De steenuil, typisch (West)
Zeeuws-Vlaams
Alex de Smet inventariseert de steenuil al sinds 1994. Iedere 4 jaar worden de
resultaten neergelegd in een rapport, zoals ook vorige maand is gepresenteerd.
In dit artikel geeft Alex enkele hoofdzaken.
en afgerond eind maart 2011. Begin april be
gint het vrouwtje eieren te leggen en wordt
het mannetje minder (roep)actief. Om het
paartje in deze periode niet langer te storen,
wordt het territorium vanaf april met rust
gelaten.
De locaties van de territoria 2011 zijn weerge
geven in figuur2.
Het begin
Gestart in 1994 met het inventariseren van
Steenuilen, wist ik tegelijk dat deze soort
mij niet meer los zou laten. In 1977 werd
het aantal in West Zeeuws-Vlaanderen door
André de Meijer geschat op 150-200 ter
ritoria. Voor heel Zeeuws-Vlaanderen was
de schatting maximaal 280 paar (Avifauna
van Zeeuws-Vlaanderen 1988). Uit een aantal
steekproeven bleek dit aantal veel te laag. Er
was door de vogelwerkgroep van 't Duumpje
aan het begin van deze eeuw al een start
gemaakt met inventariseren van een deel van
West Zeeuws-Vlaanderen. Ook toen bleek dat
er veel Steenuilen gehuisvest waren. Maar
hoeveel dan wel
Om hier antwoord op te kunnen geven
moest er gebiedsdekkend geteld worden.
Wat in eerste instantie een onmogelijke klus
leek, sloeg bij de vogelwerkgroepleden al
snel om in enthousiasme om West Zeeuws-
Vlaanderen in zijn geheel te onderzoeken.
Zo'n 20 tellers waren bereid gedurende een
tweetal maanden Steenuilen op te sporen.
Het resultaat was grandioos. De aantal
len konden wedijveren met andere goede
Steenuilgebieden in Nederland. Menige
schatting werd overtroffen. De Steenuil in
West Zeeuws-Vlaanderen was voor het eerst
gebiedsdekkend in kaart gebracht. Een
vervolg hierop kon niet uitblijven, want ook
natuurbeschermingsvereniging de Steltkluut
was aangestoken.
En ook Oost Zeeuws-Vlaanderen
Dit leidde er toe dat beide verenigingen in
2003 heel Zeeuws-Vlaanderen hebben onder
zocht op het voorkomen van de Steenuil. Uit
dit onderzoek bleek dat er in West Zeeuws-
Vlaanderen aanzienlijk meer Steenuilen
voorkwamen dan in Oost Zeeuws-Vlaanderen
en dat het totale aantal de schattingen die in
het verleden zijn gedaan ruimschoots over
schreed. Aangezien de Steenuil door velen al
in de armen was gesloten en er landelijk een
dringende behoefte was aan verspreidings-
gegevens, spraken 't Duumpje en de Stelt
kluut in 2003 af dat de Steenuil 1 maal per 4
jaar gebiedsdekkend geteld zou worden. Zo
is de Steenuil vervolgens in 2007 en 2011 in
heel Zeeuws-Vlaanderen onderzocht.
Figuur 1.
Figuur 2.
In dit artikel het relaas van het onderzoek dat
in 2011 is uitgevoerd. Hierbij zal ik mij speci
fiek richten op het telgebied van 't Duumpje
namelijk West Zeeuws-Vlaanderen.
Werkwijze en resultaten
Het in 2011 getelde gebied is in figuur 1
weergegeven. De totale oppervlakte hiervan
bedraagt 294 km2. Aan het onderzoek heb
ben 21 leden van 't Duumpje deelgenomen.
De inventarisatie is uitgevoerd volgens de
richtlijn die door stichting Steenuil Overleg
Nederland (STONE) is opgesteld. Deze metho
de houdt in dat door middel van het afspelen
van de lokroep van de Steenuil geluisterd en
gekeken wordt of de Steenuil op het geluid
reageert. Alhoewel de STONE-methode tot
op heden effectief is gebleken, is bekend dat
niet alle Steenuilen reageren op de lokroep.
Daarom zijn waarnemingen die bij daglicht
zijn gedaan aan het bestand toegevoegd.
Periode
De eerste tellingen zijn gestart begin februari
Om een goed beeld te krijgen van de aantallen
per telgebied zijn deze getotaliseerd weerge
geven in figuur 3.
Als we inzoomen op de telresultaten, dan zien
we het volgende. In 2011 zijn in het telgebied
van 't Duumpje 197 territoria waargenomen.
In 2007 waren dit er 202. De gebieden met de
meeste Steenuilen (tussen 12 en 17 territoria)
bevinden zich rondom Heille, ten zuiden
van Aardenburg, Eede (de Biezen) en tussen
Oostburg en Schoondijke. Gebieden met een
aanzienlijk aantal territoria vinden we rondom
Nieuwvliet en ten zuiden van de lijn Water
landkerkje, Turkeye en IJzendijke. Ten oosten
van de lijn Breskens, Schoondijke, IJzendijke
richting Veldzicht (grens België-Nederland) tot
aan de Braakman komen lage aantallen voor.
De Steenuil is niet aangetroffen in een groot
gebied ten zuiden en zuidwesten van IJzen
dijke, het gebied ten zuiden en ten westen van
de Verdronken Zwarte polder en ten zuiden
van het golfterrein Oostburg. Verder opvallend
afwezig ten noorden en zuiden van Sint Kruis.
Van origine een goed steenuilgebied.