zien landen, had je een kruispeiling. Dat was nodig om het nest op een voor de vogel veilige manier te kunnen benaderen. Door een mix van oorzaken vinden Bruine kiekendieven rietvelden niet meer zo veilig en wijken ze steeds vaker uit naar graanakkers. Maar ga ze in West Zeeuws-Vlaanderen daar maar eens zoeken! Toch is het goed om dat wel te doen, al is het maar om te voorkomen dat de nesten worden uitgemaaid. Bovendien levert een gevonden nest onderzoeksresultaten op. Twee in één Sinds 2007 worden eik jaar in West Zeeuws- Vlaanderen een handvol nesten in graanvel den opgespoord. Met dat doel trokken we er 8 juli 2011 op uit. 's Morgens bezochten we een nest in een rietveld bij Sint Kruis waarvan we de jongen hebben geringd, gewogen en gemeten. Daarna togen we naar de Oranjepolder bij Breskens waar broedverdachte Bruine kiekendieven boven een graanveld waren gezien. Na enige tijd posten bleek het om drie verschillende mannetjes te gaan die alle drie met prooi vlogen. Dat doen ze alleen maar als ze een nest hebben! De taakverdeling bij Bruine kiekendieven is simpel: zij broedt en hij zorgt dan voor de kost. Eén van de man netjes verdween steeds achter een dijk, waardoor we hem uit het oog verloren. Posten aan de andere zijde van de dijk door een van ons twee leverde niets op. Bij de andere twee mannetjes hadden we na een halve dag posten wel succes. Ze brachten prooi naar het nest in hetzelfde graanveld. Twee nesten in één graanveld, dat was maz zelen! Van rietvelden kenden we dat wel, maar bij graan hadden we het niet eerder meegemaakt. Oei, dat hadden we niet eerder meegemaakt We hadden van de grondeigenaar al toe stemming om zijn land te betreden en kon den de nesten daarom meteen bezoeken. Dat is wel zo handig omdat de kruispeiling dan nog goed in je hoofd zit. In het ene nest lagen vier pasgeboren jongen en één ei en in het andere nest vijf eieren. Een vrouwtje landt op het nest in het graan (Jaap Poortvliet).

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2012 | | pagina 14