fjUÜ|^ Vlivers ik zag dat een buurmeisje een jampotje
16
III Dit verschijnsel begreep ik eerst niet, totdat
J kikkervisjes in de vijver kieperde: de kleine
Tips van ervaringsdeskundigen Sjaak Herman en Christien D'hoore over de watersalamanders vielen erop aan als mini-
atuurkrokodillen en de kikkervisjes waren in
aanleg van een 'natuurlijke vijver.
3 een zucht verdwenen!
Ongeveer 6-7 jaar geleden werd er onder
zoek gedaan met fuiken, want het vermoe
den bestond dat kamsalamanders aanwezig
Het voorjaar van 1991
In het voorjaar van 1991 heb ik naast mijn
huis een tuinvijver aangelegd van ca. 11
x 7 m., diep 1,10 m. Deze is terrasvormig
uitgegraven zoals ook aangegeven in de
boomkikkerkalender en op bijgaande foto
duidelijk te zien is. Als waterdichte afsluiting
nam ik een 0,50 mm. dikke PVC folie, een
keuze waar ik later spijt van zou krijgen,
maar een dikkere elastische vijverfolie vond
ik toen veel te duur.
Ongeveer 6 jaar geleden stelde ik voor
de eerste keer na 15 jaar een lek vast, dat
redelijk snel opgespoord werd, omdat het
waterniveau precies zakt tot de hoogte van
het lek. Dat was vrij snel verholpen.
Afgelopen najaar echter zakte het water zo
snel dat bijvullen niets hielp. Ik besloot niet
meer te repareren omdat uiteindelijk de
gehele folie slecht was.
Ruim 20 jaar heb ik nu van de vijver genoten
en dat wilde ik blijven doen en zo zat er niks
anders op dan nieuwe folie aan te brengen,
maar dan van een betere kwaliteit, nl. EPDM
De terrassen werden schuin opgevuld
met putzand (uit zandputten in de streek),
dat niet zo schraal is als duin- of zeezand.
Vervolgens een aantal geschikte water- en
oeverplanten gekocht en dan maar af
wachten hoe zo'n kunstmatige put zich zou
ontwikkelen.
Dat ging nogal spectaculair: na een vijftal
jaren was er van het zand ai niks meer te
zien. Vooral biezen en lelies verspreidden
zich rondom en het gras kroop, doordat de
bovenkant van de folie ca. 10 cm. onder het
maaiveld eindigde, steeds verder richting
water. Zo kwam de vijver er uit te zien als
een natuurlijke put, temeer omdat door de
capillaire werking van de grond ook een
natuurlijke overgang tussen land en water
ontstond.
Het middengedeelte werd al gauw bedekt
met Lidsteng, terwijl Krabbescheer meer
moeite had, vermoedelijk omdat de kwali
teit van het leidingwater, waarmee de vijver
gevuld werd, niet "natuurlijk" genoeg was.
Wat de amfibieën betreft: aanvankelijk
waren er een paar groene kikkers (ver
moedelijk vanuit de vesten rond de wallen
gekomen) en bruine kikkers, maar die
verdwenen al snel om plaats te maken voor
veel kleine watersalamanders.
waren. En jawel: minstens 4 stuks werden
gevangen en bij een volgend onderzoek
zelfs een krioelende massa van 45 kleine
watersalamanders.
De afgelopen jaren werd duidelijk dat een
relatief snelle verlanding plaats zou vinden,
als ik niet zou ingrijpen, mede als gevolg
van de directe verbinding tussen water en
oever.
In een poging die verlanding in te perken
heb ik ieder najaar met de zeis, waarvan ik
de punt wat opgebogen heb om de folie
niet te beschadigen, de vijver uitgemaaid.
Desondanks was het verlandingsproces
niet helemaal te stoppen, hetgeen voor mij
verder geen punt was.