IS Aantalsontwikkeling Om een antwoord te kunnen geven op de vraag of de Steenuil ten opzichte van 2007 sta biel is gebleven zijn in figuur4 per telgebied de verschillen weergegeven tussen 2007 en 2011. De gebieden waar de Steenuil is toegenomen ten opzichte van 2007, bevinden zich ten noorden van Oostburg en het gebied rondom Hoofdplaat. De omgeving Heille en Eede (de Biezen) blijft het goed doen. Zo zijn in één telgebied 6 territoria meer vastgesteld dan in 2007. Het blijft hiermee dan ook één van de beste en mooiste steenuilgebieden van Zeeuws-Vlaanderen. Maar we constateren in West Zeeuws-Vlaanderen ook gebieden met een afname. Zo wordt een lichte afname ge constateerd in een strook van 1,5-2 km tussen IJzendijke, Waterlandkerkje en Oostburg. Deze lijn zet zich voort tot het gebied ten noorden van Aardenburg. Opvallende afname wordt vastgesteld tussen Terhofstede en Retranche- ment, van oudsher een zeer goed Steenuilen- gebied. Nu bekend is waar Steenuilen worden aange troffen in West Zeeuws-Vlaanderen, waar de soort is toegenomen, afgenomen of stabiel is gebleven is het interessant om te kijken of het areaal waar in 2007 geen Steenuilen zijn waargenomen groter is geworden. Figuur 5 illustreert waar in 2007, 2011 en 2007-2011 geen Steenuilen meer zijn aangetroffen. In figuur 1 een opsomming van het bijbehorende oppervlaktebeslag. Uit figuur 1 blijkt dat het areaal waar de Steenuil in 2011 niet meer voorkomt met 15% is toegenomen ten opzichte van 2007 van 44,5 km2 naar 51,3 km2. Dit is 17,5% van de totale oppervlakte van het telgebied. Het gebied waar in 2007 en 2011 geen Steenuilen zijn aan getroffen (overlapgebied) bedraagt 29,8 km2. In de gebieden waar in 2011 geen Steenuilen meer zijn waargenomen, was in 2007 al sprake van lage aantallen (1-2 terr.). De meeste van deze gebieden zijn grootschalige poldergebie den waar het voor de Steenuil slecht toeven is. Een gebied waar in 2007 geen territoria zijn aangetroffen maar na 2007 wel een aanzienlij ke (her)kolonisatie heeft plaatsgevonden met 4 territoria is de Generale Prins Willempolder rondom Schoondijke. Conclusie De conclusie is dat het aantal Steenuilen in West Zeeuws-Vlaanderen niet noemenswaar dig is afgenomen. Het aantal blijft de laatste ja ren schommelen rond de 200. Zorgwekkend is wel het toenemend areaal aan gebieden waar geen Steenuilen meer voorkomen. Een toe name van 15% is aanzienlijk. Gezien de hoge eisen die de Steenuil stelt aan zijn leefomge ving zal het lastig worden om deze gebieden weer terug te winnen voor de Steenuil. Desondanks blijkt dat er in de goede steenuil- gebieden nog voldoende potentie aanwezig is om Steenuilen uit de 'kansarme' gebieden een plekje te kunnen geven. Het is dus zaak om deze goede gebieden te koesteren en alert te zijn op de aantasting van de voor de Steenuil noodzakelijke kleine landschapselementen. Ik dank de volgende tellers voor hun deel name aan de derde gebiedsdekkende telling van de Steenuil in West Zeeuws-Vlaanderen: Frans Baijens, Roger Blaakman, Luciën Boerjan, Marcel Buijsse, Piet du Burck, Gerard en Rosita van Daele, Bob Dierkx, André de Hamer, Peter Heetesonne, Donnie Hollevoet, Alois de Koek, Frits Lijbaart, Jimmy Pijcke, Reggy van Poecke, Jaap Poortvliet, Fred Schenk, Toon Sparreboom, Dilia Timmers en Herman van de Voorde. En ook Petrus van 't Westeinde die, ondanks zijn ziekbed, aanvullende informatie aangeleverd heeft. Figuur 3. Figuur 4. Figuur 5. Tabel 1. Oppervlakte waar in 2007,2011 en 2007-2011 geen Steenuilterritoria meer zijn aangetroffen. geen territorium in 2007 geen territorium in 2011 geen territorium in 2007 en 2011* overlapgebied 2007 en 2011 oppervlakte (km2) 44,5 51.3 29,8 Opp. t.o.v. telgebied 15,1 17,5 10,1

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2012 | | pagina 15