Roofvogelexcursie 30 juni
Fotograaf Johnny du Burck maakt niet alleen schitterende foto's, maar heeft
ditmaal ook zijn wedervaren op schrift gesteld.
Wing-tagging?
Het merken van vogels is een al lang toe
gepaste methode, maar sommige soorten,
waaronder de kiekendief, blijven zo ver ver
wijderd van de mens, dat de gebruikelijke
pootringen zelfs met een telescoop niet af
te lezen zijn. Of pas nadat een vogel dood is
aangetroffen. En dat is wel erg laat.
Vandaar dat men gezocht heeft naar een
nieuwe methode om inzicht te krijgen in de
handel en wandel van een kiekendief.
Op de vleugels (wing) van de kiekendief
brengt men een code (tag) aan, die qua
kleur flink in het oog loopt. Elke vogel heeft
een unieke combinatie van basiskleur en
symbool. De basiskleuren zijn wit, geel,
oranje, fuchsia (purper), rood, lichtgroen en
lichtblauw. Rood en purper zijn op afstand
minder goed te onderscheiden, maar ze
worden alleen gebruikt met afwijkende
symbolen, waardoor ze toch onderschei
dend zijn. Als symbolen hanteert men on
der andere een witte of zwarte 'X', horizon
tale streep (-), verticale streep (I), schuine
streep en de cijfers 0 en 8.
Steenuil op de uitkijk (Johnny du Burck).
Vragen over Kiekendieven
Wat betreft bruine kiekendieven is nog
veel onbekend en men is dus benieuwd
waarheen ze trekken als ze het juveniele
stadium achter zich laten en als adulte vo
gel op zoek gaan naar hun eigen territorium
(dispersie). Blijven ze in de buurt, trekken
ze noordwaarts, zuidwaarts, men weet het
niet. Bevolkt een bruine kiekendief in Saef-
tinghe daar zijn eigen territorium, is het een
doortrekker, een jonge adult die zich net
gevestigd heeft, een overwinteraar, kiest hij
voor akkerland of rietkraag: allemaal vragen
die we graag beantwoord zouden zien en
we hopen dat wingtagging de antwoorden
kan leveren.
Sint Kruiskreek
Na een poosje met de telescoop het gebied
te hebben afgetuurd, zagen we in een
boomtop een door Henk gewingtagde
kiekendief.
Verder zaten er in het gebied diverse
meerkoeten, tureluur, kemphaan, scholek
ster, waterhoen, eenden en ganzen. En
zoals meestal vliegt de tijd voorbij als men
zich vermaakt. Het werd tijd om weer terug
te gaan naar de plaats waar we vertrokken
waren.
Via de Slepersdijk, waar we nog even stil
hebben gestaan bij een nest van een Bui
zerd met 2 juvenielen op de takken naast
het nest, zijn we weer teruggereden naar
de schuur van het Zeeuwse Landschap. Hier
werd Jaap bedankt voor de informatie voor
en tijdens de excursie en iedereen vertrok
weer tevreden naar huis.
Jonge torenvalken, klaar om uit te vliegen
(Johnny du Burck).
Op zaterdagmorgen 30 juni werd er
verzameld bij de schuur van het Zeeuwse
landschap voor de roofvogelexcursie o.l.v.
Jaap Poortvliet.
Om 10 uur waren er 16 zowel mannen als
vrouwen aanwezig die uitleg kregen over
de soorten die we konden verwachten op
de plaatsen die we die morgen zouden
gaan bezoeken.
Na de auto's zo praktisch mogelijk te heb
ben ingedeeld, zijn we vertrokken richting
Scherpbier, om te kijken naar de torenval
ken in de bekende nestkast. Daar kwamen
we juist op het goede moment, want de
jongen stonden op het punt van uitvliegen.
We waren ook getuige van het aanbrengen
van prooi voor de jonge valken (wat goed
hoorbaar was).
Na een poosje genoten te hebben van de
torenvalken, werd het tijd om naar het vol
gende gebied te gaan: de Sint Kruiskreek.
Aangekomen bij deze kreek zagen we de
eerste bruine kiekendieven al rondvliegen.
Henk Castelijns (Coördinator Roofvogel-
onderzoek Zeeland) had daar een aantal
weken geleden diverse nesten bezocht en
jonge vogels "gewingtagd."