12
De hermelijn
De eekhoorn
Het is alleen de rode of gewone eekhoorn
die in onze streek voorkomt. Het is geen
roof-, maar een knaagdier. In de winter, en
naarmate het diertje ouder wordt, kleurt
het wat grijziger.
De eekhoorn voedt zich met name met
plantaardig materiaal als noten en zaden
van sparren en pijnbomen. Verder eten ze
knoppen, paddenstoelen, stukken boom-
Van de hermelijn zijn een vijftal waarnemin
gen gedaan in 2012 in omgeving Bakkers-
dam, Nieuveltweg, Generale Prins Willem
polder, Ringdijk en Olieslager. (2011 - 2).
De hermelijn is familie van de wezel, lijkt
er veel op, maar de hermelijn is zwaarder.
Hij heeft een langgerekt lichaam. De vacht
is kastanjebruin van kleur, met een gelig
witte buikzijde en de reeds genoemde
zwarte staartpunt. In de winter kleurt de
vacht wit-achtig. In het noorden van het
verspreidingsgebied (Scandinavië) wordt
de vacht geheel wit (met uitzondering van
het zwarte staartpuntje).
Het mannetje heeft een kop-romplengte
van gemiddeld 297 millimeter, een staart
van 117 mm. en weegt 200 a 445 gr. Het
vrouwtje is korter met 264 mm., een
staart van ±110 mm. en een gewicht van
140 tot 280 gram. Noordelijke populaties
zijn kleiner van formaat.
De marter
Marters komen in onze streken niet voor, ze
zijn in ieder geval nog niet waargenomen,
maar in het oosten van Nederland is vooral
de steenmarter een minder geziene gast.
Deze soort geniet graag van de warmte
onder de motorkap van auto's en knaagt
dan wel eens wat kapot.
voorkomen, ligt voor de hand. Vanuit België
is dit vergelijkbare biotoop vlakbij. Maar
er zijn ook meldingen vanuit Uzendijke:
Isabellaweg en Schorredijk. Om hier terecht
te komen moeten ze vanuit België een vol
strekt afwijkende biotoop oversteken, het
geen onverklaarbaar is. En de tocht vanuit
Aardenburg, via Passageule oostelijk naar
Uzendijke is niet minder dan een wereldreis.
De egel
In 2013 zijn er 99 egels gemeld, tegen 70
een jaar eerder. In een eerder artikel heb
ben we de egel nader beschreven. Het is
een beschermde diersoort, die vooral in het
verkeer het leven laat. 70 van de slachtof
fers betreft mannetjes, die in het begin van
de paartijd op zoek gaan naar een vrouwtje
en hierbij veel kilometers afleggen. Hierbij
schrikken ze er niet voor terug grote snel
wegen over te steken. In Nederland worden
jaarlijks tussen de 113.000 en 340.000
dieren aangereden. Bermenmaaiers en
vergiftiging door pesticiden leiden ook tot
veel doden.
De haas
De haas is dermate bekend, dat we het kort
zullen houden. In 2012 zijn er 290 waarge
nomen tegen 249 het jaar daarvoor. Een di
recte verklaring voor dit (beperkte) verschil
is niet direct te geven.
Het konijn
Wat konijnen betreft, bepalen we ons ook
tot de hoofdzaken. 195 waarnemingen
tegen 256 in 2011. Deze daling is mogelijk
te verklaren uit de myxomatose die vanaf
eind augustus 2011 huisgehouden heeft,
maar in de tellingen in dat jaar amper waar
neembaar is. De gevolgen van de epidemie
komen pas in 2012 aan het licht als veel
minder konijnen zich gaan voortplanten.
schors, en soms dierlijk materiaal, als insec
ten, eieren en zelfs jonge vogels. Ook eten
ze aarde om mineralen binnen te krijgen.
De eekhoorn is een dagdier, dat zich na
zonsopgang al laat zien en actief is tot vlak
voor zonsondergang, 's Winters zie je ze
alleen 's ochtends. De eekhoorn houdt geen
winterslaap, maar bij guur weer blijft hij
in het nest en teert hij op zijn aangelegde
wintervoorraad.
De plaatsen binnen ons gebied waar de
eekhoorn gezien is, stellen ons voor vragen.
Sinds kort zien we hem in onze streek, en
dat ze in een parkbos als De Elderschans
Andere kleine niet-rovende
zoogdieren