Bloeiende akkerranden
6
Ons bestuurs- en redactielid Walter de Milliano doet verslag van zijn praktische
ervaringen met een meerjarig mengsel voor bloeiende akkerranden in een drie
jarig project van Bloeiend Bedrijf.
FAB-akkerranden
Vorige jaar rond deze tijd heeft u voor het
eerst kennis kunnen maken met de Functi
onele Agro Biodiversiteit (FAB)-akkerranden
(Duumpje, 38ejrg. nr3) voor duurzame
gewasbescherming. De bedoeling van
deze bloemrijke randen langs akkers is dat
natuurlijke vijanden die op deze randen
afkomen een belangrijke bijdrage leveren
aan de bestrijding van ziekten en plagen in
de aangrenzende veldgewassen.
De randen trekken insecten aan, maar
bieden ook een 'beschermde' omgeving aan
allerlei dieren en beide vormen een basis
voor natuurbeheer. We hebben het dan over
een strook van soms wel 12 meter breed
waarop minder gemest en minder chemisch
bestreden wordt. Het project is er tevens op
gericht vooral praktische kennis op te doen
over voor- en nadelen van deze aanpak en
deze te delen met burgers en buitenlui.
Bloeiend Bedrijf
Bloeiend Bedrijf (www.bloeiendbedriif.nl)
heeft nu 570 deelnemers (500 in 2012), hon
derden kilometers bloeiende akkerranden
in het landschap en 75% van de deelnemers
gebruikt minder insecticiden. In het project
kan men kiezen om de FAB-rand in te zaaien
met éénjarige dan wel tweejarige meng
sels. In Zeeland is het eenjarig mengsel het
meest populair; slechts enkelen kozen voor
het meerjarige mengsel. Andere activiteiten
op dit gebied zijn natuurvriendelijke akker
randen, agroranden of (agro)natuurranden.
Zo lezen we in Akkermagazine (editie 9 - 2012)
over initiatieven in de Hoekse Waard en
in de gemeente Veere over vogelakkers,
bloemplukakkerranden en vergelijkbare
initiatieven om hun landschap aantrekke
lijker te maken voor streekbezoekers. Ook
randen gericht op bijenwelzijn staan volop
in de belangstelling. Syngenta stelde voor
belangstellenden een kilo gratis zaad voor
een bijenrand beschikbaar.
Resultaten en vragen voor 2012
Vorig jaar werd op Hoeve Dierkensteen van
familie De Milliano begonnen met één FAB-
akkerrand langs Uien en één langs Mais. Het
eerste jaar gaf reeds een positief resultaat
met het meerjarig mengsel. In de FAB-rand
kwamen allerlei insecten voor als zweef- en
Foto 1: Informatiebord Bloeiend Bedrijf en bezoek buitenlandse deskundigen, Bakkersstraat Oostburg, 16
juni 2013 (collectie Walter de Milliano).
gaasvliegen, sluipwespen, lieveheersbeest
jes, loop- en kortschildkevers, soldaatjes,
roofwantsen en spinnen die een bijdrage
leverden aan de bestrijding van plantenziek
ten en plagen.
In de Mais werkte deze natuurlijke bestrij
ding dermate goed dat chemische insec-
tenbestrijding niet nodig was. Een ander
onbedoeld, maar erg plezierig gevolg was
dat de oogst met de hand minder vies
was door het ontbreken van luizen die de
planten erg plakkerig maken. Bovendien
bloeide eind september de akkerrand nog
voldoende om onze biologische bestrijders
te kunnen laten functioneren in de nabijge
legen Mais die zo laat in het jaar nog groen
was. Tegen trips (een ongewenste insecten
soort) in Uien verwachtten we onvoldoende
bescherming en we voerden conventionele
gewasbescherming uit.
Vragen die rezen
Er is een begin gemaakt met de kennisop-
bouw, maar gezien de onbekendheid met
de nieuwe aanpak worden we voor steeds
nieuwe vragen gesteld. Hoe ontwikke
len plantensoorten zich in een meerjarig
plantenmengsel? Hoe stem je de bloei af om
effectieve biologische gewasbescherming te
krijgen in de nabijgelegen voedingsgewas
sen? Veel gewasproducenten doen er jaren
over om tot een optimale teelt te komen
van één enkel gewas. Hoe krijg je het voor
elkaar meer dan tien plantensoorten te telen
en wel zo dat ze op tijd bloeien en dat de
benodigde insecten voor de biologische
bestrijding tijdig en in voldoende aantallen
aanwezig zijn?
Niet alleen voor de landbouwer
Het beheer van de vele soorten planten in
akkerranden is een leerpunt voor deelne
mers, maar ook voor loonwerkers, pachters
en buren. Op een enkele plaats was de
strook langs het gewas wat minder breed
door de naburige onkruidbestrijding. On
danks herhaalde intensieve onkruidbestrij
ding met hak, bosmaaier, tractor en maaier
en plaatselijke chemische bestrijding bleven
er toch soorten onkruid over.
Veldbijeenkomsten waarin kennis uit
gewisseld werd met collega's en andere
deskundigen hebben veel geleerd over de
verschillende insecten in rand en nabijgele
gen akkers. Toch is dat nog maar het begin
in een leerproces dat ertoe moet leiden
dat minder chemische middelen nodig zijn
voor een afdoende gewasbescherming.
De teler moet soms meer werkuren maken
dan bij conventionele gewasbescherming
en riskeert een lagere opbrengst en lagere
kwaliteit. In de praktijk zal het een opgaaf
blijken om de noodzakelijke kennis op ieder
bedrijf beschikbaar te krijgen.