"LlliJJÉ
ede
dicht. In een wat actiever benadering ga je
clusteren per kern: 1 school en 1 winkel op
het dorp. Je zult moeten afwachten of deze
overblijvende voorzieningen voldoende
kwaliteit kunnen bieden. Als 1 leerkracht
15 kinderen in 8 klassen moet bedienen, is
dat twijfelachtig. Wat verdergaand is een
herschikking per regio. In de praktijk heb
ben we dat zien gebeuren bij het beperken
van bibliotheekvestigingen tot Oostburg
en Breskens. En aan deze inperking kwam
geen beleid te pas: het was de financiële
situatie die deze herschikking afdwong. De
meest rigoureuze keuze is wat men nu bij
de basisscholen voorstelt: minder dan 100
leerlingen betekent opheffen. In Zeeland
zullen er bij hanteren van deze norm van de
huidige 233 scholen 94 scholen opgeheven
worden. Ook de Groese Meerstromen-
school met haar huidige 78 leerlingen zou
dus opgeheven worden.
Dhr. Van der Wout stelt dat het verdwijnen
van de laatste dorpsschool of de laatste
winkel niet per definitie afbreuk hoeft te
doen aan de leefbaarheid in een dorp, mits
passende maatregelen worden getroffen.
Het gaat om de balans: als je qua woonge
not ver uitsteekt boven andere gebieden,
moet je op een ander terrein misschien iets
toegeven. Een actieve bevolking zorgt dat
die voorzieningen in het nabijgelegen dorp
van dermate goede kwaliteit zijn, dat de
balans toch in evenwicht blijft.
Het buitengewoon groot aantal aanwezi
gen die middag in aanmerking nemend
sprak dhr. Van der Wouw de verwachting uit
dat het dorp Groede zich voor de toekomst
weinig zorgen zou moeten maken.
Na een korte pauze is er gelegenheid tot
het stellen van vragen.
Vragenronde
De eerste vraag komt van Jan van Seters,
voorzitter van de Zeeuwse Milieufederatie,
die wijst op het feit dat de overheid inzet
op het stimuleren van topsectoren, terwijl
mevr. Van Dam de aandacht richt op het
maatschappelijk middenveld. Mevr. Van
Dam antwoordt dat alle hens aan dek zal
moeten staan om een grote draai te maken;
juist in dat middenveld zitten de meeste
mensen en bedrijven.
Gedeputeerde Ben de Reu neemt ook deel
aan de discussie en vraagt zich aansluitend
af hoe je alle burgers meekrijgt in deze
omslag. Men loopt te hoop tegen ontslagen
die vielen bij het sluiten van "oude, weinig
duurzame" industrie als Zalco. Een bedrijf
als Thermphos, dat trachtte om te schake
len naar duurzame fosforproductie, had te
weinig 'Ausdauer' om te winnen van con
currerende fosforproducenten die bezig zijn
fossiele fosfor zo snel mogelijk op te maken.
Om die reden sprong de provincie coulant
om met Thermphos: alleen bedrijven die
het lef hebben de transitie te maken, heb
ben een duurzame toekomst.
Verder hoort het tot gebruikelijk menselijk
gedrag te hoop te lopen als iets verdwijnt.
Als kind bezocht hij de lagere school op de
Klakbaan, een situatie die je je nu niet meer
kunt voorstellen. Wat de biobased-industrie
betreft, moet je je zien te richten op die
delen waarvoor de meeste kennis vereist is.
Die klussen kunnen minder snel uitbesteed
worden in lagelonenlanden en zo houden
we hooggeschoolde Zeeuwen aan de slag.
Qua regionale samenwerking ziet hij meer
voordelen in combinaties met bedrijven in
Vlaanderen en West-Brabant dan in Zuid-
Holland.
Dhr. Schrijnen merkt op dat hij zich er nog
steeds over verwondert dat nog steeds
zoveel mensen naar Cadzand-Bad komen,
in ogenschouw genomen dat alles daar 20
jaar heeft stilgestaan. Hij is blij dat er nu iets
gebeurt, al moet gemeente Sluis de kaders
scheppen waaraan een projectontwikkelaar
invulling kan geven. We krijgen nu wel eens
een andere indruk.
Mevr. Van Dam memoreert dat de houding
van 'het gaat al 20 jaar goed zo, dus we
laten het maar zo' een verkeerde attitude
is. Je moetje altijd afvragen of een andere
aanpak niet beter is. Stilstand is achteruit
gang. Ook zij ziet weinig gemeenschap
pelijks met Zuid-Holland; West Brabant ligt
meer in de lijn.
De voorzitter van de Gebiedscommissie,
dhr. Hans Quist, heeft eveneens voorkeur
voor Vlaanderen. Daar is geld voor inves
teringen, veel bedrijvigheid en we hebben
veel historische overeenkomsten.
Dhr. Jan van Seters zou al lang blij zijn als de
gemeentes Sluis, Terneuzen en Hulst beter
zouden samenwerken. Voor hem is dat
grootschalig genoeg.
Dhr. Joost Schrijnen gaat ook nog even in
op ambtelijke samenwerking. Hij noemt
de door minister Plassterk opgedrongen
samenwerking tot mislukken gedoemd.
Bestuurders hebben er geen belang bij sa
men te werken. Je bent beter met vrijwillig
ontstane netwerken, die worden gedragen
i.p.v. opgelegd.
Gedeputeerde Ben de Reu haalt de term
'groenblauwe oase' nog even van stal, die
meestal gekoppeld wordt aan het idee
dat de hele streek op recreatie en pensio-
nado's kan teren. Dat is volgens hem een
misvatting. We hebben de Kanaalzone hard
nodig om te overleven. Ook wat betreft
de samenwerking met Vlaanderen is nog
veel werk te verzetten. Er blijven veel
fiscale verschillen en zowel Nederlandse als
Belgische kabinetten zitten te kort om deze
verschillen krachtdadig aan te pakken. Het
onderscheid tussen wat Vlaanderen zelf
mag regelen en wat aan de landsregering
in Brussel moet worden overgelaten, maakt
het allemaal nog complexer. Hij concludeert
dat de laatste 5 jaar weinig vooruitgang
geboekt is. Tevens dat het weinig zin heeft
te praten over voors en tegens, maar de
notie zou moeten zijn 'wat doen we eraan!'
Wat organisatorische gehelen betreft, ziet
hij weinig in samenvoegen van provincies.
West Zeeuwsch-Vlaanderen als één orga
nisch geheel ligt meer voor de hand.
Voorzitter Bart Groot rondt het geheel af
door iedereen te bedanken voor de inbreng
en tevens mede te delen dat men van zins
is in het najaar een passend vervolg op dit
weekend te organiseren met als onderwerp
water.
Verwijzingen en literatuur:
Silent Spring (1962; Nederlandse vertaling:
Dode Lente, 1964,1972). Via google talloze
leveranciers. Geen pdf gevonden.
Brundtland-rapport: te downloaden via
http://conspect.nl/pdf/Our_Common_Futu-
re-Brundtland_Report_1987.pdf
Masterplan Voorzieningen Zeeuws-Vlaan-
deren: te downloaden op www.zeeland.nl/
ruimte_wonen/leefbaarheid/masterplan
En natuurlijk: www.duurzaamgroede.nl